ECLI:NL:RBSGR:2011:BR4392
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen het horen van getuigen door rechter-commissaris in Sri Lanka
In deze beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, gedateerd 9 juni 2011, wordt het bezwaarschrift van de verdachte tegen het horen van getuigen door de rechter-commissaris in Sri Lanka behandeld. De verdachte heeft bezwaar gemaakt tegen het feit dat de rechter-commissaris getuigen buiten de aanwezigheid van de raadsman heeft gehoord. De rechtbank oordeelt dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn bezwaar, omdat er geen sprake meer is van een gerechtelijk vooronderzoek. De behandeling ter terechtzitting is reeds begonnen en er zijn regiezittingen gehouden, waarbij beslissingen zijn genomen over het horen van getuigen. Dit betekent dat artikel 208 van het Wetboek van Strafvordering niet meer van toepassing is op verzoeken van de verdachte tot het horen van getuigen.
De rechtbank stelt vast dat de rechter-commissaris de nodige stappen heeft ondernomen om getuigen in Sri Lanka te horen, en dat de verdachte niet aanwezig kan zijn bij deze verhoren. De rechtbank benadrukt dat het uitsluitend aan haar is om te oordelen over de wijze waarop getuigen worden gehoord en dat de raadkamer daar geen rol in speelt. De rechtbank concludeert dat de verdachte niet ontvankelijk moet worden verklaard in zijn bezwaar, ongeacht of er sprake is van een weigering door de rechter-commissaris om getuigen te horen.
De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de raadsman van de verdachte het bezwaar heeft toegelicht. De rechtbank heeft alle relevante stukken en correspondentie van de rechter-commissaris in overweging genomen voordat zij tot haar beslissing kwam. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.