ECLI:NL:RBSGR:2011:BV0212

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
401404
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot doorhaling van een latere vermelding van een echtscheidingsuitspraak

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 12 december 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de doorhaling van een latere vermelding van een echtscheidingsuitspraak. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Katwijk heeft verzocht om de doorhaling van een latere vermelding die op 6 januari 2010 was geplaatst, gebaseerd op een vermeende uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. Deze vermeende uitspraak is echter nooit gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, op basis van zijn taakomschrijving in de artikelen 1:20 en 1:24 van het Burgerlijk Wetboek, als belanghebbende kan worden aangemerkt en derhalve het verzoek kan indienen. Zowel de man als de vrouw hebben, via hun advocaten, instemmingsverklaringen afgegeven voor de doorhaling van de latere vermelding. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek gegrond is en heeft de ambtenaar gelast om de latere vermelding betreffende de echtscheidingsuitspraak door te halen. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De rechtbank heeft de relevante wetgeving en eerdere uitspraken in overweging genomen bij haar beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 11-6562
Zaaknummer: 401505
Datum beschikking: 12 december 2011
Doorhaling van een latere vermelding
Beschikking op het op 22 augustus 2011 ingekomen verzoekschrift van:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Katwijk,
zetelende te Katwijk,
hierna te noemen: de ambtenaar,
advocaat mr. F.P. van Galen te Leiden.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de man],
de man,
wonende te [woonplaats man],
en
[de vrouw],
de vrouw,
wonende te [woonplaats vrouw].
Procedure
De zaak is verwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift.
Verzoek
Het verzoek strekt ertoe, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Katwijk te gelasten tot doorhaling van de latere vermelding betreffende doorhaling van een latere vermelding van een ingeschreven echtscheidingsuitspraak, opgemaakt op 6 januari 2010, behorend bij de huwelijksakte nummer [aktenummer] van het jaar 2006.
Feiten
- Bij beschikking van [datum beschikking] 2009 van de rechtbank Middelburg is de echtscheiding tussen de man en de vrouw uitgesproken.
- Voormelde beschikking is, hoewel de beschikking nog niet in kracht van gewijsde was gegaan, op [datum inschrijving] 2009 ingeschreven in het register van de ambtenaar.
- Op 6 januari 2010 is - op grond van een vermeende uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van [datum uitspraak] 2009 - de latere vermelding betreffende de inschrijving van de echtscheidingsuitspraak doorgehaald.
- Op 6 januari 2010 is bij latere vermelding op verzoek van de man en de vrouw de echtscheidingsuitspraak nogmaals ingeschreven in het register van de ambtenaar.
- Bij beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van [datum beschikking] 2010 is het verzoek van de officier van justitie tot doorhaling van de akte van latere vermelding betreffende echtscheiding van de man en de vrouw, opgemaakt te Katwijk op 29 juli 2009 door de ambtenaar, afgewezen.
- De ambtenaar is van de beschikking van [datum beschikking] 2010 in hoger beroep gekomen. Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft bij beschikking van 3 augustus 2011 de ambtenaar gelast de latere vermelding, opgemaakt op 29 juli 2009, door te halen.
Beoordeling
Ingevolge artikel 1:24 Burgerlijk Wetboek (BW) kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, gelet op zijn taakomschrijving in artikel 1:20 juncto 1:24 BW - zie onder meer de uitspraken van het Gerechtshof 's-Gravenhage van 3 december 2003 (LJN AO1803) en 14 december 2005 (LJN AU9744) - als belanghebbende in de zin van artikel 1:24 BW kan worden beschouwd. De ambtenaar kan derhalve een verzoek als het onderhavige indienen.
De ambtenaar verzoekt de doorhaling te gelasten van de op 6 januari 2010 op grond van een vermeende uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage - welke uitspraak echter nimmer is gedaan - geplaatste latere vermelding betreffende doorhaling van een latere vermelding van een ingeschreven echtscheidingsuitspraak.
De man heeft bij instemmingsverklaring d.d. 3 augustus 2011, ondertekend door zijn advocaat mr. L. Rijsdam, verklaard in te stemmen met de doorhaling van de latere vermelding betreffende doorhaling van een latere vermelding van een vermeende uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. Ook de vrouw heeft bij instemmingsverklaring, gedateerd 10 augustus 2011 en ondertekend door haar advocaat mr. C. Wendenburg, verklaard in te stemmen met de verzochte doorhaling.
Het verzoek is op de wet gegrond en op navolgende wijze voor toewijzing vatbaar.
Beslissing
De rechtbank:
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Katwijk de latere vermelding betreffende doorhaling van een latere vermelding van een ingeschreven echtscheidingsuitspraak, opgemaakt te Katwijk op 6 januari 2010, behorend bij de huwelijksakte nummer [aktenummer] van het jaar 2006, ingeschreven in het huwelijksregister van de gemeente Katwijk, door te halen.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.W. de Wit, F.J. Verbeek en A.M.A. Keulen, bijgestaan door mr. M. Pereira Horta-van Dijk als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 december 2011.