In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 december 2012 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 25 april 2012 was ingediend door verzoekster, die optreedt als wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kinderen. Het verzoek strekt tot doorhaling van de geboorteakten van de minderjarigen en het aanbrengen van wijzigingen in deze akten, waaronder een wijziging van de geslachtsnaam en de voornamen van de kinderen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder het verzoekschrift, het verweerschrift van de ambtenaar van de burgerlijke stand en een reactie van verzoekster op het verweer. Tijdens de zitting op 19 november 2012 waren zowel verzoekster als de vader van de minderjarigen aanwezig, evenals de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de geboorteakten van de minderjarigen onjuist zijn, aangezien de achternaam van de moeder is vermeld in plaats van die van de vader. Verzoekster heeft aangevoerd dat dit in strijd is met de Nigeriaanse wetgeving, die bepaalt dat kinderen de achternaam van de vader moeten dragen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand correct heeft gehandeld door de erkenning van de vader en de naamskeuze op de juiste wijze in de akten te verwerken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het algemeen belang van het vastleggen van de juridische werkelijkheid zwaarder weegt dan het belang van verzoekster en de minderjarigen bij wijziging van de geboorteakten.
Wat betreft de voornamen van de minderjarigen heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen sprake is van een misslag in de geboorteakte, maar heeft zij wel geoordeeld dat er voldoende zwaarwichtig belang is voor de wijziging van de voornamen. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wijziging van de voornamen toegewezen, terwijl het verzoek tot wijziging van de achternamen werd afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. A. Zonneveld, kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.