ECLI:NL:RBSGR:2012:BV2679
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van terugnameovereenkomst met Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Eritrese vrouw, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Minister voor Immigratie en Asiel was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op artikel 30, eerste lid, aanhef en onder d van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), omdat Italië op grond van het Verdrag van Straatsburg verplicht was eiseres opnieuw toe te laten, gezien zij daar een verblijfsvergunning als vluchteling had verkregen. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was om te twijfelen aan de naleving van de verdragsverplichtingen door Italië, ondanks de bezwaren van eiseres dat zij in Italië onmenselijk behandeld zou worden.
Eiseres voerde aan dat Italië zijn verplichtingen niet nakwam en dat zij opnieuw blootgesteld zou worden aan onmenselijke behandeling. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin was geoordeeld dat er geen reden was om aan te nemen dat Italië zijn verplichtingen niet zou nakomen. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de band met Italië objectief diende te zijn en dat de persoonlijke gevoelens van eiseres over haar terugkeer niet doorslaggevend waren. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de asielaanvraag op basis van de terugnameovereenkomst met Italië rechtmatig was.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter G.A. van der Straaten, in aanwezigheid van griffier G. Sassen. Eiseres had de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.