ECLI:NL:RBSGR:2011:BV0769

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
408341 JE RK 11-3351 eindbeschikking
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen door de kinderrechter

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 22 december 2011 een eindbeschikking gedaan met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen. De zaak werd behandeld naar aanleiding van verzoekschriften die op 2 december 2011 waren ingekomen. De minderjarige sub 1 verblijft feitelijk in een residentiële instelling, terwijl de minderjarige sub 2 in een pleegzorgvoorziening verblijft. Tijdens de zitting op 12 december 2011 is de minderjarige sub 1 gehoord in raadkamer. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de tussenbeschikking van 12 december 2011, waarin al een voorlopige machtiging was verleend aan Bureau Jeugdzorg voor de uithuisplaatsing van de minderjarigen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige bedreigingen zijn voor de belangen van de minderjarigen, onder andere door de ziekte van de moeder, die haar vermogen om voor de kinderen te zorgen negatief beïnvloedt. De moeder heeft geen hulpverlening en ondersteuning in het gezin toegelaten, wat heeft geleid tot ernstig schoolverzuim van de minderjarige sub 1 en het niet meer bezoeken van het kinderdagverblijf door de minderjarige sub 2. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de samenwerking met Bureau Jeugdzorg niet voldoende vruchtbaar zou zijn om de bedreiging van de belangen van de minderjarigen af te wenden, waardoor uithuisplaatsing noodzakelijk blijft.

De kinderrechter heeft daarom de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden gemachtigd om beide minderjarigen gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen van 22 december 2011 tot 11 oktober 2012, ter effectuering van de indicatiebesluiten van 15 en 16 december 2011. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier aanwezig was.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Kinderrechter
Rekestnummer: JE RK 11-3351
Zaaknummer: 408341
Datum beschikking: 22 december 2011
Machtiging tot uithuisplaatsing
Beschikking op de op 2 december 2011 ingekomen verzoekschriften van:
de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, vestiging Den Haag Centrum/Scheveningen
(verder: Bureau Jeugdzorg),
met betrekking tot de minderjarigen:
1. [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
kind van:
[de moeder],
de moeder,
wonende te [adres en woonplaats moeder],
die het ouderlijk gezag alleen uitoefent,
en
[de vader],
de vader,
wonende te [adres en woonplaats vader].
2. [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
kind van:
de moeder voornoemd,
wonende op het adres voornoemd,
die het ouderlijk gezag alleen uitoefent.
De minderjarige sub 1 verblijft feitelijk in een residentiële instelling en de minderjarige sub 2 verblijft feitelijk in een voorziening voor pleegzorg.
Op 12 december 2011 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank met gesloten deuren behandeld.
Daarbij zijn verschenen:
- de heer Keasberry en mevrouw C. Sanchez Martinez namens Bureau Jeugdzorg;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. T. Gumus.
Op 20 december 2011 zijn de volgende stukken ingekomen:
- de indicatiebesluiten van Bureau Jeugdzorg d.d. 15 december 2011 en 16 december 2011 met de daarbij behorende aanvragen, met als bijlage de onderbouwing van de indicatiebesluiten;
- het plan van aanpak ten behoeve van de verzoekschriften.
Procedure
Bij beschikking d.d. 12 december 2011 is, in afwachting van het verhoor van de minderjarige sub 1, aan Bureau Jeugdzorg machtiging verleend voornoemde minderjarige sub 1 gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een residentiële instelling en de minderjarige sub 2 in een voorziening voor pleegzorg van 14 december 2011 tot 22 december 2011, en de verzoeken voor het overige aangehouden tot 22 december 2011. De inhoud van voornoemde beschikking dient als hier overgenomen te worden beschouwd.
De minderjarige sub 1 is op 16 december 2011 in raadkamer gehoord.
Verzoek en verweer
De verzoeken strekken tot machtiging de minderjarigen gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Ten aanzien van de feiten alsmede het verzoek en het verweer wordt verwezen naar bovengenoemde tussenbeschikking van 12 december 2011.
Beoordeling
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier, het verhoor van de minderjarige sub 1 en hetgeen op 12 december 2011 ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:261, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing aanwezig zijn. De minderjarigen zijn onder toezicht van Bureau Jeugdzorg gesteld omdat er sprake is van een ernstige bedreiging van hun belangen. De moeder lijdt aan een ziekte die mogelijk van invloed is op haar vermogen om de minderjarigen datgene te bieden dat zij nodig hebben. De moeder liet en laat evenwel geen hulpverlening en ondersteuning toe in het gezin. Er is sprake van ernstig schoolverzuim door de minderjarige sub 1 en de minderjarige sub 2 bezoekt sinds enige tijd niet meer het kinderdagverblijf en het consultatiebureau, zodat er onvoldoende zicht is op de ontwikkeling van de minderjarigen. Teneinde het noodzakelijke toezicht op de minderjarigen te kunnen realiseren dient de moeder de gezinsvoogd toe te laten en mee te werken met Bureau Jeugdzorg. Dat heeft de moeder geweigerd en haar houding jegens de hulpverlening - al dan niet veroorzaakt door haar ziekte - maakt dat de kinderrechter er onvoldoende vertrouwen in heeft dat de samenwerking met Bureau Jeugdzorg bij thuisplaatsing van de minderjarigen op dit moment wel voldoende vruchtbaar zou kunnen zijn om de bedreiging van de belangen van de minderjarigen af te wenden. Uithuisplaatsing van de minderjarigen blijft derhalve thans noodzakelijk.
Derhalve zal als volgt worden beslist.
Beslissing
De kinderrechter:
machtigt de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, de minderjarige sub 1 gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen van 22 december 2011 tot 11 oktober 2012, zijnde de duur van de ondertoezichtstelling, zulks ter effectuering van het aangehechte indicatiebesluit d.d.
15 december 2011;
en
machtigt de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, de minderjarige sub 2 gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen van 22 december 2011 tot 11 oktober 2012, zijnde de duur van de ondertoezichtstelling, zulks ter effectuering van het aangehechte indicatiebesluit d.d.
16 december 2011;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Kramer, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2011, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier.