ECLI:NL:RBSGR:2011:BU1964

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/5564
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgtoeslag en toeslagpartner in recreatiepark

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 13 oktober 2011, staat de vraag centraal of de zorgtoeslag voor het berekeningsjaar 2009 correct is vastgesteld op € 462. Eiseres, die samenwoonde met haar vriend in een chalet op een recreatiepark, betwistte dat haar vriend niet als toeslagpartner werd aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat, ondanks het feit dat eiseres en haar vriend niet op hetzelfde GBA-adres stonden ingeschreven, voldoende bewijs was geleverd dat zij samenwoonden. Dit bewijs bestond uit documenten zoals een gemeenschappelijke bankrekening en een jaaropgaaf van de vriend met het adres van het chalet. De rechtbank concludeerde dat de vriend als toeslagpartner moest worden erkend, en verklaarde het beroep gegrond. De uitspraak op bezwaar werd vernietigd en de Belastingdienst werd opgedragen om een nieuwe berekening van de zorgtoeslag te maken, waarbij de vriend als toeslagpartner werd aangemerkt. De rechtbank wees een proceskostenveroordeling af, omdat er geen kosten waren gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 11/5564
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 13 oktober 2011 van de enkelvoudige kamer ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen
[X], wonende te [Z], eiseres
en
de Belastingdienst/[te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 17 juni 2011 op het bezwaar van eiseres tegen de definitieve berekening van de zorgtoeslag over het berekeningsjaar 2009.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 oktober 2011.
Eiseres is daar in persoon verschenen, bijgestaan door [A] en haar vader [B]. Namens verweerder is verschenen [C].
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- herroept de beschikking zorgtoeslag van 4 maart 2011 met beschikkingsnummer [nummer];
- draagt verweerder op een nieuwe beschikking te nemen, met inachtneming van hetgeen hierna is overwogen;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 41 aan haar vergoedt.
Overwegingen
1. Met dagtekening 8 mei 2009 is aan eiseres voor het berekeningsjaar 2009 een voorschot zorgtoeslag verleend van € 975.
Bij beschikking met dagtekening 4 maart 2011 is de zorgtoeslag voor het jaar 2009 definitief berekend op € 462. Het teveel betaalde voorschot is teruggevorderd.
2. In geschil is of de zorgtoeslag over het berekeningsjaar 2009 terecht op € 462 is vastgesteld. Eiseres stelt zich op het standpunt dat verweerder ten onrechte haar partner niet als toeslagpartner heeft aangemerkt. Zij en [A] (hierna: haar vriend) hebben samen een kind dat is geboren op [datum] 2009. Zij woonden in dat jaar uit nood samen in een chalet op een recreatiepark te Moordrecht, omdat reguliere woonruimte niet beschikbaar was. Inschrijving in de GBA van Moordrecht van adressen op een recreatiepark was niet mogelijk.
3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres voldoende aannemelijk gemaakt dat zij en haar vriend in het jaar 2009 op hetzelfde adres samenwoonden en dat de vriend moet worden aangemerkt als haar toeslagpartner. De daartoe overgelegde stukken (in het bijzonder de gemeenschappelijke bankrekening, waarop betalingen aan het recreatiepark voorkomen, de jaaropgaaf van de vriend met daarop als adres het chalet, de aankoopfactuur van het chalet) en aangedragen argumenten acht de rechtbank voldoende overtuigend. De rechtbank gaat daarmee voorbij aan de omstandigheid dat eiseres en haar partner in dat jaar niet op hetzelfde GBA adres ingeschreven stonden, omdat onweersproken is gesteld dat inschrijving in de GBA van een adres op het recreatiepark niet mogelijk is.
4. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep gegrond verklaard en is de uitspraak op bezwaar vernietigd. Aan verweerder wordt opgedragen om opnieuw een (definitieve) berekening zorgtoeslag 2009 af te geven, waarbij [A] voor het jaar 2009 als toeslagpartner van eiseres wordt aangemerkt.
5. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is gesteld of gebleken dat eiseres kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J. Ebbeling, rechter, in aanwezigheid van
mr. P.C. Stroebel, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2011.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. (Nadere informatie www.raadvanstate.nl)
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.