ECLI:NL:RBSGR:2012:22256

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 oktober 2012
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
09-900536-12
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de status van een dvd met telefoongesprekken als processtuk in strafrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 16 oktober 2012 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift dat was ingediend door de verdachte tegen de beslissing van de officier van justitie om geen kopie van een dvd met telefoongesprekken aan de raadsman te verstrekken. De rechtbank diende te beoordelen of de dvd met telefoongesprekken als processtuk in de zin van artikel 30 van het Wetboek van Strafvordering kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de processen-verbaal waarin de telefoongesprekken zijn uitgewerkt, wel als processtukken kunnen worden beschouwd, maar dat de dvd zelf dat niet is. De rechtbank benadrukte dat de verdediging niet mag worden onthouden van kennisneming van de opnames, maar dat dit niet betekent dat de verdediging recht heeft op een kopie van de gegevensdrager. De rechtbank concludeerde dat de schriftelijke uitwerking van de gesprekken voldoende was voor de verdediging om de juistheid te toetsen. De beslissing van de officier van justitie werd als rechtmatig beschouwd, en het bezwaarschrift werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

Rechtbank 's-Gravenhage
Sector strafrecht
Parketnummer: 09/900536-12
Kenmerk RK: 12/3288
Beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, raadkamer in strafzaken, op het bezwaarschrift ex artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering van:

[verdachte],

geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
blijkens een daarvan opgemaakte akte op 22 augustus 2012 ter griffie van deze rechtbank ingediend, tegen de beslissing van de officier van justitie van 14 augustus 2012 om aan de raadsman geen kopie van de dvd met telefoongesprekken te verstrekken.
De rechtbank heeft op 2 oktober 2012 dit bezwaarschrift in raadkamer behandeld.
Verdachte is -hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen- niet in raadkamer verschenen; wel aanwezig was zijn raadsman, mr. S. Diekstra, advocaat te ’s-Gravenhage.
De officier van justitie heeft in raadkamer geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaar.

Beoordeling van het bezwaar.

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het bezwaarschrift.
Het bezwaarschrift is tijdig ingediend.
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of de door de raadsman bedoelde dvd met telefoongesprekken als processtuk in de zin van artikel 30 Sv kan worden aangemerkt.
Processtukken zijn de stukken waarin de door de politie en justitie gegenereerde resultaten van het feitenonderzoek worden vastgelegd.
Daarnaast bestaat er een categorie bescheiden, voorwerpen en andere gegevensdragers die betrekking heeft op de aanleiding van dat onderzoek, de middelen en de methoden, met behulp waarvan die onderzoeksresultaten tot stand zijn gekomen en waarvan andere documenten en gegevensdragers zouden kunnen getuigen. Deze laatstgenoemde documenten en gegevensdragers kunnen weliswaar van belang zijn voor het onderzoek, maar worden niet als processtukken worden aangemerkt.
Op basis van dit onderscheid is de rechtbank van oordeel dat de door de politie letterlijk in processen-verbaal uitgewerkte telefoongesprekken kunnen worden aangemerkt als de gegenereerde resultaten van het feitenonderzoek, en daarmee als processtukken. Deze bedoelde processen-verbaal zijn niet aan de verdediging onthouden. De dvd met opnames van de telefoongesprekken, met behulp waarvan de telefoongesprekken zijn uitgewerkt in de processen-verbaal, is naar het oordeel van de rechtbank geen processtuk.
De rechtbank overweegt dat de beginselen van een goede procesorde evenwel met zich brengen dat de kennisneming van de opnames van de telefoongesprekken de verdediging niet mag worden onthouden.
Er is echter onvoldoende grond voor het oordeel dat de door officier van justitie voorgestelde wijze van kennisneming van deze geluidsopnamen aan de door artikel 6, derde lid, onder b. van het Europees verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden gegarandeerde gedegen voorbereiding in de weg zou staan. Daarbij speelt het volgende mee. Bij bijvoorbeeld camerabeelden houdt de schriftelijke weerslag enige selectie en vaak ook interpretatie van de te beschrijven waarnemingen in. Bij politieverhoren van verdachten en getuigen kunnen bij de uitwerking relevante non-verbale of verbale uitingen, die voor de beoordeling van de verhoorsituatie en betrouwbaarheid van de verkregen verklaring van belang kunnen zijn, eenvoudig verloren gaan. Bij een uitwerking, door een opsporingsambtenaar, van gesprekken van verdachte met de Teleservice van de politie ('0900-8844') is dat niet aan de orde. Hoewel verdachte deelnemer zou zijn geweest aan die gesprekken, wordt ook verder geen enkel aanknopingspunt gegeven voor enige onjuistheid in de uitwerking of andere mogelijk relevante te onderzoeken omstandigheid. Ook valt niet in te zien waarom, als een schriftelijke uitwerking beschikbaar is, waarvan de juistheid door de verdediging kan worden getoetst, de geluidsopnamen vervolgens alsnog op elk moment voor de verdediging beschikbaar zouden moeten zijn. Het recht op kennisneming omvat in dit geval niet het recht op afgifte van een kopie van de gegevensdrager. De toezegging van de advocaat de gegevensdrager niet te verspreiden of te doen verspreiden doet evenmin dat recht ontstaan.

Beslissing.

De rechtbank verklaart het bezwaarschrift ongegrond.
Deze beschikking is gegeven in raadkamer te 's-Gravenhage op 16 oktober 2012 door
mr. G.H.M. Smelt, voorzitter, mr. W.N.L. Donker en mr. H.W. Vogels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V. van Rhijn, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.