1. Ontstaan en loop van het geschil
1.1. Op 19 september 2004 heeft eiser een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) ingediend. Bij besluit van 22 december 2004 heeft verweerder de aanvraag ingewilligd en eiser een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw 2000, met ingang van
19 september 2004 en geldig tot 19 september 2009.
1.2. Verweerder heeft bij besluit van 14 september 2009 de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, Vw 2000 ingetrokken, met terugwerkende kracht vanaf 19 juni 2006.
1.3. Op 9 oktober 2009 heeft eiser hiertegen beroep ingesteld. Bij brief van 13 november 2009 zijn de gronden van het beroep ingediend.
1.4. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toegezonden. De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan eiser toegezonden en hem in de gelegenheid gesteld om nadere gegevens te verstrekken.
1.5. Op 22 februari 2010 heeft de rechtbank verweerder verzocht om schriftelijk verweer uit te brengen. Bij brief van 12 april 2010 heeft verweerder op dat verzoek gereageerd.
1.6. Bij brief van 16 april 2010 heeft de toenmalige gemachtigde van eiser, mr. B.G. Schoonebeek, advocaat te Groningen, aan de rechtbank bericht dat hijzelf en zijn cliënt niet ter zitting van 27 april 2010 zullen verschijnen en dat de rechtbank wordt verzocht om het beroep af te doen op basis van de voorliggende stukken.
1.7. Bij faxbericht van 22 april 2010, afkomstig van advocatenkantoor Nijholt te Emmen, is bij de rechtbank een in de Franse taal gesteld stuk met opschrift ‘Avis de recherche’ (hierna: het opsporingsbericht) in de zaak van eiser binnengekomen. Naar aanleiding van dit faxbericht is door de griffier op 23 april 2010 telefonisch contact opgenomen met genoemd advocatenkantoor. In dat telefoongesprek heeft mr. H.J.M. Nijholt meegedeeld dat hij de zaak heeft overgenomen van mr. Schoonebeek.
Bij faxbericht van 23 april 2010 heeft mr. Nijholt schriftelijk bevestigd dat hij de zaak van eiser heeft overgenomen. Voorts heeft mr. Nijholt in het faxbericht verzocht om uitstel van de zitting, omdat hij de zaak nog in zijn geheel moet voorbereiden.
De rechtbank heeft het verzoek om uitstel niet gehonoreerd.
1.8. De behandeling van het beroep is aangevangen ter openbare zitting van 27 april 2010. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. Nijholt. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. drs. J.P.M. Wuite.
1.9. Bij de aanvang van de zitting heeft de gemachtigde van eiser verzocht om aanhouding teneinde in de gelegenheid te worden gesteld het origineel van het op 22 april 2010 aan de rechtbank gefaxte opsporingsbericht over te leggen. Het origineel is nog onderweg vanuit Burundi naar Nederland. Dat eiser het origineel nog niet heeft ontvangen is een gevolg van de verstoring van het vliegverkeer door de vulkaanas uit IJsland. Het origineel is van essentieel belang voor eisers zaak, aldus de gemachtigde van eiser.
1.10. De rechtbank heeft daarop, met instemming van verweerder, op de voet van artikel 8:64 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het onderzoek ter zitting geschorst teneinde eiser in de gelegenheid te stellen het origineel van het opsporingsbericht in het geding te brengen.
1.11. Bij op 29 juni 2010 bij de rechtbank ingekomen brief heeft de gemachtigde van eiser de beroepsgronden aangevuld, onder gelijktijdige toezending van een Nederlandse vertaling van het opsporingsbericht.
1.12. Bij faxbericht van 7 juli 2010 heeft verweerder een verklaring van (aan het opsporingsbericht verricht) onderzoek van 2 juli 2010 van het Bureau Documenten van de IND (hierna: Bureau Documenten) ingezonden. In het faxbericht verzoekt verweerder de verklaring van onderzoek met toepassing van artikel 83 Vw 2000 bij de beoordeling van het beroep te betrekken.
1.13. De behandeling van het beroep is voortgezet ter openbare zitting van 8 juli 2010. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. H.R. Nobel.
1.14. Bij de aanvang van de nadere zitting heeft de gemachtigde van eiser verzocht om aanhouding. De gemachtigde van eiser heeft dit verzoek als volgt gemotiveerd.
De verklaring van onderzoek van 2 juli 2010 van Bureau Documenten is te laat in het geding gebracht. Daardoor heeft de gemachtigde van eiser de verklaring van onderzoek pas zojuist, in de hal van de rechtbank, met eiser kunnen bespreken. Bovendien wil eiser contra-expertise laten verrichten. Daartoe wil eiser de Burundese ambassade in Brussel inschakelen, of anders een onafhankelijk onderzoeksbureau.
1.15. De rechtbank heeft daarop, met instemming van verweerder, op de voet van artikel 8:64 Awb, het onderzoek ter zitting geschorst teneinde eiser in de gelegenheid te stellen contra-expertise te laten verrichten.
1.16. De rechtbank heeft partijen op 19 augustus 2010 bericht dat zij de nadere zitting heeft bepaald op 19 oktober 2010.
1.17. Bij faxbericht van 13 oktober 2010 heeft de gemachtigde van eiser verzocht om aanhouding. Als reden van het verzoek is vermeld dat het door eiser benaderde onderzoeksbureau, Makano International te Stadskanaal (hierna: Makano Int.), meer tijd nodig heeft om de contra-expertise af te ronden. Als bijlage bij het verzoek is een schrijven van 13 oktober 2010 van Makano Int. gevoegd, waarin is vermeld dat de contra-expertise op 15 december 2010 zal zijn afgerond.
De rechtbank heeft het verzoek om aanhouding gehonoreerd.
1.18. De rechtbank heeft partijen op 23 december 2010 bericht dat zij de nadere zitting heeft bepaald op 1 februari 2011.
1.19. Bij faxbericht van 21 januari 2011 heeft de gemachtigde van eiser verzocht om aanhouding, omdat Makano Int. de contra-expertise niet tijdig heeft kunnen afronden. Als bijlage bij het verzoek is een schrijven van 18 januari 2011 van Makano Int. gevoegd, waarin is vermeld dat de contra-expertise op 15 februari 2011 zal zijn afgerond.
De rechtbank heeft het verzoek om aanhouding gehonoreerd.
1.20. De rechtbank heeft partijen op 25 januari 2011 bericht dat zij de nadere zitting heeft bepaald op 15 maart 2011.
1.21. Bij op 21 februari 2011 bij de rechtbank ingekomen schrijven heeft de gemachtigde van eiser de door Makano Int. opgestelde contra-expertise ingezonden. Deze contra-expertise is getiteld ‘Partij Deskundigenbericht’. Op pagina 31 ervan, onder ‘15 Ondertekening deskundigenbericht’, is vermeld dat het is opgemaakt op 16 februari 2011 te Stadskanaal. Daaronder is een handtekening geplaatst van [D] . Onder de handtekening is vermeld: “ [D] , Coördinator NL, Gerechtelijk deskundige in opleiding, Promovendus in identiteitsonderzoeking in asielprocedure, Onderzoeker en assistent docent “regionaal identiteitsreconstructie”.” Achter pagina 31 bevindt zich – in een ander lettertype – pagina 32. Op pagina 32, eveneens onder ‘15 Ondertekening deskundigenbericht’, is vermeld dat het is opgemaakt op 15 februari 2011. Onder ‘signature’ is een handtekening geplaatst van [E] . Als bijlage 1 is bij het ‘Partij Deskundigenbericht’ gevoegd het curriculum vitae van [E] en dat van [D] .
1.22. Bij faxbericht van 3 maart 2011 heeft verweerder verzocht om aanhouding, omdat verweerder gebruik wenst te maken van de mogelijkheid een schriftelijke reactie op de contra-expertise te geven, als bedoeld in artikel 83, vijfde lid, Vw 2000. De contra-expertise is voor een weerwoord voorgelegd aan Bureau Documenten, aldus verweerder.
De rechtbank heeft het verzoek om aanhouding gehonoreerd.
1.23. De rechtbank heeft partijen op 8 maart 2011 bericht dat zij de nadere zitting heeft bepaald op 11 mei 2011.
1.24. Bij faxbericht van 28 april 2011 heeft verweerder het weerwoord van 27 april 2011 van Bureau Documenten op de contra-expertise van Makano Int. ingezonden. Bij dit faxbericht heeft verweerder voorts een door [senior documentexpert] , senior documentexpert bij Bureau Documenten, opgesteld memo van eveneens 27 april 2011, met als onderwerp: “Onjuistheden in Curriculum Vitae van dhr. [D] ” ingezonden. In het faxbericht van 28 april 2011 heeft verweerder zijn standpunt nader toegelicht.
1.25. Bij faxbericht van 3 mei 2011 heeft de gemachtigde van eiser verzocht om aanhouding. Als reden van het verzoek is vermeld dat Makano Int. op 26 mei 2011 een reactie klaar heeft op het weerwoord van Bureau Documenten.
De rechtbank heeft het verzoek om aanhouding gehonoreerd.
1.26. De rechtbank heeft partijen op 26 mei 2011 bericht dat zij de nadere zitting heeft bepaald op 28 juni 2011.
1.27. Bij faxbericht van 17 juni 2011 heeft de gemachtigde van eiser de reactie van Makano Int. van 17 juni 2011 op het weerwoord van Bureau Documenten ingezonden.
Op pagina 14 van de reactie is een handtekening geplaatst van [D] . Onder de handtekening is vermeld: “ [D] , MA, Coördinator NL, Expert in linguïstiek en Psychoculturele identiteit van Afrikaanse migranten, Gerechtelijk Deskundige in bewijzen in asielzaken”.
1.28. De behandeling van het beroep is voorgezet ter openbare zitting van 28 juni 2011. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Tegen het einde van de zitting heeft de gemachtigde van eiser de rechtbank in overweging gegeven om de zaak aan te houden en [D] op te roepen om op een nadere zitting te worden gehoord als getuige. De rechtbank heeft, gehoord de gemachtigde van verweerder, meegedeeld dat zij niet zal overgaan tot schorsing van het onderzoek ter zitting omdat zij er vooralsnog van uitgaat dat zij over voldoende informatie beschikt voor de beoordeling van de zaak. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
2. Rechtsoverwegingen