Feiten
- De man en de vrouw zijn met elkaar gehuwd op [datum huwelijk] 2004 te [plaats huwelijk] (Verenigde Staten van Amerika), zonder dat zij huwelijkse voorwaarden zijn overeengekomen. Bij gelegenheid van de huwelijkssluiting hebben zij over en weer elkaars geslachtsnaam aangenomen.
- Uit dit huwelijk is het volgende thans nog minderjarige kind geboren:
- [de minderjarige A], geboren op [geboortedatum minderjarige A] 2005 te [geboorteplaats minderjarige A] (Verenigde Staten van Amerika); zij heeft de Nederlandse en de Amerikaanse nationaliteit. De man heeft de Amerikaanse nationaliteit. De vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit.
- Voorafgaand aan dit huwelijk had de vrouw een affectieve relatie met de heer [partner van de vrouw]. Uit deze relatie is op [geboortedatum minderjarige B] 2002 geboren [de minderjarige B], die door de heer [partner van de vrouw] is erkend.
- Op [datum A] 2007 is de vrouw met [de minderjarige B] en [de minderjarige A] naar Nederland gereisd.
- De vrouw heeft op 25 juli 2007 buiten medeweten van de man bij de rechtbank Rotterdam een echtscheidingsprocedure aanhangig gemaakt.
- De vrouw heeft op 14 augustus 2007 aan de man medegedeeld dat zij van hem wenste te scheiden en dat zij niet van plan was met [de minderjarige B] en [de minderjarige A] naar [woonplaats A] terug te keren.
- De man heeft op 15 augustus 2007 op de voet van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 een verzoek tot teruggeleiding van [de minderjarige A] naar Amerika ingediend bij de Nederlandse Centrale Autoriteit.
- In het kader van de teruggeleidingsprocedure hebben mediationgesprekken plaatsgevonden tussen de man en de vrouw bij mevrouw drs. M. Holleman, orthopeda- goog en mediator NMI, welke hebben geleid tot een minnelijke regeling die is neergelegd in het kinderconvenant d.d. 19 september 2007. Dit kinderconvenant bevat onder meer de volgende bepalingen:
"(...)
Artikel 2. De zorgregeling
2.1 [de minderjarige A] zal afwisselend drie maanden bij haar vader wonen, thans in [woonplaats A], en aansluitend drie maanden bij haar moeder, thans in Nederland woonachtig, daarna weer drie maanden bij haar vader, dan weer drie maanden bij baar moeder etc.
2.2 Contact tussen de ouder, waar [de minderjarige A] op dat moment niet verblijft, en [de minderjarige A] zal plaatsvinden middels gebruikelijke communicatiemiddelen zoals telefoon (skype), MSN, installeren van een webcam door beide ouders, enz. (...)
2.3 De in artikel 2.1 genoemde regeling zal op korte termijn ingaan op een nader door partijen vast te stellen datum en zal duren tot [de minderjarige A] leerplichtig is, derhalve tot zij de leeftijd van 5 jaar heeft bereikt op [geboortedatum minderjarige A] 2010. (...)
2.5 Partijen zullen in januari 2010 in overleg bezien waar [de minderjarige A] school zal bezoeken. Komen zij daar in onderling overleg of door tussenkomst van een mediator niet uit, komen zij nu reeds voor alsdan de navolgende regeling overeen. [de minderjarige A] zal alsdan de internationale school bezoeken, het ene schooljaar bij de vader (thans in [woonplaats A] / USA), het andere schooljaar bij de moeder (thans in [woonplaats C] / Nederland). Zodoende is gewaarborgd dat de jaarlijkse wisseling van school van [de minderjarige A] geen onderbreking van haar schoolsysteem betekent.
2.6 Gedurende het schooljaar zal [de minderjarige A] bij de andere ouder verblijven in reguliere schoolvakanties. De zomer- en de kerstvakanties worden gedeeld. [de minderjarige A] verblijft de helft van de vakantietijd bij haar vader en de helft van de vakantietijd bij haar moeder (...)
2.7 Partijen beogen met bovenstaande regeling beide ouders een groot aandeel te hebben in de verzorging en opvoeding van hun dochter, in die zin dat zij kan opgroeien in de aanwezigheid van zowel haar vader als haar moeder, ondanks het feit dat haar ouders niet in hetzelfde land wonen. Partijen achten dit uitdrukkelijk in het belang van hun dochter. (...)
2.9 De aan de voormelde regeling verbonden kosten, te weten de vliegtickets van [de minderjarige A] en begeleider, zomede de noodzakelijke reis- en verblijfskosten, zullen door de vader worden betaald indien en zo lang zijn inkomen daarvoor ruimte biedt. Zodra de moeder in de gelegenheid is aan die kosten haar steentje bij te dragen, zal zij dit aan de man melden en zullen partijen in onderling overleg hernieuwde afspraken maken over de kosten verbonden aan de uitvoering van de zorgregeling. (...)
- Artikel 8. Kinderalimentatie
8.1 Partijen zullen de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige A] nog nader regelen tezamen met de overige gevolgen van de scheiding, bij voorkeur door tussenkomst van de mediator. (...)"
- In de door de vrouw op 25 juli 2007 bij de rechtbank Rotterdam aanhangig gemaakte echtscheidingsprocedure is op [datum echtscheidingsbeschikking] 2007 de echtscheiding tussen de man en de vrouw is uitgesproken. De echtscheiding is op [datum inschrijving echtscheiding] 2008 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Deze inschrijving is vervolgens op last van deze rechtbank op [datum doorhaling inschrijving] 2009 doorgehaald. De reden daarvoor was dat de echtscheidingsbeschikking niet conform de vereisten van artikel 55 Rv was betekend, zodat geen sprake was van een rechtsgeldige betekening aan de man. Derhalve was de echtscheidingsbeschikking niet in kracht van gewijsde gegaan en was deze ten onrechte ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
- De vrouw heeft haar relatie met de heer [partner van de vrouw] in 2009 weer opgepakt. Zij woont in [woonplaats B] samen met hem en hun zoon [de minderjarige B]. Op 12 november 2009 is uit de hernieuwde relatie geboren [de minderjarige C], roepnaam [de minderjarige C], die door de heer [partner van de vrouw] is erkend. De man heeft een verzoekschrift tot ontkenning van het vaderschap van [de minderjarige C] ingediend bij de rechtbank Arnhem. De vrouw is thans in verwachting van haar vierde kind. De man is van plan ook met betrekking tot dit kind een verzoekschrift tot ontkenning van het vaderschap in te dienen.
- De man is nog steeds woonachtig in [woonplaats A].
- [de minderjarige A] heeft van januari tot en met maart 2008 bij de man gewoond. Van april tot en met juni 2008 heeft zij bij de vrouw gewoond. Van juli tot en met september 2008 heeft zij bij de man gewoond en van september tot en met december 2008 heeft zij bij de vrouw gewoond. De man heeft [de minderjarige A] op 5 januari 2009 uit Nederland opgehaald en sindsdien woont zij bij hem in [woonplaats A]. Vanaf september 2010 gaat [de minderjarige A] daar naar school.