ECLI:NL:RBSGR:2011:BU3288
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toezegging tot betaling van de koopprijs van een woning en de toelaatbaarheid van onrechtmatig verkregen bewijs
In deze vrijwaringszaak stond de toezegging van de gedaagde aan de eiseres centraal, waarbij de gedaagde beloofde de koopprijs van een woning te voldoen. De eiseres had op 6 september 2008 een koopovereenkomst getekend, maar de verkopers hadden deze ontbonden omdat de eiseres de waarborgsom niet had voldaan. De eiseres stelde dat de gedaagde haar had beloofd de koopprijs te betalen, en voerde als bewijs transcripties van telefoongesprekken aan. De gedaagde betwistte de toezegging en voerde aan dat het bewijs onrechtmatig was verkregen.
De rechtbank oordeelde dat de eiseres geslaagd was in het leveren van bewijs dat de gedaagde de toezegging had gedaan. De rechtbank weegt de belangen van waarheidsvinding tegen de belangen van de gedaagde om onrechtmatig verkregen bewijs buiten beschouwing te laten. De rechtbank concludeerde dat de gesprekken niet van zodanig intieme aard waren dat openbaarmaking een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gedaagde zou opleveren. De rechtbank oordeelde dat de eiseres geen andere middelen had om het vereiste bewijs te leveren, en dat het belang van waarheidsvinding zwaarder woog dan de belangen van de gedaagde.
Uiteindelijk werd de vordering van de eiseres toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld om aan de eiseres € 44.000,- te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.H.I.J. Hage op 3 augustus 2011.