ECLI:NL:RBSGR:2011:BU9205
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgingsrisico voor homoseksuelen bij terugkeer naar Uganda
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 2 november 2011 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiseres, een Ugandese vrouw, een verblijfsvergunning aanvroeg op basis van haar homoseksuele geaardheid. De rechtbank constateert dat verweerder, de minister voor Immigratie en Asiel, de homoseksuele geaardheid van eiseres niet betwist en erkent dat homoseksualiteit in Uganda strafbaar is, met levenslange gevangenisstraf als mogelijke sanctie. Tijdens de zitting kon verweerder echter geen duidelijkheid geven over de strafvervolgingspraktijk ten aanzien van homoseksuelen in Uganda.
De rechtbank oordeelt dat, gezien de ernst van de straf en de door eiseres overgelegde documenten, er voldoende aanleiding is voor nader onderzoek naar de vervolgingsrisico's die eiseres loopt bij terugkeer naar Uganda. Eiseres heeft aangegeven dat zij openlijk een relatie met een vrouw zal aangaan, wat haar blootstelt aan vervolging. De rechtbank stelt vast dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiseres haar vrees voor vervolging niet aannemelijk heeft gemaakt.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van verweerder en verklaart het beroep gegrond. Verweerder wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 874,-. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen van homoseksuelen, gezien de specifieke risico's die zij kunnen lopen in hun land van herkomst.