ECLI:NL:RBSGR:2011:BU4455
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- W.M.P.M. Weerdesteijn
- S.R. Jonkergouw
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot BMA-advies
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die zich in een vreemdelingenrechtelijke procedure bevond. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel, waarin werd gesteld dat artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 niet op haar van toepassing was. Dit besluit was gebaseerd op een advies van het Bureau Medische Advisering (BMA), waarin werd gesteld dat verzoekster in staat was te reizen en dat er geen medische noodsituatie bij terugkeer in het land van herkomst zou ontstaan.
Verzoekster voerde aan dat het BMA-advies niet tijdig was overgelegd, waardoor zij niet in staat was om adequaat te reageren. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder in strijd had gehandeld met de Algemene wet bestuursrecht door het nadere BMA-advies niet tijdig in het geding te brengen. Hierdoor was verzoekster in haar procesbelang geschaad, omdat zij niet de gelegenheid had gekregen om het advies voor te leggen aan haar behandelaars en een tegenadvies te verkrijgen.
De voorzieningenrechter besloot het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen, omdat er twijfel bestond over de medische situatie van verzoekster en de ernst van haar klachten. De rechtbank bepaalde dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht moest vergoeden en veroordeelde verweerder in de proceskosten van verzoekster, die op € 874 werden vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige informatieverstrekking in bestuursrechtelijke procedures, vooral in zaken die de gezondheid en het welzijn van betrokkenen aangaan.