ECLI:NL:RBSGR:2011:BR4835
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak na schorsing terugkeerbesluit
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 augustus 2011 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Minister voor Immigratie en Asiel. Eiser, die de Surinaamse nationaliteit bezit, had beroep ingesteld tegen het besluit van 19 juli 2011, waarbij de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de openbare behandeling van het beroep op 27 juli 2011 heeft plaatsgevonden, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 4 augustus 2011 hervat.
De rechtbank oordeelt dat de bewaring van eiser niet van meet af aan onrechtmatig is, omdat de uitspraak van de voorzieningenrechter geen terugwerkende kracht heeft. Echter, de rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel van bewaring onrechtmatig moet worden geacht vanaf 10 augustus 2011, omdat de rechtsgevolgen van het terugkeerbesluit door de voorzieningenrechter zijn geschorst. De rechtbank heeft de stellingen van eiser dat de bewaring in strijd is met het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet onderbouwd geacht.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de maatregel van bewaring opgeheven met ingang van 10 augustus 2011. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 874,-, dat aan de griffier van de rechtbank moet worden betaald, aangezien eiser een toevoeging heeft ontvangen op basis van de Wet op de rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 augustus 2011 en de griffier heeft een afschrift verzonden.