ECLI:NL:RBSGR:2012:14228
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van AOW-pensioen en terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 juli 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank en een eiser die zijn AOW-pensioen betwistte. De eiser ontving sinds augustus 2005 AOW-pensioen voor een alleenstaande, maar met ingang van 25 november 2008 ging hij samenwonen met zijn partner. De Sociale Verzekeringsbank herzag het pensioen van de eiser per 1 december 2008 naar een lager bedrag, omdat hij niet langer recht had op het alleenstaande pensioen. Tevens vorderde de bank het teveel uitgekeerde bedrag van € 10.045,81 terug. De eiser ging in beroep tegen deze besluiten, stellende dat de herziening en terugvordering onterecht waren.
De rechtbank overwoog dat de eiser vanaf 1 december 2008 als gehuwd moest worden beschouwd, omdat hij samenwoonde met zijn partner. De rechtbank oordeelde dat de wetgever niet de bedoeling had om een alleenstaande een hoger pensioen te laten ontvangen wanneer deze ging samenwonen met een partner die niet verzekerd was voor de AOW. De rechtbank bevestigde dat de herziening van het pensioen en de terugvordering van het teveel betaalde pensioen terecht waren, omdat de eiser zijn informatieverplichtingen niet was nagekomen door de Sociale Verzekeringsbank niet te informeren over zijn samenwoning.
De rechtbank verklaarde de beroepen van de eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.