Parketnummer: 09/925465-11
Datum uitspraak: 13 december 2011
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1936 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in het [penitentiaire inrichting]
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 14 september 2011 en 29 november 2011.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.A. Buitenhuis en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. C. van Oort, advocaat te Rotterdam, en door verdachte naar voren is gebracht.
Het slachtoffer heeft ter terechtzitting gebruik gemaakt van het spreekrecht.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 5 december 1997 tot en met 26 augustus 2003 te 's-Gravenzande en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum] 1991), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- de borsten van die [slachtoffer] betast en/of
- zijn vinger in de vagina/tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vingeren van zichzelf en/of hiervan films en/of foto's gemaakt en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vaginaal naar binnen brengen van verschillende voorwerpen (een pen en/of een dildo en/of een vibrator) en/of;
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] een dildo in zijn, verdachtes, anus laten brengen/duwen en/of;
- die [slachtoffer] tepelklemmen met stroom erop laten dragen en/of die [slachtoffer] (vervolgens)stroomstoten gegeven
- die [slachtoffer] de bediening van een stroomapparaat met tepelklemmen die hij, verdachte, op zijn tepels had aangesloten, gegeven en/of die [slachtoffer] hem stroomstoten laten geven en/of
- een dildo en/of vibrator in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en zich laten pijpen door die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] opgesloten in de kelder en/of aan de muur vastgebonden;
art 244 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van [geboortedatum] 2003 tot en met 31 december 2006 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum] 1991) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- de borsten van die [slachtoffer] betast en/of
- zijn vinger in de vagina/tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vingeren van zichzelf en/of hiervan films en/of foto's gemaakt en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vaginaal naar binnen brengen van verschillende voorwerpen (kneedgum en/of een pen en/of een dildo en/of een vibrator) en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] een dildo in zijn, verdachtes, anus laten brengen/duwen en/of
- die [slachtoffer] tepelklemmen met stroom erop laten dragen en/of die [slachtoffer] (vervolgens)stroomstoten gegeven
- die [slachtoffer] de bediening van een stroomapparaat met tepelklemmen die hij, verdachte, op zijn tepels had aangesloten, gegeven en/of die [slachtoffer] hem stroomstoten laten geven en/of
- een dildo en/of vibrator in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en zich laten pijpen door die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] opgesloten in de kelder en/of aan de muur vastgebonden en/of vervolgens zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht;
art 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Op 29 maart 2011 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van seksueel misbruik door verdachte, zijnde de grootvader van aangeefster. Dit misbruik zou bij aangeefster hebben plaatsgevonden vanaf haar zesde tot haar vijftiende jaar. Verdachte heeft bekend dat hij in die periode seksuele handelingen met en bij aangeefster heeft verricht, en door aangeefster bij haarzelf heeft laten verrichten. De verklaringen lopen echter uiteen over welke seksuele handelingen precies hebben plaatsgevonden en welke van die handelingen vóór het twaalfde jaar van aangeefster hebben plaatsgevonden en welke daarna. Die vragen zullen in dit vonnis aan de orde komen.
3.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de onder 1 (seksueel misbruik van aangeefster tot haar twaalfde jaar) en 2 (seksueel misbruik van aangeefster vanaf haar twaalfde tot en met haar vijftiende jaar) ten laste gelegde feiten, met alle onder die feiten opgenomen seksuele handelingen, heeft gepleegd. Aangeefster heeft over alle in de tenlastelegging opgenomen seksuele handelingen in detail verklaard, hetgeen voldoende door de overige bewijsmiddelen, waaronder verdachte zijn eigen verklaring, wordt ondersteund, aldus de officier van justitie.
3.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit dat verdachte partieel van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van hetgeen ten laste is gelegd onder feit 1 heeft zij aangevoerd dat verdachte van de handelingen vermeld onder de gedachtestreepjes 2 en 4 tot en met 11 dient te worden vrijgesproken, omdat uit het dossier niet onomstotelijk blijkt wanneer die handelingen zijn gepleegd. Uitsluitend ten aanzien van de gedachtestreepjes 1 en 3 weet aangeefster genoemde handelingen voldoende in tijd te plaatsen. Nu niet onomstotelijk vaststaat wanneer de verweten handelingen zouden hebben plaatsgevonden, dient reeds om die reden partieel vrijspraak te volgen.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte van de handelingen vermeld onder de gedachtestreepjes 4, 6, 8 en 9 dient te worden vrijgesproken, nu deze handelingen door verdachte worden ontkend en de aangifte op die punten (verder) niet wordt ondersteund door overige bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de handelingen vermeld onder de gedachtestreepjes 3 en 4 geldt voorts meer subsidiair dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte aangeefster heeft gedwongen tot het begaan van die handelingen. Ten slotte heeft de raadsvrouw ten aanzien van de handeling vermeld onder gedachtestreepje 3 meest subsidiair aangevoerd dat verdachte heeft ontkend foto's en/of filmpjes van aangeefster te hebben gemaakt, hetgeen evenmin door overig bewijs wordt ondersteund, zodat ook voor dat onderdeel vrijspraak dient te volgen.
Het voorgaande heeft de raadsvrouw eveneens ten aanzien van hetgeen ten laste is gelegd onder feit 2 aangevoerd. Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte de handeling onder gedachtestreepje 11 (kort gezegd: penetratie) ontkent en dat de aangifte wat dit punt betreft niet door overig bewijs wordt ondersteund. Daarnaast is het, gelet op de sedert 2002 bij verdachte gebleken impotentie, de vraag of verdachte fysiek in staat is geweest om de seksuele handelingen zoals vermeld onder de gedachtestreepjes 5, 10 en 11 (kort gezegd: aftrekken, pijpen en penetreren) te plegen dan wel bij hem te laten plegen. Ten slotte dateert de laatste concrete herinnering van aangeefster van 2004, hetgeen ten minste tot een beperking van de periode dient te leiden, aldus de raadsvrouw.
3.4 De beoordeling van de tenlastelegging1
De rechtbank leidt uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting het volgende af.
Op 14 maart 2011 heeft aangeefster, geboren op [geboortedatum] 1991, zich samen met haar moeder gemeld bij de politie omdat zij aangifte wenste te doen tegen verdachte, zijnde haar grootvader, van seksueel misbruik. Zij heeft tijdens het hierop volgende informatieve gesprek verklaard dat het seksueel misbruik was begonnen toen zij in groep 3 zat en zij ongeveer zes jaren oud was en dat het stopte toen zij ongeveer dertien was, op het moment dat zij een vriendje kreeg.2
Op 29 maart 2011 heeft aangeefster daadwerkelijk aangifte gedaan van seksueel misbruik door verdachte. Zij heeft verklaard dat zij langere tijd door verdachte is misbruikt en dat dit wekelijks gebeurde. De eerste keer dat zij zich kan herinneren dat dit gebeurde was met Sinterklaas op 5 of 6 december 1997 bij haar thuis in de woning aan de [adres woning]. Zij heeft verklaard dat zij zich dit nog zo goed kon herinneren, omdat zij toen een pyjama van zeemeermin Ariel had gekregen die zij erg mooi vond. Haar broer had een spel voor de computer gekregen en verdachte heeft dat spel toen boven op zolder op de computer geïnstalleerd. Zij is toen ook mee naar boven gegaan. Op het moment dat verdachte klaar was met het installeren van het computerspel is zij bij verdachte op schoot gaan zitten. Verdachte ging toen met zijn hand in haar onderbroek en wreef vervolgens zowel over haar clitoris als haar vagina. Ook ging hij met zijn hand onder haar nachthemd en zat hij op de plek waar haar borsten nog moesten groeien. Op het moment dat haar vader naar boven kwam lopen, hield verdachte er mee op. Aangeefster is toen met haar poppenhuisje gaan spelen. Later op de avond heeft verdachte aan aangeefster gevraagd of zij zichzelf wilde bevredigen. Hij had op de zolder een stoel uitgeklapt en daar moest zij op gaan liggen. Zij wist niet precies wat verdachte wilde dat zij ging doen, maar zij kan zich herinneren dat verdachte in het algemeen tegen haar zei wat zij moest doen. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte eigenlijk vanaf het begin heeft gezegd dat het een spelletje tussen hen beiden was en dat het heel spannend was en dat zij dit tegen niemand mocht vertellen.3
Over de periode 1998 tot december 2001 heeft aangeefster verklaard niet veel specifieke herinneringen meer te hebben van het seksueel misbruik. In ieder geval kan zij zich over deze periode herinneren dat verdachte in die periode vaker heeft gevraagd of zij zichzelf wilde bevredigen. Zij moest zichzelf dan vingeren en dingen naar binnen brengen, zoals kneedgum, pennen en dergelijke. Op latere leeftijd moest zij ook dildo's bij zichzelf inbrengen. In 1998 is dit ook een paar keer bij haar thuis gebeurd, later gebeurde het in de kelder van de woning van verdachte aan de [adres] en bij verdachte thuis. Voorts heeft aangeefster verklaard dat verdachte speeltjes voor haar kocht die zij moest gebruiken bij het bevredigen van zichzelf. Aangeefster heeft verklaard dat zij dit verschrikkelijk vond. Zij heeft verklaard vaak te hebben geweigerd, maar onder dwang deed zij het soms wel. Verdachte heeft tegen haar gezegd dat, als zij het niet zou doen, hij het tegen al haar vriendjes en vriendinnetjes zou gaan zeggen. In die periode heeft verdachte ook foto's van aangeefster gemaakt, soms met haar kleren aan en soms met haar kleren uit. Zij moest bijvoorbeeld wel eens met haar hand in haar onderbroekje gaan staan en dan nam hij een foto. Ook heeft hij haar wel eens vastgebonden. Dit gebeurde allemaal in de kelder aan de [adres].4
Aangeefster heeft tevens verklaard dat verdachte haar ook wel eens vroeg of zij zichzelf wilde bevredigen als zij bij hem in de auto op de achterbank zat. Dit gebeurde alleen als zij samen met verdachte naar haar overgrootouders was geweest. Verdachte draaide dan de binnenspiegel van de auto op een manier dat hij kon zien wat zij deed. Ook heeft verdachte haar in deze periode meerdere keren gevraagd of zij hem wilde aftrekken. Hij vroeg soms ook of zij een dildo in zijn anus wilde stoppen. Dat heeft aangeefster één keer gedaan. Zij vond dat echt heel erg om te doen. Aangeefster heeft ten slotte over deze periode verklaard dat verdachte ook een zwart apparaatje had met knopjes. Aan het apparaatje zaten een soort plakkers die op de tepels moesten worden gezet. Als het apparaat werd aangezet kwamen er stroomschokken uit. Verdachte plakte de plakkers zelf op zijn tepels en aangeefster moest dan met de knopjes het volume regelen. Verdachte deed dat ook wel eens bij haar. Zij vond dat echt vreselijk. Soms deed zij het draadje los zonder dat verdachte dat zag. Het lampje bleef dan branden. Het gebruik van dit apparaat begon ongeveer in de periode 2000-2001.5
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte het in die periode langzaam opbouwde. Eerst was het kneedgum, daarna 1 pen en later 2 pennen; tot de eerste kleine dildo. Die was roze en daar zat een kastje aan waardoor je die kon regelen. De tweede dildo was een rode met een draaiknop en de derde was wit. Er was ook nog een goudkleurige dildo met een draaiknop. Dit was in de periode van 2001 tot ongeveer 2006. Zij werd dan ook in de kelder vastgebonden. Verdachte bracht de dildo's in haar vagina en hij deed die dan aan en dan begonnen ze te trillen. Hij deed dit totdat aangeefster op een hoogtepunt kwam, tenzij hij moest stoppen omdat ze weg moesten. Aangeefster heeft verklaard dat zij toen 8 á 9 jaar, of iets ouder was. Hij hield de dildo's ook tegen haar clitoris aan. Aangeefster werd ook wel gedwongen om de dildo's zelf in te brengen. Verdachte keek dan toe. Verdachte deed vaak dingen bij haar. Hij dwong haar in de kelder om pornoblaadjes te lezen. Zij deed dat dan, omdat zij bang voor hem was. In de woning van verdachte moest zij ook pornofilmpjes bekijken. Verdachte had altijd een heel mooi verhaal. Verdachte heeft tegen aangeefster gezegd dat niemand haar zou geloven als zij het aan iemand zou vertellen. Iedere keer gebruikte verdachte iets anders om mee te dreigen, aldus aangeefster.6
Aangeefster heeft verklaard dat zij vervolgens weer duidelijke herinneringen heeft vanaf december 2001. Zij is toen met haar familie, waaronder verdachte, naar Disney geweest en heeft toen een oranje fleece trui gekregen met daarop een afbeelding van Teigetje. Zij heeft verklaard dit te weten aan de hand van foto's die zij heeft opgezocht. Op een gegeven moment was zij samen met verdachte bij hem thuis en zij had die trui aan. Zij moest al haar kleren van hem uitdoen en verdachte heeft haar gefilmd terwijl zij zichzelf aan het bevredigen was. Dit deed zij met haar vinger. Zij moest net zo lang doorgaan van verdachte totdat zij op een hoogtepunt kwam. Aangeefster denkt dat dit ongeveer drie minuten duurde. Het kaartje uit het fototoestel waar dat filmpje op stond, werd bewaard in een grijs kastje in de computerkamer. Verdachte had tegen haar gezegd dat als hem iets zou overkomen, zij het kaartje kapot moest maken, verbranden of in het water moest gooien. Aangeefster heeft naar dat kaartje gezocht, maar zij heeft het niet meer gevonden.7 Aangeefster heeft verklaard dat zij zich schaamde als zij zichzelf moest vingeren. Zij "blokkeerde" zich dan. Zij was er wel, maar toch ook niet. Aangeefster noemt dat "mindblokking".
Aangeefster heeft verklaard dat zij in die periode verdachte ook moest aftrekken en hem oraal moest bevredigen. Verdachte zei tegen aangeefster wat zij moest doen. Verdachte deed het ook voor en dan moest aangeefster toekijken. Verdachte pakte zijn penis beet en maakte op- en neergaande bewegingen. Als zij hem aftrok dan zei hij bijvoorbeeld dat zij sneller moest bewegen of zijn penis steviger moest vasthouden. Als zij hem oraal bevredigde dan deed zij het soms met haar tanden en dan zei verdachte tegen haar dat zij het anders moest doen, of hij zei dat zij het sneller moest doen en zijn penis dieper in haar mond moest nemen. Dit stopte als hij klaarkwam. Aangeefster heeft verklaard dat er dan sperma uitkwam, wat verdachte met een zakdoekje opving. Als aangeefster het sperma met haar mond opving, moest zij het soms doorslikken en soms uitspugen. Aangeefster heeft verklaard dat zij, als zij verdachte oraal moest bevredigen, een gevoel kreeg wat zij omschrijft als 'walging'. Als zij het sperma moest doorslikken dan kreeg zij braakneigingen. Dit alles gebeurde bij verdachte thuis in de woning aan [adres]. Dit alles is ook hierna gewoon doorgegaan.8
Aangeefster heeft verklaard dat zij nog weet dat op 18 april 2002 de nieuwe cd van K3 uitkwam. Zij had deze cd van verdachte gekregen. Bij deze cd zat een briefje uit naam van Joyce, een naam die volgens aangeefster meermalen door verdachte werd gebruikt. Aangeefster heeft verklaard dat zij niet weet of Joyce ooit echt heeft bestaan. Zij kreeg regelmatig brieven van Joyce. Joyce schreef dan dat aangeefster verdachte oraal moest bevredigen en het kastje van de tepels moest gebruiken. Ook schreef Joyce dat aangeefster de handelingen die zij weigerde gewoon moest doen, omdat het zo lekker was. Aangeefster heeft verklaard dat zij het idee had dat verdachte dit deed om op die manier haar vertrouwen voor hem te winnen. Door de inhoud van deze brieven heeft aangeefster dingen toegestaan die zij eigenlijk niet wilde doen. Zoals bijvoorbeeld dat zwarte kastje voor de tepels. Aangeefster heeft verklaard dat zij steeds vaker, als zij door verdachte werd opgehaald, deed alsof zij buikpijn had, omdat zij niet met hem mee wilde. Zodra haar oma er even niet was, pakte verdachte gelijk zijn kans, aldus aangeefster. Als haar grootmoeder bijvoorbeeld dingen uit het dorp vergeten was te halen, dan zei verdachte dat hij het wel even samen met aangeefster ging halen. Verdachte zei dan dat ze zouden gaan lopen, maar dan gingen ze met de auto. Na tien minuten waren zij dan weer terug en dan hield verdachte twintig minuten over om met aangeefster naar de kelder te gaan.9
Aangeefster heeft voorts verklaard dat zij in 2004 een brief van Joyce kreeg, waarin Joyce aangeefster aanraadde om met verdachte geslachtsgemeenschap te hebben. Aangeefster weet nog dat dit in 2004 was, omdat zij toen twaalf jaren oud was. Zij denkt dat het in mei 2004 is geweest, omdat de film "Mean Girls" net in première was gegaan en zij daar met verdachte heen was gegaan. Na de film is zij met verdachte naar de kelder gegaan. Zij had alleen haar onderkleding uit en moest van verdachte op een barkruk gaan zitten. Verdachte heeft vervolgens op haar ingepraat en gezegd dat Joyce het ook had gedaan. Hij heeft haar toen gevingerd en daarna gepenetreerd. Aangeefster heeft verklaard dat zij nog weet dat het veel pijn deed. Op een gegeven moment is verdachte ermee gestopt omdat het niet goed lukte. Verdachte heeft toen tegen aangeefster gezegd dat zij er niets over mocht zeggen.10 Aangeefster heeft verklaard dat dit daarna nog een aantal keren heeft plaatsgevonden. Zij kan zich herinneren dat zij een keer in de kelder op een houtenplank moest liggen. Zij weet nog dat zij aan de onderkant ontbloot was en dat verdachte haar met haar linkerbeen aan de muur vastbond. Dat deed hij om haar benen meer uit elkaar te krijgen. Verdachte heeft haar vervolgens met zijn handen betast, van boven naar beneden tot aan haar vagina en uiteindelijk gepenetreerd. Aangeefster heeft verklaard dat zij het van deze keer nog goed wist, omdat zij met één been vastgebonden lag. Verdachte heeft haar ook nog een keer in zijn slaapkamer en een keer op de eettafel in zijn woning gepenetreerd.11
Over haar uiteindelijke beslissing om tot aangifte jegens verdachte over te gaan, heeft aangeefster verklaard dat zij het seksueel misbruik niet langer voor zich kon houden, dat zij hierover eerst aan haar broer heeft verteld en dat hij het vervolgens met haar goedkeuring aan hun moeder heeft verteld. Tijdens een hierop volgend gesprek met haar moeder werd het voor aangeefster duidelijk dat haar moeder in het verleden ook misbruikt zou zijn door verdachte. Ook had haar tante, de zuster van haar moeder, reeds in 1997 aangifte gedaan tegen verdachte van seksueel misbruik.12
In haar vervolgaangifte heeft aangeefster verklaard dat zij, toen zij in groep 7 of 8 van de basisschool zat, volgens aangeefster waarschijnlijk in 2003, een keertje samen met verdachte in eerdergenoemde kelder was en dat haar grootmoeder en haar neefje voor de kelderdeur stonden. Aangeefster zat op dat moment naakt op de tuinstoelen die in de kelder stonden en zij mocht van verdachte niets zeggen of bewegen. Haar grootmoeder en haar neefje probeerden de kelderdeur open te maken. Doordat verdachte het draaislot van de kelderdeur aan de binnenkant tegenhield, lukte dat niet en zijn zij weer weggegaan. Verdachte had niet gemerkt dat haar grootmoeder de kelderdeur van buitenaf op slot had gedaan. Toen verdachte dit bemerkte, werd hij erg boos en heeft hij de deur opengebroken. Verdachte heeft het er toen op laten lijken alsof er in de kelder was ingebroken.13
Aangeefster heeft verklaard dat zij in het voorjaar van 2006 al een keer aan haar ex-vriend [ex-vriend] had verteld dat zij door verdachte seksueel misbruikt was. Aangeefster heeft hem toen niet alle details verteld. In die tijd heeft zij een envelop van [ex-vriend] gekregen met diverse folders over hulpverlening. Aangeefster heeft verklaard dat zij daar toen nog niet aan toe was. Het heeft er wel voor gezorgd dat zij de kracht had om toentertijd tegen verdachte in te gaan. Ook heeft zij eerder in de zomer van 2007 hierover aan haar beste vriendin [vriendin A.] verteld. Aan haar heeft aangeefster wel meer details verteld, aldus aangeefster.14
[ex-vriend] heeft verklaard dat hij aangeefster ongeveer sedert zeven jaren kent. Vanaf de tweede brugklas zaten zij bij elkaar in de klas en aan het einde van dat jaar werd aangeefster zijn vriendinnetje. Halverwege het tweede jaar heeft aangeefster tegen hem gezegd dat zij ergens met hem over wilde praten. In zijn herinnering zijn zij toen buiten op een bankje gaan zitten bij school. Tijdens dat gesprek heeft aangeefster aan hem verteld dat zij werd misbruikt door haar grootvader. Zij heeft hem geen details verteld. Aangeefster was op dat moment 14 of 15 jaren oud. [ex-vriend]heeft verklaard dat hij toen voor aangeefster en voor hem zelf psychologische hulp heeft gezocht. Hij kreeg van de psycholoog folders mee ter informatie. Deze heeft hij aan aangeefster gegeven. Aangeefster was nog niet zover dat zij het aan haar ouders durfde te vertellen. Op een gegeven moment heeft hij er bij aangeefster op aangedrongen dat ze haar grootvader moest confronteren met het misbruik en dat het moest stoppen. Nog in datzelfde schooljaar heeft aangeefster hem verteld dat het misbruik was gestopt. Zij heeft hem verteld dat zij het aan haar grootvader had verteld. Aangeefster heeft nooit echt letterlijk tegen hem gezegd waar het misbruik precies uit had bestaan, maar hij begreep wel van aangeefster dat het misbruik heeft bestaan uit "neuken" en dat zij zichzelf voor haar grootvader moest vingeren. Het misbruik vond zowel plaatsvond in haar eigen woning als in de woning van haar grootvader. Ten slotte heeft getuige [ex-vriend]verklaard dat aangeefster het heel moeilijk vond om aan hem over het misbruik te vertellen.15
[Vriendin A.] heeft verklaard dat zij aangeefster ongeveer sedert zeven jaren kent, sinds de eerste klas van het HAVO/VWO, in welk jaar er een vriendschap tussen hen is ontstaan. In 2008 hadden ze samen afgesproken om wat te gaan drinken. [vriendin A.] vertelde tegen aangeefster dat zij in therapie ging, omdat zij vastliep. Aangeefster zei toen tegen haar dat zij ook iets wilde vertellen. Ze zaten bij aangeefster thuis en zijn toen naar buiten gegaan en in een speeltuin gaan zitten. Aangeefster heeft toen aan getuige [vriendin A.] verteld dat zij misbruikt was door haar grootvader [verdachte]. Aangeefster vertelde volgens getuige [vriendin A.] op dat moment verder geen details. Op aanraden van haar eigen therapeut heeft getuige [vriendin A.] er later met aangeefster over gepraat. Aangeefster heeft aan haar verteld dat haar grootvader haar meenam naar de kelder en dat zij als zij de kelder inging een soort 'knop' omdraaide en het liet gebeuren. Aangeefster heeft aan getuige [vriendin A.] verteld dat er in de kelder van alles gebeurde en dat ze een keer de computer van haar grootvader heeft laten crashen omdat er foto's van aangeefster op zouden staan. Ook heeft aangeefster aan getuige [vriendin A.] verteld dat zij op haar negende jaar door haar grootvader ontmaagd was en dat zij bijna een keer in de kelder met haar grootvader betrapt was en dat haar grootvader toen de deur tegenhield. Later zou dit zijn uitgelegd alsof er was ingebroken. Op een gegeven moment heeft aangeefster aan [vriendin A.] verteld dat haar grootvader haar voor het eerst had aangeraakt op de zolder in haar eigen huis in 's-Gravenzande. Aangeefster vertelde dat zij toen een pyjama aan had van Ariel. Haar grootvader was toen met zijn hand in haar broekje gegaan.16
[dochter van verdachte], de dochter van verdachte en de tante van aangeefster, heeft verklaard dat zij in het verleden seksueel misbruikt is door verdachte. Blijkens haar verklaring alsmede een mutatieoverzicht dienaangaande heeft zij in 1997 alsnog geprobeerd daarvan aangifte te doen, maar het feit was toen al verjaard. Zij heeft destijds aan haar moeder, de echtgenote van verdachte, verteld dat verdachte haar seksueel had misbruikt, maar dit werd niet geloofd. Wat betreft het seksueel misbruik kan zij zich niet veel meer herinneren. In ieder geval kan zij zich het volgende een incident herinneren, toen zij veertien was. Verdachte heeft toen tegen haar gezegd dat hij het nodig vond om haar seksuele voorlichting te geven. Zij was alleen thuis met verdachte en hij liet haar toen, wat zij zich nu realiseert, een pornofilm kijken. Dit eindigde ermee dat zij verdachte moest aftrekken. Zij heeft zich daartegen wel verzet, maar nadat verdachte haar had geslagen met een biljartkeu, heeft zij toen maar gedaan wat verdachte wilde dat zij deed. Hij heeft haar uitgelegd wat zij precies moest doen. Zij herinnert zich in flarden dat zij verdachte toen ook oraal heeft moeten bevredigen, maar zij weet dat niet meer honderd procent zeker. Ook heeft zij verklaard over een herinnering die zich afspeelt aan het oude adres aan [adres], waar zij tot haar tiende jaar samen met haar ouders heeft gewoond. Zij herinnert zich iets met de kelder en een werkbank en dat zij daar op is gezet. Zij weet dit echter niet meer gedetailleerd. [dochter verdachte] heeft verklaard dat zij ook weet dat de zuster van haar moeder, genaamd [schoonzuster van verdachte], als jong meisje seksueel misbruikt is door verdachte. Dit heeft [schoonzuster van verdachte] haar in een brief gedateerd 7 januari 1997 verteld.17
[moeder van aangeefster], de moeder van aangeefster, heeft verklaard dat zij van haar zoon heeft gehoord dat aangeefster seksueel door verdachte is misbruikt. Zij heeft verklaard dat zij zelf ook door verdachte seksueel is misbruikt, en dat op het moment dat aangeefster over hetgeen haar was overkomen had verteld, zij dit pas aan haar kinderen heeft verteld. Zij heeft dit niet eerder openbaar gemaakt, omdat zij haar moeder geen verdriet wilde doen. Nadat aangeefster had verteld dat verdachte haar had misbruikt, is zij ook in de openbaarheid getreden. [moeder van aangeefster] heeft over het seksueel misbruik door verdachte verklaard dat zij destijds van verdachte naar pornoboekjes moest kijken. Zij heeft verklaard dat de eerste herinnering die zij aan het seksuele misbruik heeft, start op het moment dat zij op [adres] woonden en dat zij zich vaag kan herinneren dat het de dag van haar Heilige Communie was - zij was toen ongeveer 7 jaar oud - en dat verdachte haar toen heeft aangeraakt op plaatsen waar zij dat niet wilde en dat zij vermoedt dat haar vader haar toen voor het eerst heeft gevingerd. Ook kan zij zich herinneren dat zij naar de [adres] waren verhuisd en dat verdachte haar seksuele voorlichting in de kelder gaf. In die kelder had verdachte een werkbank en zij moest dan op die werkbank gaan zitten. In de [adres] is de penetratie begonnen. Hij deed dat in de kelder of in het ouderlijk bed als haar moeder niet thuis was. Verdachte zei altijd als hij haar penetreerde dat zij op die manier het huwelijk goed maakte, want haar moeder had altijd last van haar buik en kon geen seks hebben. Ook had verdachte tegen haar gezegd dat als zij het niet zou doen, hij het wel met haar kleine zusje moest doen. Zij heeft verklaard dat zij zich toen heeft opgeofferd, omdat zij haar kleine zusje wilde beschermen. [moeder van aangeefster] heeft verklaard dat er eerst een potlood in haar vagina werd ingebracht, omdat verdachte tegen haar had gezegd dat het dan niet zo veel pijn zou doen. Later drong verdachte ook met zijn vingers haar vagina binnen. Zij moest verdachte ook oraal bevredigen. Het misbruik stopte toen zij het ouderlijk huis verliet.18
[schoonzuster van verdachte], de schoonzuster van verdachte, heeft verklaard dat zij in het verleden seksueel misbruikt is door verdachte. Zij heeft aan de politie verklaard mee te willen werken aan het politieonderzoek in deze strafzaak tegen verdachte, om aangeefster te ondersteunen in haar aangifte. In 1997 heeft zij al aan familie kenbaar gemaakt dat zij seksueel was misbruikt door verdachte, maar bijna niemand wilde haar toen geloven. [schoonzuster van verdachte] heeft verklaard dat zij zich veel van de voorvallen van het misbruik niet meer kan herinneren. Zij heeft dit ergens een 'plekje' kunnen geven nadat zij hiervoor jaren lang in therapie is geweest. [schoonzuster van verdachte] heeft verklaard dat zij zich nog een voorval kan herinneren wat heeft plaatsgevonden toen zij twaalf of dertien jaren oud was. Zij moest toen op de piano in de woning van een tante van haar gaan zitten en zij moest verdachte pijpen. Zij heeft verklaard dat zij zich ook nog de allereerste keer kan herinneren dat verdachte haar misbruikte. Verdachte bracht toen een potlood in haar vagina naar binnen. [schoonzuster van verdachte] heeft verklaard dat verdachte haar altijd bedreigde als hij haar misbruikte. Hij zei dan onder andere dat als zij iets zou zeggen, hij haar moeder - dus verdachtes schoonmoeder - iets zou aandoen, of dat hij haar dan zou vermoorden.19
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de ten laste gelegde periode inderdaad seksuele handelingen heeft verricht bij aangeefster en dat er tussen hen "dingen" in de kelder [adres] in Den Haag zijn gebeurd. Verdachte heeft verklaard dat hij geen agenda heeft bijgehouden van wanneer hij welke seksuele handelingen precies bij aangeefster heeft verricht.20 Tijdens een telefoongesprek met de politie op 27 april 2011 heeft verdachte tegen de betreffende agent gezegd dat "hij zijn verantwoording wilde nemen voor hetgeen hij had gedaan en dat het was begonnen toen zij acht jaren oud was tot haar vijftiende jaar".21 Ter terechtzitting heeft verdachte met betrekking tot dat telefoongesprek verklaard dat hij op dat moment belde met de politie om kenbaar te maken dat hij zich schuldig had gemaakt aan incestdaden met zijn kleindochter, aangeefster.22 Verdachte heeft verder in zijn verklaringen bij de politie gezegd dat "hij met zijn daden natuurlijk een paar slachtoffers heeft gemaakt".23 Ook heeft verdachte bij de politie verklaard dat "hij in 2004, toen aangeefster ongeveer dertien jaren oud was, gestopt is met het hebben van seks met haar".24 Voor het overige heeft verdachte ter terechtzitting niet willen verklaren en volstaan met een verwijzing naar het pleidooi van zijn raadsvrouw. Desgevraagd heeft verdachte ter toelichting hierop verklaard uit schaamte niet te kunnen verklaren, mede gezien de aanwezigheid van enkele direct betrokkenen, waaronder aangeefster, in de zittingszaal.
Conclusies van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat aangeefster bij de politie zeer gedetailleerd, consistent en consequent heeft verklaard over de verweten seksuele handelingen zoals deze door verdachte zouden zijn verricht. Hierbij weet zij zich specifieke details, zowel naar tijd, plaats en handeling te herinneren. Verdachte heeft onderdelen van deze verklaringen zowel wat betreft de verweten seksuele handelingen, de periode en de verschillende pleegplaatsen, bevestigd. Voorts vinden de verklaringen van aangeefster over de verweten seksuele handelingen door verdachte ondersteuning in het gegeven dat meerdere directe familieleden van verdachte, zoals hierboven weergegeven, hebben verklaard in het verleden door verdachte te zijn seksueel misbruikt, op een zelfde wijze zowel wat betreft de aanvang van het misbruik als de soort handelingen welke verdachte bij hen zou hebben verricht, welke beschuldigingen verdachte niet heeft ontkend, hetgeen de overtuiging van de rechtbank versterkt. Ten slotte vinden de verklaringen van aangeefster over de verweten seksuele handelingen ondersteuning in het feit dat aangeefster in een eerder stadium, onafhankelijk van de verklaringen van andere gestelde slachtoffers van verdachte, aan een vriendin en haar vriendje heeft verteld over de verweten seksuele handelingen en dat hetgeen zij destijds aan hen heeft verteld, zoals hierboven weergegeven, overeenkomt met hetgeen zij uiteindelijk in haar aangifte bij de politie heeft verklaard.
Gelet op het vorenstaande, in onderlinge samenhang bezien, ziet de rechtbank geen reden om aan de verklaring van aangeefster op onderdelen te twijfelen, acht zij deze integraal geloofwaardig en zal zij deze dan ook in het geheel tot het bewijs bezigen.
Op grond hiervan acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich van 5 december 1997 tot en met 26 augustus 2003 schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van aangeefster, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, zoals onder feit 1 ten laste is gelegd. Hierbij merkt de rechtbank op dat zij verdachte van het in dat feit onder 11 opgenomen onderdeel, te weten het opsluiten van aangeefster in de kelder en het aan de muur vastbinden van aangeefster, zal vrijspreken, nu dat als een op zichzelf staand onderdeel is opgenomen en feitelijk geen seksuele handeling betreft.
Voorts acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich van [geboortedatum] 2003 tot en met 31 december 2004 schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van aangeefster, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, zoals onder feit 2 ten laste is gelegd. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de onder feit 2 opgenomen onderdelen in de tenlastelegging waarin is opgenomen dat hij in die periode films en/of foto's van aangeefster zou hebben gemaakt terwijl zij zich gedwongen aan het vingeren was, dat hij aangeefster een dildo in zijn anus heeft laten brengen en de verweten handelingen ter zake van de tepelklemmen, aangezien dit wat betreft die tijdsperiode niet specifiek uit de verklaring van aangeefster en/of verdachte blijkt. Voorts zal de rechtbank verdachte partieel vrijspreken van de onder feit 2 opgenomen periode, te weten vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006, nu uit de verklaring van aangeefster onvoldoende blijkt dat de verweten seksuele handelingen ook nog na 2004 hebben plaatsgevonden en verdachte zelf heeft verklaard dat hij in 2004, toen aangeefster ongeveer dertien jaren oud was, is gestopt met het hebben van seks met haar.
De rechtbank verklaart bewezen dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 5 december 1997 tot en met 26 augustus 2003 te 's-Gravenzande en/of 's-Gravenhage met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum] 1991), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- de borsten van die [slachtoffer] betast en
- zijn vinger in de vagina/tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vingeren van zichzelf en hiervan films en foto's gemaakt en
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vaginaal naar binnen brengen van verschillende voorwerpen (een pen en een dildo en/of een vibrator) en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en
- die [slachtoffer] een dildo in zijn, verdachtes, anus laten brengen/duwen en;
- die [slachtoffer] tepelklemmen met stroom erop laten dragen en die [slachtoffer] vervolgens stroomstoten gegeven en
- die [slachtoffer] de bediening van een stroomapparaat met tepelklemmen die hij, verdachte, op zijn tepels had aangesloten, gegeven en die [slachtoffer] hem stroomstoten laten geven en
- een dildo en/of vibrator in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en zich laten pijpen door die [slachtoffer];
2.
hij op tijdstippen in de periode van [geboortedatum] 2003 tot en met 31 december 2004 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum] 1991) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- de borsten van die [slachtoffer] betast en
- zijn vinger in de vagina/tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vingeren van zichzelf en
- die [slachtoffer] gedwongen tot het vaginaal naar binnen brengen van verschillende voorwerpen (een dildo en/of een vibrator) en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en
- een dildo en/of vibrator in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en zich laten pijpen door die [slachtoffer] en
- die [slachtoffer] opgesloten in de kelder en aan de muur vastgebonden en vervolgens zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht.
4. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
5. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht verdachte maximaal een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van vier jaren, opdat conform de adviezen van de reclassering, de psycholoog en de psychiater een voorwaardelijk strafdeel kan worden opgelegd, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en het volgen van een behandeling bij De Waag.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Hierbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende een periode van 7 jaren veelvuldig vergaande seksuele handelingen verricht met zijn kleindochter. Zo heeft hij onder meer het slachtoffer gepenetreerd, soms nadat hij daartoe eerst haar been aan een muur had vastgebonden, heeft hij bij het slachtoffer vaginaal elektrische hulpmiddelen ingebracht, haar tepelklemmen met daarop stroom gesteld laten dragen en haar gedwongen zichzelf te vingeren terwijl hij toekeek. Op het moment dat deze handelingen begonnen, was het slachtoffer pas zes jaren oud. Verdachte heeft door zijn handelen misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zijn minderjarige kleindochter in hem als grootvader had gesteld. Door zijn handelwijze heeft hij telkens de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ernstig geschonden en een onveilig gevoel bij haar teweeggebracht. Verdachte heeft zich hierbij enkel laten leiden door zijn eigen lustgevoelens en geen rekening gehouden met de gevoelens van zijn nog heel jonge kleindochter. Het is een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik van jonge minderjarigen bij hen tot ernstige psychische schade kan leiden. Dat heeft niet alleen te maken met geschonden vertrouwen ten opzichte van volwassenen, maar ook met een verstoring van de eigen seksuele ontwikkeling. Uit de verklaringen van het slachtoffer ter terechtzitting blijkt ook dat zij erg heeft geleden onder het seksueel misbruik door verdachte, dat verdachte haar veel verdriet heeft gedaan door zijn handelen en dat zij lijdt aan psychische problemen door het gebeurde. In dat kader betreurt de rechtbank de houding van verdachte ter terechtzitting in hoge mate, doordat hij geen openheid van zaken heeft willen geven en op nagenoeg alle vragen van de rechtbank telkenmale heeft verwezen naar zijn advocaat.
De rechtbank heeft tevens kennis genomen van de Pro Justitia rapportages van 9 november 2011, opgemaakt en ondertekend door B.J.H. van der Hoeven, psychiater, respectievelijk R.A.R. Bullens, klinisch psycholoog. Blijkens deze rapporten was er bij verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten geen sprake van een ziekelijke stoornis of van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. Wel zijn er borderline-, narcistische- en theatrale persoonlijkheidstrekken bij verdachte aanwezig, maar dit kan niet worden aangemerkt als een persoonlijkheidsstoornis. Verdachte moet naar het oordeel van beide rapporteurs ten allen tijde hebben kunnen weten/beseft dat zijn gedrag niet toelaatbaar was, mede gezien het feit dat verdachte de ten laste gelegde feiten altijd in het geheim heeft gepleegd. De rapporteurs concluderen dan ook ieder afzonderlijk dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde volledig toerekeningsvatbaar was. Door de rapporteurs wordt geadviseerd verdachte reclasseringstoezicht op te leggen, alsmede (het voortzetten van de reeds ingezette) behandeling bij De Waag. Dit advies wordt door de reclassering onderschreven in het reclasseringsrapport van 15 november 2011.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen ten aanzien van de mate van toerekeningsvatbaarheid uit voornoemde rapporten over.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 21 juni 2011, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest voor strafbare feiten.
Gelet op de aard en de ernst van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank hierop niet met een andere strafmodaliteit worden gereageerd dan met een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur.
7. De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 17.260,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich ter zake van de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 17.559,26.
De vordering is namens verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de bewezen verklaarde feiten.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 17.559,26.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, nu vast is komen te staan dat de schade is aangevangen vanaf het moment dat het misbruik is begonnen, te weten 5 december 1997.
Dit brengt mee, dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht en verdachte voor die feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 17.559,26, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 december 1997 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [slachtoffer].
8. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 24c, 36f, 57, 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) JAREN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer], [adres], een bedrag van € 17.559,26, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 december 1997 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 17.559,26, ten behoeve van [slachtoffer];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 124 dagen;
bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.Th. de Boer, voorzitter,
mr. E.J. van As en mr. M.C. Bruining, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A. Keuter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 december 2011.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit de pagina's van het doorgenummerde proces-verbaal met het nummer PL15j2 2011054282, van de regiopolitie Haaglanden, met bijlagen, p. 1-246.
2 Verslag informatief gesprek zeden, p. 31-32.
3 Proces-verbaal van aangifte, p. 39-40.
4 Proces-verbaal van aangifte, p. 40-41.
5 Proces-verbaal van aangifte, p. 41.
6 Proces-verbaal van aangifte, p. 41-42.
7 Proces-verbaal van aangifte, p. 43.
8 Proces-verbaal van aangifte, p. 43-44.
9 Proces-verbaal van aangifte, p. 44-45.
10 Proces-verbaal van aangifte, p. 45-46.
11 Proces-verbaal van aangifte, p. 46-48.
12 Proces-verbaal van aangifte, p. 48-49.
13 Proces-verbaal van aangifte, p. 50-51.
14 Proces-verbaal van aangifte, p. 55.
15 Proces-verbaal van verhoor getuige [ex-vriend slachtoffer], 204-207.
16 Proces-verbaal van verhoor getuige [vriendin slachtoffer], p. 209-211.
17 PV van verhoor getuige [dochter verdachte], p. 87-97; Mutatieformulier van de politie Haaglanden, p. 230-231; Brief van [schoonzuster verdachte] aan [moeder slachtoffer], p. 167.
18 Proces-verbaal van verhoor getuige [moeder slachtoffer], p. 109-117.
19 Proces-verbaal van bevindingen, p. 126-127.
20 Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 november 2011.
21 Proces-verbaal van bevindingen, p. 84.
22 Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 november 2011.
23 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 139.
24 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 147.