2.1 [X], thans 44 jaar, is sinds 1 december 2005 bij GPO-WN in dienst, aanvankelijk als onderwijsassistent en PR medewerker en laatstelijk in de functie van leraar tegen een salaris van € 3.553,60 bruto per maand (exclusief vakantietoeslag). Het afgelopen schooljaar was [X] als leraar van groep 4 werkzaam bij de Gereformeerde Basisschool Dr. K. Schilder te Oegstgeest. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de CAO Primair Onderwijs (CAO-PO).
2.2 GPO-WN is een vereniging met diverse gereformeerde basisscholen in de wijde regio, waaronder de Dr. K. Schilder school te Oegstgeest. Krachtens haar statuten heeft GPO-WN tot doel het geven van gereformeerd onderwijs overeenkomstig de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God. Daarbij onderschrijft zij geheel en onvoorwaardelijk de Drie Formulieren van Eenheid, zoals deze geleerd worden in de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt). Krachtens de statuten moet elk personeelslid belijdend lid zijn van één van de Christelijk Gereformeerde Kerken. [X] heeft een akte van benoeming ondertekend waarin hij instemt met de grondslag van de vereniging.
2.3 Bij e-mailbericht d.d. 26 april 2011 heeft [X] GPO-WN ervan op de hoogte gesteld dat hij en zijn echtgenote kort daarvoor definitief uit elkaar waren gegaan en dat hij een affectieve relatie is aangegaan met een man en daarmee is gaan samenwonen. Vanwege de daaruit voortvloeiende turbulente situatie heeft [X] zich ziek gemeld.
2.4 GPO-WN heeft bij e-mailbericht d.d. 2 mei 2011 gereageerd en onder meer aangegeven zo spoedig mogelijk een openhartig gesprek te willen hebben over de vraag of [X], als identiteitsdrager in de klas, zijn werkzaamheden kan voortzetten. [X] heeft positief op dit e-mailbericht gereageerd en een concrete datum op korte termijn voorgesteld. GPO-WN heeft bij e-mailbericht d.d. 4 mei 2011 op dat punt aangegeven eerst het advies van de arbo-arts af te wachten omtrent werkhervatting alvorens het gesprek aan te gaan.
2.5 In overleg met [X] heeft GPO-WN de ouders van de school kort geïnformeerd over de omstandigheid dat er in zijn privésituatie ernstige problemen zijn, die er toe hebben geleid dat [X] niet meer bij zijn gezin is en dat hij zich vanwege de ontstane spanningen heeft ziek gemeld. [X] heeft bij brief d.d. 17 mei 2011 de ouders van de school uitleg gegeven over zijn situatie, waarbij hij onder meer is ingegaan op de (achtergronden van de) breuk met zijn echtgenote, zijn homoseksuele geaardheid en zijn affectieve relatie met een man, waarmee hij is gaan samenwonen.
2.6 Op 18 mei 2011 is [X] door de arbo-arts arbeidsgeschikt verklaard.
2.7 Bij e-mailbericht d.d. 18 mei 2011 heeft GPO-WN een concrete datum voor een bespreking voorgesteld en voorts zijn ter voorbereiding een aantal gespreksonderwerpen genoemd.
2.8 Op 26 mei 2011 heeft het gesprek tussen partijen plaatsgevonden, waarbij [X] werd bijgestaan door zijn (toenmalige) gemachtigde en zijn (nieuwe) partner. Van de zijde van GPO-WN waren aanwezig de algemeen directeur de heer [algemeen directeur], de locatiedirecteur van de school, een personeelsadviseur en een juriste. Over de precieze inhoud van dat gesprek verschillen partijen op onderdelen van mening. Vaststaat dat GPO-WN op enig moment in dat gesprek heeft aangegeven dat zij niet ziet hoe [X] gezien de door hem gemaakte keuzes binnen GPO-WN voor de klas kon staan. Voorts staat vast dat (verkennend) gesproken is over een beëindigingsregeling en dat overeenstemming is bereikt over een schorsing voor de duur van drie maanden.
2.9 Bij brief d.d. 9 juni 2011 heeft GPO-WN de schorsing aan [X] medegedeeld met de volgende bewoordingen:
"Hierbij bevestigen wij u dat wij u met ingang van heden schorsen als ordemaatregel.
Als GPOWN hebben wij de afgelopen periode intensief overlegd over jouw situatie. We betreuren de ontstane situatie enorm. Een afscheid is echter wat ons betreft onvermijdelijk gezien de keuzes die je gemaakt hebt. Hierover zijn wij met elkaar in gesprek. Op dit moment zijn wij nog niet tot overeenstemming gekomen. Inmiddels heeft de bedrijfsarts geconstateerd dat er geen sprake is van medische arbeidsongeschiktheid.
Op grond hiervan heeft de centrale directie besloten u te schorsen op grond van het feit dat het belang van de instelling dit vordert (art. 3: 13 lid d CAO-PO). Deze maatregel betreft een ordemaatregel die maximaal 3 maanden kan duren en zo mogelijk op grond van artikel 3:15 CAO-PO kan worden voortgezet. Tijdens deze periode behoudt u het recht op loondoorbetaling.
Deze schorsing is vooraf besproken met uw gemachtigde, de heer [toenmalige gemachtigde]. Na overleg met de heer [toenmalige gemachtigde] bent u akkoord met de schorsing. (...)".
2.10 Vanaf het moment van de schorsing tot medio september 2011 hebben (de gemachtigden van) partijen onderhandeld over het bereiken van een (financiële) regeling.
2.11 Bij brief d.d. 7 september 2011 heeft GPO-WN de schorsing met een periode van drie maanden verlengd.
2.12 Bij exploit d.d. 28 september 2011 heeft [X] bij wege van voorlopige voorziening onmiddellijke tewerkstelling gevorderd bij de kantonrechter te Leiden. Voorts is door [X] een klacht ingediend bij de Commissie Gelijke Behandeling.
2.13 De behandeling van de vordering tot tewerkstelling heeft gelijktijdig plaatsgevonden met het nadien door GPO-WN ingediende onderhavige verzoek. In verband met de behandeling van het (principiële) geschil tussen partijen in de onderhavige procedure is de gevraagde voorlopige voorziening ten tijde van de mondelinge behandeling ingetrokken.
2.14 Vanaf 29 september 2011 is het geschil tussen partijen uitgebreid via de media (TV, radio, landelijke en regionale kranten) in de openbaarheid gebracht. [X] heeft daarin een actieve rol gespeeld. GPO-WN heeft zich bewust in de media buiten de discussie gehouden.