ECLI:NL:RBSGR:2011:BU7731
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van vreemdeling en schending inlichtingenplicht door verweerder
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 27 oktober 2011 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die op 9 februari 2011 in bewaring was gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000. Eiser heeft op 30 september 2011 beroep ingesteld tegen het voortduren van de vrijheidsontneming en heeft daarbij opheffing van de maatregel en schadevergoeding gevorderd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, de minister voor Immigratie en Asiel, niet adequaat heeft gereageerd op herhaalde verzoeken om inlichtingen over de voortgang van de verwijdering van eiser. Ondanks meerdere verzoeken van de rechtbank om informatie, heeft verweerder geen rapportage over de situatie van eiser verstrekt, wat de rechtbank belemmerde in haar beoordeling van de rechtmatigheid van de bewaring.
De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte geen gevolg heeft gegeven aan de verzoeken om inlichtingen, waardoor de rechtmatigheid van de bewaring niet adequaat kon worden beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de bewaring onrechtmatig was vanaf de datum van indiening van het beroep op 30 september 2011 tot aan de opheffing van de maatregel op 1 oktober 2011. Eiser werd een schadevergoeding van € 80,-- toegekend, en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,--. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J. Dondorp, rechter, in aanwezigheid van H.C. Hagen, griffier, en is bekendgemaakt op dezelfde datum.