ECLI:NL:RBSGR:2011:BU8327
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om contra-expertise door ouders in kinderbeschermingszaken
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 13 december 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 14 november 2011 was ingediend. De moeder van een minderjarige verzocht om een contra-expertise in het kader van een kinderbeschermingszaak, specifiek onder verwijzing naar artikel 810a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.). De rechtbank heeft vastgesteld dat volgens de wet alleen ouders het recht hebben om een dergelijk verzoek in te dienen. De rechtbank heeft de wetsgeschiedenis van artikel 810a Rv. geraadpleegd en geconcludeerd dat er geen grond is om deze bevoegdheid ook aan het kind zelf toe te kennen. Dit betekent dat de moeder niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat artikel 1:245 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de ouder met gezag de minderjarige vertegenwoordigt in burgerlijke zaken, niet kan worden geïnterpreteerd als een recht voor de ouder om namens de minderjarige een verzoek in te dienen op basis van artikel 810a Rv. De uitspraak benadrukt de strikte interpretatie van de wet met betrekking tot de rol van ouders in kinderbeschermingszaken.