ECLI:NL:RBSGR:2011:BR2034

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-753121-11
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht en bezit van kinderpornografie door verdachte met een minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 18 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een andere man ontucht heeft gepleegd met een 11-jarige jongen. De verdachte is beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de jongen in de mond heeft gepijpt en diens penis heeft gestreeld, terwijl de medeverdachte de jongen vasthield. Dit gebeurde in de woning van de medeverdachte in Katwijk. De verdachte is op 28 februari 2011 aangehouden, waarna tijdens een doorzoeking van zijn woning kinderpornografisch materiaal op cd-roms werd aangetroffen. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de medeverdachte als betrouwbaar beoordeeld, en de verdediging van de verdachte verworpen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en het feit dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had. De rechtbank heeft de op te leggen straf gematigd, maar benadrukt dat het bezit van kinderpornografie en de gepleegde ontucht ernstige misdrijven zijn die zwaar wegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/753121-11
Datum uitspraak: 18 juli 2011
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
adres: [adres]
thans gedetineerd in de P.I. Midden Holland,
Huis van Bewaring De Geniepoort te Alphen aan den Rijn.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 17 mei 2011 en 4 juli 2011.
Ter terechtzitting van 17 mei 2011 is verdachte verschenen, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.J.W. Schuijlenburg, advocaat te Amsterdam.
Ter terechtzitting van 4 juli 2011 is verdachte verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouwe mr. B.A.S.E. Maandag, advocaat te Rotterdam.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L.E. van der Leeuw en van hetgeen door de raadsvrouwe van verdachte en door de verdachte op de terechtzitting van 4 juli 2011 naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
Op de verdachte rust de verdenking dat hij een jongen van 11 jaar oud in aanwezigheid van een volwassen man heeft gepijpt en voorts dat hij kinderpornografisch foto- en videomateriaal voorhanden heeft gehad. Deze verdenking is aan de verdachte ten laste gelegd als hierna vermeld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
1.
hij in omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 31 december 2010 te Katwijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [X], geboren op [geboortedatum] 1999, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het in de mond nemen van de penis van die [X] en/of het strelen van de penis van die [X] en/of het in de aanwezigheid van die [X] op handen en knieen te gaan zitten waarbij zijn medeverdachte diens penis tegen de anus van hem, verdachte heeft geduwd;
art 247 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 28 februari 2011 te Katwijk, in elk geval in Nederland, een gegevensdrager, te weten een CD-rom, bevattende 13, althans een of meer afbeelding(en) en/of 1 filmfragment(en) in bezit heeft gehad terwijl op die afbeelding(en) en/of dat filmfragment (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
(onder meer)
- een afbeelding met een jongen (leeftijd 13 - 16 jaar) met een ontbloot bovenlijf en een man met een ontbloot onderlichaam. De man heeft een erectie, het gezicht van de jongen is vlak bij de penis van de man en de man houdt zijn hand op het hoofd van de jongen
(onder meer [bestand]) en/of
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 12 - 15 jaar). De jongen zit onderuitgezakt met zijn benen wijd op een stoel. De erecte penis van de jongen is duidelijk in beeld. Verder is op de afbeelding nog een been van een andere persoon zichtbaar
(onder meer [bestand]) en/of
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die in bad staat met een oudere jongen. De penissen van de jongens zijn duidelijk te zien. De oudere jongen zeept de jongere jongen in
(onder meer [bestand]) en/of
- een afbeelding van een naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die op een bed ligt en zijn erecte penis in zijn hand heeft
(onder meer [bestand]) en/of
- een afbeelding van een naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die zijn erecte penis in zijn hand heeft
(onder meer [bestand]) en/of
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 10 - 13 jaar) die op zijn rug op een bed ligt. Op de afbeelding is een volwassen man zichtbaar die de penis van de jongen in zijn mond heeft
(onder meer [bestand]) en/of
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die op een bed zit en een deel van zijn penis is zichtbaar
(onder meer [bestand]) en/of
- een afbeelding van twee geheel naakte liggende jongens. Een van jongens heeft de penis van de andere jongen in zijn mond. De ene jongen is ongeveer 10 - 13 jaar oud, de andere jongen is mogelijk iets ouder
(onder meer [bestand]) en/of
- een filmfragment met daarop een naakte man die op zijn rug op een bed ligt. Een geheel naakte jongen (leeftijd 12 - 15 jaar) ligt tussen zijn benen en heeft de penis van die man in zijn mond en pijpt die man. Hierna is te zien dat de jongen op handen en knieen zit en dat die man tracht de jongen anaal te penetreren
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
3. Het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde (met uitzondering van het element 'een beroep of gewoonte maken') heeft begaan.
De officier van justitie baseert de bewezenverklaring ten aanzien van feit 1 op het studioverhoor van slachtoffer [X], de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] bij de politie en als getuige ter terechtzitting en de verklaring van verdachte, die verdachte op 2 maart 2011 bij de politie heeft afgelegd. [X] heeft verklaard over een gebeurtenis waarbij een man met een "massageding" over zijn been heeft gewreven, hetgeen door getuige [medeverdachte] ter terechtzitting is bevestigd. Alle details die verdachte in zijn bekennende verklaring bij de politie heeft gegeven over de ontuchtige handeling komen overeen met wat het slachtoffer en/of de medeverdachte/getuige daarover hebben verklaard. Dat verdachte, zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, bij de politie de meest aannemelijke verklaring heeft verzonnen, acht de officier van justitie niet geloofwaardig. Ook de lezing van verdachte bij de politie dat hij de ontuchtige handeling onder dwang heeft verricht, vindt de officier van justitie ongeloofwaardig.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft op de terechtzitting de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten ontkend.
De raadsvrouwe van verdachte heeft ten aanzien van beide feiten vrijspraak bepleit.
Ten aanzien van feit 1 is onder meer aangevoerd dat het onwaarschijnlijk is, dat als de lezing van getuige [medeverdachte] juist zou zijn, het slachtoffer - die volgens deze getuige verdachte drie keer heeft ontmoet - verdachte niet op een foto heeft herkend.
De verklaringen van de getuige [medeverdachte] bij de politie zijn bovendien op veel punten ongeloofwaardig en daarmee onbetrouwbaar en kunnen derhalve niet tot het bewijs worden gebezigd. Tegenover de belastende verklaringen van getuige [medeverdachte] staan verklaringen van ouders en kinderen, waaruit kan worden afgeleid dat er vanuit het jeugdwerk waarin verdachte jarenlang actief is geweest geen enkele verdenking tegen verdachte naar voren is gekomen. Nu verdachte zijn bekennende verklaringen, zoals afgelegd bij de politie en de rechter-commissaris, nadien heeft ingetrokken is er onvoldoende bewijs om verdachte voor feit 1 te veroordelen.
Ten aanzien van feit 2 is aangevoerd dat verdachte weliswaar een cd-rom in bezit had met daarop kinderpornografisch beeldmateriaal, maar dat verdachte zich niet van dat materiaal bewust was, zodat hij geen opzet op het bezit heeft gehad. Het geringe aantal kinderpornografisch materiaal dat op de cd-rom is aangetroffen, is, gelet op de totale hoeveelheid afbeeldingen en videofragmenten die daarop stonden, zo verwaarloosbaar dat er vanuit kan worden gegaan dat het om zogenaamde bijvangst gaat. Die geringe hoeveelheid geeft aan dat verdachte niet gericht op zoek was naar kinderporno. Van een gewoonte maken is dan ook zeker geen sprake, aldus de raadsvrouwe.
3.3 De beoordeling van de tenlastelegging
Verweren van de verdediging
Voor zover de verdediging heeft betoogd dat de verklaringen van de medeverdachte/getuige [medeverdachte] onbetrouwbaar zijn en moeten worden uitgesloten van het bewijs, stelt de rechtbank vast dat die verklaringen en de verklaring van het slachtoffer [X] ten aanzien van de tenlastegelegde ontuchtige handeling niet alleen op cruciale punten, maar ook op details, overeenkomen. Bovendien worden deze verklaringen bijna volledig ondersteund door de bekennende verklaring van verdachte van 2 maart 2011 bij de politie. Ook ter terechtzitting heeft de getuige [medeverdachte] een verklaring afgelegd die overeenkomt met zijn eerdere verklaringen.
De rechtbank verwerpt daarom het betrouwbaarheidverweer van de verdediging ten aanzien van [medeverdachte] nu zij niet vermag in te zien waarom diens verklaring op enig onderdeel aan onbetrouwbaarheid zou lijden.
Voor zover de verdediging heeft betoogd dat de bekennende verklaring van verdachte niet tot het bewijs mag worden gebezigd omdat die verklaring door verdachte is verzonnen, verwerpt de rechtbank dit verweer eveneens. Daartoe overweegt de rechtbank dat verdachte in zijn verklaring op 2 maart 2011 bij de politie details heeft gegeven die wijzen op daderwetenschap. Hij heeft toen bijvoorbeeld verklaard dat het pijpen door hem plaatsvond in de maanden oktober/november 2010, dat het in de slaapkamer is gebeurd, dat er voorafgaand aan de ontuchtige handeling is gestoeid met het slachtoffer en dat het slachtoffer het lekker vond toen verdachte hem pijpte.
Dat verdachte die details uit de verklaringen van [X] en [medeverdachte] zou hebben afgeleid, zoals hij zelf ter zitting heeft verklaard, acht de rechtbank onaannemelijk aangezien uit het proces-verbaal van het verhoor van verdachte niet kan worden afgeleid dat de politie de verklaringen van [X] en [medeverdachte] met die details al op dat moment aan verdachte zou hebben voorgehouden. Dit is temeer niet aannemelijk, nu verdachte vanaf 3 maart 2011 tot en met 19 maart 2011 in beperkingen heeft gezeten en hij vóór 3 maart 2011 niet over het dossier heeft kunnen beschikken. Hetzelfde geldt voor zijn ter terechtzitting afgelegde verklaring dat hij bepaalde details, zoals de periode waarin feit 1 is gepleegd, zou hebben gegokt ("lucky guess"). Verdachtes verweer ter zitting dat hij de meest aannemelijke verklaring heeft verzonnen, vindt eveneens zijn weerlegging in hetgeen hiervoor is overwogen, in het bijzonder in zijn daderwetenschap.
Het verweer van de verdediging dat het op de cd-rom van verdachte aangetroffen kinderpornografisch materiaal moet worden gezien als bijvangst, waarop verdachte dus geen opzet heeft gehad, wordt eveneens verworpen. Uit het onderzoek ter terechtzitting en de inhoud van het dossier is naar voren gekomen dat diverse niet-kinderpornografische foto's op de bewuste cd-rom zijn gebrand, die ook op de laptop van verdachte voorkomen of op andere gegevensdragers die bij verdachte zijn aangetroffen, en dat sommige foto's op die cd-rom zijn gemaakt met een fototoestel waarover verdachte beschikte. De rechtbank gaat er daarom van uit dat verdachte het kinderpornografische beeldmateriaal zelf op de cd-rom heeft gebrand en dat hij dit bewust moet hebben gedaan en zij acht daarmee bewezen dat verdachte opzet op het bezit van dat kinderpornografisch materiaal heeft gehad.
Gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting gaat de rechtbank van de volgende feiten en omstandigheden uit.1
Ten aanzien van feit 1
Omstreeks 7 oktober 2010 2 is verdachte naar de woning van de hem bekende [medeverdachte] in Katwijk3 gegaan. Verdachte kende [medeverdachte] via internet4. In diens woning bevond zich die dag ook [X]5, geboren op [geboortedatum] 1999 6, die bij [medeverdachte] op bezoek was. [medeverdachte] was met een halfnaakte [X] aan het stoeien7 in de slaapkamer8, verdachte werd door [medeverdachte] geroepen en ging vervolgens meedoen met het stoeien9. [medeverdachte] hield [X] op het bed vast aan zijn benen10, waarna verdachte de penis van [X] in zijn mond nam11 en diens penis ging strelen. Verdachte streelde met zijn vinger over de eikel van [X] en hield toen op, waarna [X] zich ging aankleden en tegen verdachte zei dat hij het lekker had gevonden.12
Ten aanzien van feit 2
Verdachte is op 28 februari 2011 door de politie aangehouden.13 Op 2 maart 2011 zijn tijdens de doorzoeking van zijn woning in Katwijk gegevensdragers, waaronder cd-roms, aangetroffen en in beslag genomen14. Op een van de inbeslaggenomen cd-rom's, aangeduid als CD-rom 50-74, staan 390 afbeeldingen en drie filmpjes. Een van de filmpjes is kinderpornografisch van aard en 13 afbeeldingen zijn kinderpornografisch van aard.15
Op het filmpje is een videofragment te zien met daarop een geheel naakte jongen met een leeftijd tussen de 12 en 15 jaar. Ook ligt er een oudere man op zijn rug op het bed. De jongen ligt tussen de benen van de man en heeft de penis van de man in zijn mond. De jongen pijpt de man. Hierna is te zien dat de jongen op handen en knieën voor de man zit en dat de man tracht de jongen in zijn anus te penetreren.16
Op de als kinderpornografische aangemerkte foto's is onder meer te zien:
(1) een afbeelding van een jongen met een leeftijd tussen 13 en 16 jaar. Jongen heeft een ontbloot bovenlijf en staat afgebeeld naast het blote onderlichaam van een man. De man staat er met een erectie. Het gezicht van de jongen is vlakbij de penis van de man, de man houdt zijn hand op het hoofd van de jongen.
(2) een afbeelding van een geheel naakte jongen, leeftijd tussen de 12 en 15 jaar. De jongen zit onderuitgezakt met zijn benen wijd in een stoel. De erecte penis van de jongen is duidelijk te zien. Verder is er nog een been van een andere persoon zichtbaar.
(3) een afbeelding van een geheel naakte jongen, leeftijd tussen de 13 en 15 jaar oud. De jongen staat in een bad met een andere oudere jongen. De penissen van de jongens zijn duidelijk te zien. De oudere jongen zeept de jongere in.
(4) een afbeelding van een naakte jongen, leeftijd tussen de 13 en 15 jaar oud. De jongen ligt op een bank en heeft zijn erecte penis in zijn hand.
(5) een afbeelding van een naakte jongen, leeftijd tussen de 13 en 15 jaar oud. De jongen heeft zijn erecte penis in zijn hand.
(6) een afbeelding van een geheel naakte jongen die op zijn rug op bed ligt, leeftijd van de jongen is tussen de 10 en 13 jaar oud. Op de foto is een volwassen man te zien die de penis van de jongen in zijn mond heeft.
(7) een afbeelding van een geheel naakte jongen, leeftijd tussen de 13 en 15 jaar oud. De jongen zit op een bed en een deel van de penis van de jongen is zichtbaar.
(8) een afbeelding van twee geheel naakte jongens. Eén van de twee heeft de penis van de andere jongen in zijn mond. De leeftijd van de jongen die de penis in zijn mond heeft is tussen de 13 en 15 jaar oud. De andere jongen is mogelijk iets ouder.17
Op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte de bij onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
hij in de periode van 1 augustus 2010 tot en met 31 december 2010 te Katwijk tezamen en in vereniging met een ander,[X], geboren op [geboortedatum] 1999, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het in de mond nemen van de penis van die [X] en het strelen van de penis van die [X]
2.
hij op 28 februari 2011 te Katwijk, een gegevensdrager, te weten een CD-rom, bevattende 13 afbeeldingen en 1 filmfragment in bezit heeft gehad terwijl op die afbeeldingen en dat filmfragment seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
onder meer
- een afbeelding met een jongen (leeftijd 13 - 16 jaar) met een ontbloot bovenlijf en een man met een ontbloot onderlichaam. De man heeft een erectie, het gezicht van de jongen is vlak bij de penis van de man en de man houdt zijn hand op het hoofd van de jongen
(onder meer [bestand]) en
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 12 - 15 jaar). De jongen zit onderuitgezakt met zijn benen wijd op een stoel. De erecte penis van de jongen is duidelijk in beeld. Verder is op de afbeelding nog een been van een andere persoon zichtbaar
(onder meer [bestand]) en
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die in bad staat met een oudere jongen. De penissen van de jongens zijn duidelijk te zien. De oudere jongen zeept de jongere jongen in
(onder meer [bestand]) en
- een afbeelding van een naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die ligt en zijn erecte penis in zijn hand heeft
(onder meer [bestand]) en
- een afbeelding van een naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die zijn erecte penis in zijn hand heeft
(onder meer [bestand]) en
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 10 - 13 jaar) die op zijn rug op een bed ligt. Op de afbeelding is een volwassen man zichtbaar die de penis van de jongen in zijn mond heeft
(onder meer [bestand]) en
- een afbeelding van een geheel naakte jongen (leeftijd 13 - 15 jaar) die op een bed zit en een deel van zijn penis is zichtbaar
(onder meer 3[bestand]) en
- een afbeelding van twee geheel naakte liggende jongens. Een van jongens heeft de penis van de andere jongen in zijn mond. De ene jongen is ongeveer 10 - 13 jaar oud, de andere jongen is mogelijk iets ouder
(onder meer [bestand]) en
- een filmfragment met daarop een naakte man die op zijn rug op een bed ligt. Een geheel naakte jongen (leeftijd 12 - 15 jaar) ligt tussen zijn benen en heeft de penis van die man in zijn mond en pijpt die man. Hierna is te zien dat de jongen op handen en knieën zit en dat die man tracht de jongen anaal te penetreren
4. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
5. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat evenmin feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6. De straf/maatregel
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van voorarrest.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over een aan verdachte op te leggen straf.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts overweegt de rechtbank in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft samen met een andere volwassen man ontucht gepleegd met een jongen van 11 jaar oud. Daartoe heeft de mededader van verdachte de benen van het halfnaakte slachtoffer vastgehouden, waarop verdachte de penis van de jongen in de mond heeft genomen en die penis heeft gestreeld. Aldus is de lichamelijke integriteit van het slachtoffer op ernstige wijze geschonden. Dat het slachtoffer daarvan in de toekomst langdurige psychische schade kan ondervinden is bepaald niet denkbeeldig. De ervaring leert immers dat veel minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik daarvan tot in lengte van jaren nadelige gevolgen kunnen ondervinden. Dit geldt temeer indien, zoals in het onderhavige geval, dat misbruik zich voordoet in een fase in hun leven waarin sprake is van een ontluikende seksualiteit, waarin de seksuele beleving en ervaring stapsgewijs nog tot bloei zouden moet komen met een gelijkwaardige partner. Door het op dat punt zo kwetsbare jonge slachtoffer niet te beschermen of in bescherming te nemen tegen zichzelf heeft verdachte op grove wijze misbruik van de situatie en zijn overwicht gemaakt en zijn eigen seksuele bevrediging voorop gesteld. Gelet op het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en zijn slachtoffer, rekent de rechtbank dit verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte over een, zij het geringe, hoeveelheid kinderpornografisch materiaal beschikt. Het bezit van kinderpornografie is door de wetgever strafbaar gesteld omdat het de vervaardiging daarvan bevordert en die vervaardiging altijd gepaard gaat met ernstig seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van minderjarigen, op grote schaal en veelal in internationaal verband.
De rechtbank hanteert voor ontuchtige handelingen als door verdachte gepleegd richtlijnen voor de straftoemeting. Op het misdrijf zonder enig strafverhogende omstandigheden staat een gevangenisstraf van gemiddeld 6 maanden; is van strafverhogende omstandigheden sprake, dan kan de gevangenisstraf met telkens 6 maanden worden verhoogd. De rechtbank acht in dit geval de volgende strafverhogende factoren aanwezig: de omstandigheid dat de ontucht in vereniging is gepleegd, het slachtoffer jonger is dan 12 jaar en dat sprake is geweest van misbruik van overwicht.
Voor het bezit van kinderpornografie zijn landelijke oriëntatiepunten voor de straftoemeting ontwikkeld. Op het bezit van kinderpornografie staat 6 maanden gevangenisstraf en 240 uur taakstraf. Nu het bij verdachte aangetroffen aantal afbeeldingen gering is, geeft dit de rechtbank aanleiding die straf te matigen.
Voor beide bewezen verklaarde feiten zou derhalve - met inachtneming tevens van de wettelijke regeling van samenloop van straffen als bedoeld in artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht - een gevangenisstraf van maximaal 24 maanden kunnen worden opgelegd. De rechtbank ziet evenwel in de omstandigheid dat verdachte niet eerder voor dergelijke misdrijven is veroordeeld en/of met politie en justitie in aanraking is gekomen, aanleiding om de gevangenisstraf te matigen en een deel daarvan voorwaardelijk op te leggen.
Het voorwaardelijke deel strekt ertoe verdachte ervan te weerhouden opnieuw dit soort feiten te begaan.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, gerechtvaardigd.
7. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 240b, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
11. De beslissing
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 2:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van 18 MAANDEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 6 MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. Rabbie, voorzitter,
mrs J.J.P. Bosman en A.S.I. van Delden, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Gest, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2011.
mr. Bosman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal (verder pv), opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina 's betreft dit de pagina's van een doorgenummerde bundel processen-verbaal reg.nr. PL1609 2011019491-1, politie Hollands Midden, pagina 1 tot en met 319.
2 Pv van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 15 februari 2011, p. 120, eerste alinea en pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2010, p. 230, 5e alinea.
3 Pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2010, p. 230, 6e alinea.
4 Pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 1 maart 2011, p. 194 onderaan.
5 Pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2010, p. 229.
6 Pv van bevindingen verbalisant [verbalisant 1] d.d. 27 januari 2011, p. 38.
7 Pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2011, p. 229, 5e alinea en verklaring getuige [medeverdachte] ter terechtzitting.
8 Pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2011, p. 231, 12e alinea.
9 Pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2011, p. 229, 5e alinea.
10 Pv van bevindingen verbalisant [verbalisant 1] d.d. 27 januari 2011, p. 40, 4e alinea.
11 Pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2011, p. 229, 8e alinea, pv van bevindingen verbalisant [verbalisant 1] d.d. 27 januari 2011, p. 40, 4e alinea en pv van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 2 februari 2011, p. 97, 10e alinea.
12 Pv van bevindingen verbalisant [verbalisant 1] d.d. 27 januari 2011, p. 40, 4e alinea en pv van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 maart 2011, p. 229, geheel onderaan.
13 Pv van aanhouding betreffende verdachte [verdachte], p. 12.
14 Pv van bevindingen verbalisant [verbalisant 2] d.d. 2 maart 2011, p. 221 en 222.
15 Pv van bevindingen verbalisant [verbalisant 3] d.d. 11 april 2011, p. 283.
16 Pv van verbalisant [verbalisant 3], p. 271-272.
17 Een geschrift, zijnde een omschrijving van een selectie van de op cd-rom 50-74 aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen die door verbalisant [verbalisant 3] zijn bekeken, p. 273-278.