ECLI:NL:RBSGR:2011:BR1290

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-754199-10; 09-650024-11
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal en afpersing met geweld door een groep verdachten, inclusief deelname aan een criminele organisatie

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 1 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte [A], die samen met drie medeverdachten betrokken was bij een reeks van misdrijven, waaronder diefstal, afpersing en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich schuldig gemaakt aan een gewelddadige diefstal van een Audi RS4 op 18 oktober 2010 in Beverwijk, waarbij de aangever onder druk werd gezet om zijn sleutels af te geven. Dit incident werd gevolgd door meerdere inbraken en ramkraken in bedrijven in Bodegraven, Turnhout (België) en Barneveld, waarbij gebruik werd gemaakt van voertuigen om toegang te krijgen tot de panden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten goed georganiseerd te werk gingen, met duidelijke rolverdelingen en voorafgaande planning. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, wat zwaarder is dan de door de officier van justitie gevorderde straf. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de georganiseerde wijze waarop de misdrijven zijn gepleegd. De verdachte heeft geen verantwoording afgelegd voor zijn daden, wat de rechtbank als zorgwekkend heeft ervaren. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard, die zijn gebruikt bij de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/754199-10; 09/650024-11
Datum uitspraak: 1 juli 2011
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte A],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting "P.I. Utrecht - HvB locatie Nieuwegein" te Nieuwegein.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 16 en 17 juni 2011.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie, mr. N. Vogelenzang, en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte, mr. S. Dogan, advocaat te Utrecht, en door de verdachte naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 09/754199-10:
1.
hij op of omstreeks 18 oktober 2010 te Beverwijk tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] heeft gedwongen tot de afgifte van sleutels en/of een personenauto (merk Audi Rs4, kenteken [kenteken 1]) , in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 1], in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
hij op of omstreeks 18 oktober 2010 te Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen sleutels en/of een personenauto (merk Audi Rs4, kenteken [kenteken 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- op die [aangever 1] af te lopen en/of
- (meermalen)(dreigend) tegen die [aangever 1] te zeggen:"sleutels" en/of "sleutels van die Audi" en/of "liggen", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- het beetpakken van die [aangever 1] en/of
- (van achteren) een arm om de hals/nek van die [aangever 1] te draaien en/of
- (vervolgens) de keel van die [aangever 1] dicht te drukken en/of
- die [aangever 1] op de grond te duwen;
2.
hij op of omstreeks 25 oktober 2010 te Bodegraven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer mobiele telefoon(s) en/of een kassalade met inhoud en/of andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een winkel ([winkel]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten:
- tegen de rolluik en de (voor)pui van voornoemde winkel te rijden, althans te vernielen en/of
- (vervolgens) met een personenauto (Opel met kenteken [kenteken 2]) de winkel in te rijden en/of
- (vervolgens) de winkel binnen te gaan;
3.
hij op of omstreeks 28 oktober 2010 te Turnhout (België) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer kledingstukken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een (kleding)winkel ([winkel]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten:
- een ruit van voornoemde winkel in te slaan, althans te vernielen en/of
- (vervolgens) de winkel binnen te gaan;
4.
hij op of omstreeks 2 november 2010 te Barneveld tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer kledingstukken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een (kleding)winkel ([winkel]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten:
- een ruit in te slaan, althans te vernielen en/of
- (vervolgens) voornoemde winkel binnen te gaan;
5.
hij op of omstreeks 06 november 2010 te Breda tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer mobiele telefoon(s) en/of fotocamera('s) en/of andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een winkel ([winkel]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten:
- de rolluik los te maken en/of
- (vervolgens) de (voor)pui van voornoemde winkel in te rijden, althans te vernielen (met een personenauto (een Fiat Cinquecento)) en/of
- (vervolgens) de winkel binnen te gaan;
6.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 06 november 2010 te Utrecht en/of te Soest en/of te Beverwijk en/of te Breda en/of te Bodegraven en/of te Barneveld en/of te Turnhout (België), althans in Nederland en/of België, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten ( een samenwerkingsverband tussen verdachte en/of [B] en/of [C] en/of [D] en/of [E] en/of een of meer ander(en)), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het overtreden van artikel 312 Wetboek van Strafrecht en/of artikel 317 Wetboek van Strafrecht en/of artikel 311 Wetboek van Strafrecht en/of artikel 46 Wetboek van Strafrecht en/of een of meer andere misdrijven.
Ten aanzien van de gewijzigde dagvaarding met parketnummer 09/650024-11:
1.
hij op of omstreeks 23 oktober 2010 te Bodegraven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een bedrijf (te weten [naam] Autoservice) heeft weggenomen een auto (Volkswagen Caddy, kenteken [kenteken 3]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [taxibedrijf ] en/of [eigenaar ], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door het openbreken en/of wrikken van een of meer (rol)deuren;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 oktober 2010 te Bodegraven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (Volkswagen Caddy, kenteken [kenteken 3]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde auto wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 02 november 2010 te Utrecht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (Fiat Cinquecento, kenteken [kenteken 4]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [eigenaar], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door het vernielen en/of het verbreken van het contactslot;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 06 november 2010 te Breda, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (Fiat Cinquecento, kenteken [kenteken 4]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde auto wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 06 november 2010 te Soest, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een taxibord en/of
- 3, althans een of meer magneetpla(a)t(en)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde taxibord en/of magneetpla(a)t(en) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij op of omstreeks 06 november 2010 te Utrecht (een) wapen(s) van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
3. Inleiding: samenvatting van de zaak
Het betreft hier een zaak tegen verdachte en drie medeverdachten. Alle betrokkenen, ook verdachte, zullen hierna ook wel met hun namen worden aangeduid, te weten: [A], [C]. [B] en [D]. Het gaat om één geval van diefstal/afpersing van een auto met geweld (ook wel genoemd "carjacking"), twee inbraken in bedrijven (waarvan één in Turnhout, België), twee inbraken in bedrijven waarbij gebruik werd gemaakt van een auto om zich de toegang te verschaffen (ook wel genaamd: "ramkraken"), één diefstal van een auto nadat bij een bedrijf was ingebroken en één diefstal van een auto vanaf de openbare weg.
De zaak is gestart doordat er taps werden geopend op [A] en [C]. Via het uitluisteren van de telefoons werd de indruk gewekt dat er een misdrijf werd gepleegd, wat heeft gevoerd tot de verdenking tegen verdachten van de carjacking. De bij dat misdrijf op 18 oktober 2010 buitgemaakte auto (een Audi RS4) is uiteindelijk aangetroffen in een garage, die werd gehuurd door [A]. In die auto is vervolgens afluisterapparatuur aangebracht. Op grond van wat er in die auto daarna aan gesprekken is afgeluisterd en op grond van andere materiaal, zoals observaties en de gegevens, ontleend aan in de Audi en in een door [B] gehuurde auto geplaatste peilbakens, is het vermoeden ontstaan dat alle genoemde verdachten zich vervolgens in de periode van 18 oktober tot en met 6 november 2010 hebben schuldig gemaakt aan de overige misdrijven (drie inbraken in bedrijven, twee ramkraken en diefstal van een auto). Alle verdachten zijn, met toepassing van geweld, op 6 november 2010 in de vroege ochtend aangehouden in de nabijheid van de Audi, nadat die in de nacht daarvoor vermoedelijk betrokken was geweest bij een ramkraak in Breda. In de auto bleek zich een gedeelte van de bij die ramkraak weggenomen goederen te bevinden.
Aan alle vorengenoemde verdachten zijn al deze zojuist genoemde feiten ten laste gelegd, alsmede deelname aan een criminele vereniging. Aan [A] wordt daarnaast nog heling van een aantal in de garagebox aangetroffen goederen verweten alsmede heling van een stroomstootwapen.
Verdachte heeft over geen van de aan hem verweten feiten een verklaring willen afleggen. De verdediging heeft het standpunt ingenomen dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is in zijn vordering, en, zo dat wel het geval is, de verdachte behoort te worden vrijgesproken. De rechtbank zal over die onderwerpen een beslissing moeten nemen. De in dat kader te behandelen vragen, de overwegingen van de rechtbank daaromtrent, en tenslotte de beslissing, zullen in het onderstaande worden verwoord.
4. Voorvragen
De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat het openbaar ministerie om twee op zichzelf staande redenen niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Ten eerste is de raadsvrouw van mening dat er onvoldoende verdenking was tegen [A], waarmee tevens de grondslag heeft ontbroken aan het bevel en bijbehorende machtiging tot het onderzoek telecommunicatie vanaf 14 oktober 2010. Daarnaast is de raadsvrouw van mening dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu ten aanzien van het merendeel van de op de tenlastelegging genoemde strafbare feiten het openbaar ministerie had kunnen ingrijpen terwijl zij dit niet heeft gedaan. De raadsvrouw wijst in dit verband op het zogenaamde Zwolsman-arrest (LJN ZD0328) waarin is geoordeeld dat onrechtmatig optreden van opsporingsambtenaren onder omstandigheden een zodanig ernstige schending van beginselen van een behoorlijke procesorde oplevert dat zulks tot niet ontvankelijkheid van het openbaar ministerie heeft te leiden.
De rechtbank oordeelt over het eerste verweer als volgt. Het onderzoek 'Brons' is gestart naar aanleiding van een diefstal met geweld op 18 juni 2010 te Bodegraven. Uit onderzoek naar dat feit en naar een diefstal met geweld op 7 juli 2010 te Deventer is een persoon [F] als verdachte in beeld gekomen. Uit nader onderzoek in een politiesysteem is gebleken dat deze [F] bij een controle de dag voor de diefstal van 7 juli 2010 aanwezig was in een auto met verdachte [A]. Onderzoek in een politiesysteem naar [A] heeft een achttal strafbare feiten opgeleverd in het jaar 2010, gepleegd door heel Nederland, waarbij het vermoeden bestond dat [A] daarbij betrokken was. Bij een aantal van deze feiten is [A] herkend aan de hand van camerabeelden. Deze feiten en omstandigheden hebben de verdenking gevormd jegens verdachte, een en ander zoals gerelateerd in het proces-verbaal van verdenking tegen [A] van 7 oktober 2010.1
De rechtbank is van oordeel dat met deze feiten en omstandigheden de bevoegdheid tot het afgegeven van een bevel als bedoeld in artikel 126m van het Wetboek van Strafvordering is gegeven en daarmee ook voldoende grondslag bestond voor de in dit verband door de rechter commissaris verleende machtiging. Van een onrechtmatige telefoontap, zoals door de verdediging is betoogd, in dan ook geen sprake.
Tevens blijkt uit de aanvraag bevel stelselmatige observatie van 12 oktober 2010 door de politie dat het onderzoek 'Brons' niet alleen gebaseerd is op verdenking tegen [A], maar ook tegen andere verdachten.2
De rechtbank verwerpt dan ook het eerste verweer tot niet-ontvankelijkheid.
De rechtbank oordeelt over het tweede verweer als volgt. Door het inzetten van diverse bijzondere opsporingsmiddelen heeft de politie onder leiding van de officier van justitie een groep verdachten in beeld willen krijgen. Daartoe behoort het plaatsen van technische hulpmiddelen in een gestolen Audi RS4 nadat deze werd aangetroffen. De rechtbank stelt voorop dat, anders dan door de verdediging is gesteld, uit de processen-verbaal niet volgt dat de identiteit van alle verdachten op dat tijdstip reeds vast stond. Evenmin is gebleken dat bij het nadien afluisteren van de telefoons direct duidelijk was waar een bepaald strafbaar feit gepleegd zou gaan worden. Bovendien is ten aanzien van de Audi RS4 het een aantal malen onmogelijk gebleken om op heterdaad tot aanhouding over te gaan daar de snelheid waarmee door verdachten werd gereden voor de politie niet haalbaar bleek. Daarmee is het beeld dat het openbaar ministerie ten aanzien van alle feiten steeds op de hoogte was van tijdstip en locatie alsmede dat ingrijpen steeds mogelijk was, onjuist gebleken. Afgezien van deze vaststelling omtrent de feitelijke onderbouwing van het betoog van de raadsvrouw, kunnen door een wijze van optreden als in het verweer gesteld de belangen van de verdachte niet worden geschaad, met name ook niet diens aanspraak op een eerlijke behandeling van zijn zaak. De ten laste gelegde strafbare gedragingen en daarmee samenhangende maatschappelijke schade zijn immers niet door de gestelde nalatigheid van de politie en/of justitie veroorzaakt, maar door het onrechtmatig handelen van de verdachte (en zijn mededaders). Daarmee is door dit gestelde (niet) optreden door politie en/of justitie op geen enkele wijze sprake van enige inbreuk op beginselen van behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove verontachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekort is gedaan. De rechtbank verwerpt dan ook het tweede verweer tot niet-ontvankelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat de officier van justitie ook overigens ontvankelijk is in haar strafvervolging.
5. Bewijsmotivering
5.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt betrokken dat verdachte alle hem tenlastegelegde feiten heeft begaan, met uitzondering van heling van een stormstootwapen, en met dien verstande dat zij slechts de schuldheling van een taxibord met toebehoren bewezen acht. Zij acht dan ook mede bewezen dat verdachte samen met anderen de carjacking op 18 oktober 2010 heeft gepleegd, alsmede de in de periode daarop gepleegde inbraken in bedrijven, de ramkraken en de diefstal van een auto.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van alle feiten bepleit, en aan dat standpunt diverse argumenten ten grondslag gelegd die, samengevat en onder meer, op het volgende neerkomen en in het onderstaande -waar nodig- meer uitgebreid zullen worden besproken:
* in de processen-verbaal in deze zaak zijn verklaringen van verbalisanten opgenomen die inhouden dat zij de stem van verdachte en van de medeverdachten herkennen. Aan de betrouwbaarheid van dergelijke stemherkenningen moet worden getwijfeld.
* de in de processen-verbaal opgenomen gegevens omtrent aangestraalde zendmasten waaruit kan blijken waar een bepaalde telefoon zich op een zeker moment bevond zegt nog niet door wie die telefoon daadwerkelijk werd gebruikt;
* in de zaak van de diefstal van de Audi RS4 was geen sprake van geweld omdat slechts de aangever daarover verklaart;
5.3 De beoordeling van de tenlastelegging
5.3.1. Algemene overweging omtrent stemherkenningen en telefoongegevens
Naar de rechtbank begrijpt is het op het punt van de stemherkenningen door de verdediging gevoerde verweer in de eerste plaats een betrouwbaarheidsverweer. De wijze waarop de stemherkenningen tot stand zijn gekomen zou niet aan de daaraan te stellen vereisten voldoen, en daarom zouden die herkenningen, respectievelijk de processen-verbaal waarin deze zijn neergelegd, onbetrouwbaar zijn en niet tot het bewijs mogen worden gebruikt.
Een dergelijk verweer zou verder onderzoek verdienen, indien ook op andere gronden zou moeten worden aangenomen of verondersteld -dan wel gemotiveerd zou worden betoogd- dat de stemherkenningen niet op juistheid kunnen berusten. Degelijke gronden zijn evenwel niet door of namens verdachte aangevoerd en ook overigens niet gebleken. Daarbij is van belang dat verdachte, die steeds heeft geweigerd ook maar iets te verklaren, niet heeft betwist dat de stem die in de processen-verbaal van herkenning aan hem wordt toegeschreven, ook inderdaad de zijne is. Hij heeft geen enkel alternatief gesteld voor het scenario waarvan zonder aanwijzingen van het tegendeel moet worden uitgegaan, te weten: dat de stemmen van de diverse verdachten, waaronder hijzelf, zoals die door de verbalisanten zijn herkend, ook inderdaad bij de aangewezen personen behoren. Bij die stand van zaken is er geen reden om aan de betrouwbaarheid van de processen-verbaal van stemherkenning te twijfelen, zodat deze onverkort als bewijsmiddel kunnen en zullen worden gebruikt.
Voor het verweer ten aanzien van de in het proces-verbaal voorkomende telefoongegevens geldt hetzelfde. Het is op zich juist, zoals de verdediging heeft aangevoerd, dat het feit dat een telefoon een bepaalde mast aanstraalt wel iets zegt over de positie van die telefoon op dat moment, maar niet over de vraag wie op dat moment die telefoon hanteert. Voor zover de verdachte, met een dergelijk gegeven geconfronteerd, echter niets wenst te verklaren zoals hier het geval is blijft -indien het gaat om een duidelijk aan zijn persoon gerelateerde telefoon- de vraag onbeantwoord wie de desbetreffende telefoon dan wel gebruikte. Die omstandigheid kan, in combinatie met de door technische middelen aangeduide positie van de telefoon, het bewijs opleveren dat het verdachte was die deze telefoon op dat moment hanteerde.
5.3.2. Zaak parketnummer 09/754199-10 feit 1: Diefstal Audi RS4
Aangifte
[aangever 1] heeft op 18 oktober 2010 aangifte gedaan van diefstal van zijn personenauto3. Hij stond die dag rond 18.00 uur voor het pand van het bedrijf waar hij directeur is met een collega te praten. Zijn personenauto, merk Audi, type RS4 (Stationcar), kenteken [kenteken 1], stond aldaar geparkeerd. Hij zag toen dat er vier mannen, die bivakmutsen droegen, in de richting van hem en zijn collega kwamen lopen. Hij hoorde dat die mannen, toen ze bij hem waren, begonnen te roepen: "sleutels" en "sleutels van die Audi" en "tassen op de grond". Hij zag dat die mannen nu echt op hen afkwamen. Hij voelde dat een van die mannen hem van achteren vastpakte. Hij voelde dat de man die hem vastpakte dit deed door van achteren zijn arm om zijn hals te draaien. Hij voelde dat de man op die manier zijn keel dichtdrukte met zijn arm. Hij voelde dat hem hierdoor het ademen erg werd bemoeilijkt. Hij had nu ook moeite met praten. Hij hoorde dat de man die hem vasthield herhaaldelijk riep: "sleutels, sleutels". Het was hem duidelijk dat het hen om zijn autosleutels te doen was.
Hij gaf vrijwel meteen zijn autosleutels af. Hij kon dat doen omdat hij ze al vasthad voordat die mannen bij hen kwamen. Hij wierp die sleutels zijdelings in de richting waar hij die mannen achter hem vermoedde. De man die hem vasthield ging door met zijn keel dicht te drukken en te vragen naar de sleutels. Hij wilde die man laten stoppen omdat hij het nu toch wel heel erg benauwd kreeg. Zijn keel werd namelijk steeds strakker dichtgedrukt en hij kreeg moeite met ademen. Zelfs zodanig dat hij er met maar met moeite uitkreeg: "Daar, achter je". Aangever hoorde hierna dat een van de andere mannen riep dat hij ze zag liggen. Nadat de sleutels terecht waren, duwde de man die hem vasthad, hem naar voren. Aangever hoorde dat hij hierbij riep: "liggen". Nadat hij via zijn knieën op de grond was terechtgekomen, liet die man los. Hij voelde dat die man hem nog extra op de grond duwde. Door het gebruikte geweld voelde hij zich ernstig bedreigd. Hij voelde zich in een positie gedwongen waarin hij niet anders kon doen dan zijn sleutels aan die mannen afgeven.
Getuige
[getuige 1] heeft als getuige tegenover de politie (en nadien ook tegenover de rechter-commissaris) verklaard4 dat hij getuige is geweest van de diefstal van de auto van zijn collega [aangever 1]. Hij heeft vier jonge mannen gezien, waarvan er in elk geval een aantal een bivakmuts op had. Al deze mannen beschrijft deze getuige als van Marokkaanse afkomst en sprekend met een Marokkaans accent. Hij moest van de mannen op de grond gaan liggen en heeft dat gedaan, waardoor hij niet precies heeft waargenomen wat er met zijn collega gebeurde.
Verdere bevindingen
De bij [A] in gebruik zijnde telefoon werd ingevolge machtiging van de rechter-commissaris van 13 oktober 2010 met ingang van 14 oktober 2010 afgeluisterd5. De bij [C] in gebruik zijnde telefoon werd vanaf 6 oktober 2010 afgeluisterd ingevolge een mondelinge machtiging van de rechter-commissaris, welke bij schriftelijke machtiging van 7 oktober 2010 is bevestigd6.
Uit de schriftelijke weergave van opgenomen gesprekken/geregistreerde sms-berichten blijkt het volgende7.
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 13.30 uur, wordt het nummer [telefoonnummer 1], in gebruik bij [A], gesmst door het nummer [nummer 2], in gebruik bij een man, genaamd "[X]": Zijn jullie al wakker. Probeer als t kan ff wat kracht te regelen voor zometeen.
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 13.54 uur, wordt het nummer [telefoonnummer 1], in gebruik [A], gebeld door het nummer [nummer 3], in gebruik bij [C]. In dit gesprek maakt "[X]" gebruik van dit telefoonnummer.
[A] zegt nog niet klaar te zijn. "[X]" herhaalt dat [A] "kracht" moet regelen.
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 14.09 uur, wordt [A] gebeld door [X]. [X] deelt mede dat hij bij de afslag Bergen is. [A] wacht op hem.
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 14.24 uur, [A] gebeld door [X]. [A] zegt dat [X] eerst "[Y]" moet ophalen en daarna naar hem ([A]) moet komen.
De man, die door anderen "[X]"wordt genoemd is geïdentificeerd als [B].8
Uit de gegevens van het herkenningssysteem van de politie Haaglanden is gebleken dat [Y] de bijnaam van [C] is9.
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 14.34 uur, belt [A] naar het nummer [nummer 4] in gebruik bij een man, genaamd "[Z]". [A] zegt onderweg te zijn naar de man.
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 14.35 uur, smst [A], naar het nummer [nummer 4] in gebruik bij een man, genaamd "[Z]". Kom naar buiten...
Uit onderzoek is gebleken dat de gebruiker van het telefoonnummer [nummer 4], die door anderen "[Z]" wordt genoemd, betreft [D].10
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 18.06 uur, belt [A], naar het nummer [nummer 3], in gebruik bij [C].
De stem van de gebruiker van het nummer [nummer 3] in de gesprekken van 18 oktober 2010 te 18.06 en 18.08 uur (hierna als NN aangeduid) werd later herkend werd herkend als de stem van [C]11.
Tijdens het gesprek is, naar de politie relateert, de spanning/emotie in de stemmen te horen.
De volgende passage wordt letterlijk weergegeven:
[...]
NN: Ja
[A]: Komen jullie nou vriend, kom.
NN: Ja
[A]: Snel Snel
NN: Niet snel, het licht is uit
[A]: Hey he
NN: Ja
[A]: De lichten zijn snel snel
Op maandag 18 oktober 2010 omstreeks 18.08 uur, belt [A], naar [C].
Tijdens het gesprek is, naar de politie relateert, de spanning/emotie in de stemmen te horen.
De volgende passage wordt letterlijk weergegeven:
[...]
NN: ja
[A]: Rennen jullie, vriend. Snel. Hij komt eraan
NN: Hij komt eraan? (Op de achtergrond zegt een NNman: Wacht, wacht. Gaan jullie naar hem!) [A]: Ja, snel. Ren dan.
NN: Gaan jullie naar hem..ovb.. Gaan jullie naar hem! We zijn der al. (moeten op iemand aflopen/ zegt hij schreeuwend)
[A]: eh?
NN: Gaan jullie naar hem! We zijn der al (zegt hij schreeuwend)
[A]: waar..ovb..?
NN: we zijn der al. Gaan jullie naar hem! Wij zijn nog bij dinges ...ovb... (zegt hij schreeuwend)
Mastgegevens:
Uit de Cell Id gegevens van de bovenstaande gesprekken op 18 oktober 2010 van 18.04 uur tot en met 18.06 uur is het volgende gebleken:
* het nummer [nummer 1] in gebruik bij [A], straalt een mast aan, welke is gelegen aan het Waterland te Beverwijk.
* het nummer [nummer 1] in gebruik bij [C], straalt een mast aan, welke is gelegen aan Havenstraat te Beverwijk.
* het telefoonnummer [nummer 2], in gebruik bij [B] maakt in het gesprek op 18 oktober 2010 te 18.04 uur aan het begin van het gesprek gebruik van een Cell ID, welke is geplaatst op de N246/Noorderweg te Beverwijk en aan het einde van het gesprek van een Cell ID, welke is geplaatst op de Havenstraat te Beverwijk. Dit betreffen Cell ID's welke zijn gelegen in de onmiddellijke omgeving van het [adres] te Beverwijk.
Verder is gebleken dat het telefoonnummer [nummer 4], in gebruik bij [D] op 18 oktober 2010 te 17.30 uur en 17.41 uur diverse zendmasten aanstraalt te Beverwijk, welke zijn gelegen in de directe omgeving van de lokatie [adres] te Beverwijk12.
Waarnemen gestolen auto te Soest
Op 19 oktober 2010 omstreeks 05.00 uur is een Audi door de politie achtervolgd in Baarn en Soest maar men is deze kwijtgeraakt. Wel werd gezien dat deze auto in Soest werd geflitst13. Uit de foto die is gemaakt blijkt het te gaan om kenteken [kenteken 1], overeenkomend met het kenteken van de op 18 oktober 2010 te Beverwijk gestolen Audi14.
Aantreffen gestolen auto te Soest
De Audi met het kenteken [kenteken 1] is op 21 oktober 2010 aangetroffen in een garagebox aan de [adres] te Soest. Deze garagebox is door de eigenaar, [eigenaar], blijkens diens verklaring15 met ingang van 13 maart 2010 verhuurd aan [A].
Nadere tap- en telefoongegevens16
Op dinsdag 19 oktober 2010 omstreeks 05.15 uur, wordt [A] gebeld door [D]. Deze zegt dat [A] moet komen naar "de plaats waar zij het meisje voor één dag buiten hebben laten staan". Tevens deelt [D] mede dat er politie in de buurt is met een auto en dat [A] moet uitkijken".
Op dinsdag 19 oktober 2010 omstreeks 05.22 uur, wordt [A] gebeld door [D]. [A] zegt dat hij er bijna is. [A] vraagt of hij bij de parkeervakken moet zijn. [D] noemt dan de naam "[X]"en vraagt op de achtergrond aan een persoon "In die parkeervakken?".
Op dinsdag 19 oktober 2010 omstreeks 05.27 uur, wordt [A] gebeld door [D]. Na begroeting vraagt [D] ben je er bijna. Ja, zegt [A], ik ben er met een paar minuten, ik zie je zo.
Op dinsdag 19 oktober 2010 omstreeks 05.32 uur, wordt [A], gebeld door het [D]. [A] zegt dat hij er bijna is.
Mastgegevens:
Uit de Cell Id gegevens is gebleken:
* dat het nummer [nummer 1] in gebruik bij [A] op 19 oktober 2010 te 05.27 uur een mast aanstraalt, welke is gelegen aan de Hilversumsestraatweg te Baarn.
* dat het nummer [nummer 1] in gebruik bij [A] op 19 oktober 2010 te 05.32 uur een mast aanstraalt welke is gelegen aan de Oostergracht te Soest.
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [nummer 4], in gebruik bij [D] is gebleken dit telefoonnummer op 19 oktober 2010, tussen 05.10 uur en 05.27 uur een zendmast aanstraalt te Soest, welke is gelegen in de omgeving van de garagebox aan de [adres] te Soest alwaar de Audi RS4 gestald blijkt te zijn.
Aanhouding verdachte en medeverdachten
Op 6 november 2010 te 05.00 uur werden te Soest nabij de garagebox aan de [adres] [A], [C], [D] en [B] aangehouden. Ook is de Audi (weer) aangetroffen in de garagebox. Deze was inmiddels voorzien van een Belgisch kenteken, maar ook de originele kentekenplaten werden in de box aangetroffen17. Verder werden in de auto diverse goederen aangetroffen, mogelijk afkomstig van diefstal.
De autosleutel van de Audi werd op de grond aangetroffen in de nabijheid van [B].
Op 6 november 2010 werd op de [adres] in Soest ook nog een andere auto aangetroffen. Dat was een Opel Astra met het kenteken [kenteken 5]. Die auto was in gebruik bij [B], die hem had gehuurd van een verhuurbedrijf.
In die auto werden diverse goederen aangetroffen, waaronder een navigatiesysteem. Bij uitlezing bleek dat daarin diverse adressen voorkwamen, waaronder de Kanaalweg te Beverwijk18. Een zijstraat van die Kanaalweg te Beverwijk is het [adres], waar op 18 oktober 2010 de Audi is gestolen.
Conclusie met betrekking tot het bewijs.
De rechtbank acht op grond van al het vorenstaand bewezen dat [A], [C], [B] en [D] samen en in vereniging met elkaar in nauwe samenwerking [aangever 1] met geweld hebben gedwongen de sleutels van zijn Audi af te geven waarna zij die audio hebben weggenomen.
De raadsvrouwe van verdachte heeft betoogd dat het tenlastegelegde geweld niet bewezen kan worden verklaard, nu daar geen enkel ander bewijs voor zou bestaan dan de verklaring van aangever [aangever 1]. Het is inderdaad juist dat de enige getuige van de carjacking niet precies heeft gezien wat er met [aangever 1] gebeurde, en wel omdat hij (de getuige) door de daders werd gedwongen op de grond te gaan liggen. Dat neemt niet weg dat de verklaring van [aangever 1] voldoende bewijs oplevert van het tegen hem uitgeoefende geweld, zeker nu verdachte geen alternatief scenario heeft aangevoerd voor het door [aangever 1] afgeven van de sleutels van zijn auto, bijvoorbeeld door te stellen dat hij daartoe geheel vrijwillig zou zijn overgegaan op een daartoe strekkend, in beleefde bewoordingen gesteld verzoek van de met bivakmutsen uitgeruste daders.
5.3.3. Zaak parketnummer 09/650024-11 feit 1: Diefstal auto uit bedrijf te Bodegraven
Aangifte
[aangever 2] heeft op 23 oktober 2010 aangifte gedaan19 van inbraak in het bedrijf [naam] autoservice, waarvan hij mede-eigenaar is.
Op vrijdag 22 oktober 2010, om 21:00 uur, heeft aangever het bedrijf aan de [adres] te Bodegraven, afgesloten. Op zaterdag 23 oktober 2010 om 07:00 uur constateerde aangever dat er deuren van het bedrijf waren geforceerd. Er is onder meer weggenomen een Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 3], toebehorend aan [taxibedrijf] te Bodegraven. Verder zijn weggenomen twee beitelachtige voorwerpen van het gereedschapsbord. Een van de beitels was vijftig centimeter lang en de ander was zestig centimeter lang. Beide voorwerpen hebben een rood handvat aan het uiteinde.
Taps verdachte en medeverdachten 22/23 oktober 2010
Uit afgeluisterde telefoongesprekken blijkt het volgende20:
Op 22 oktober 2010 te 23.03 uur belt [C] met [A]. [C] zegt dat [A] klaar moet staan omdat die ander er zo aankomt.
Op 22 oktober 2010 te 23.33 uur belt [C] met [A].
[C] zegt dat [A] naar buiten moet komen. [A] zegt dat [C] naar de [adres] moet komen.
Verkeersgegevens telefoons
Uit de historische verkeersgegevens blijkt het volgende21:
* Het telefoonnummer [nummer 3], in gebruik bij [C], bevindt zich op 23 oktober 2010 te respectievelijk 02.20 uur, 02.24 uur en 03.26 uur op de locaties Beneluxweg te Bodegraven, Burg. Dobben de Bruinstraat te Bodegraven en Burg. Dobben de Bruinstraat te Bodegraven.
* Het telefoonnummer [nummer 2], in gebruik bij de verdachte [B], bevindt zich op 23 oktober 2010 te respectievelijk 01.09 uur, 01.29 uur, 02.45, 02.45 en 03.26 uur op de locaties Burg. Dobben de Bruinstraat te Bodegraven , Burg. Dobben de Bruinstraat te Bodegraven, Beneluxweg te Bodegraven, Beneluxweg te Bodegraven en Burg. Dobben de Bruinstraat te Bodegraven.
* Op 23 oktober 2010 te 3.26 uur belt vermoedelijk [A], die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 1], met vermoedelijk [D], die gebruik maakt van het telefoonnummer [nummer 4]. Het gesprek komt niet tot stand.
* In dit gesprek maakt de mobiele telefoon, voorzien van het nummer [telefoonnummer 1], gebruik van een zendmast die is geplaatst aan Rond de Watertoren/Burg. Dobben de Bruinstraat te Bodegraven.
In het proces-verbaal staat vermeld dat de locatie Burg. Dobben de Bruinstraat te Bodegraven is gelegen op een afstand van ongeveer 500 meter vanaf de [adres bedrijf] te Bodegraven.
Aantreffen bandenlichters
Op 6 november 2010 werd, onder leiding van de rechter-commissaris, een doorzoeking ter inbeslagneming verricht in perceel [adres] te Utrecht, zijnde de woning van [C]22. Hierbij werden onder andere een weekendtas aangetroffen en inbeslaggenomen. In die tas zaten onder andere twee bandenlichters van het merk Snap-on die waren voorzien van een rood handvat23.
Op 18 januari 2011 te 14.00 uur werd de aangever [aangever 2] gehoord. Hij verklaarde dat de hij de twee inbeslaggenomen beitelachtige voorwerpen herkende als de bandenlichters die bij de inbraak zijn weggenomen. Hij herkent ze aan de vorm, kleur en beschadigingen. Hij heeft op de zaak nog twee andere stukken gereedschap die in het setje horen24.
Conclusie van de rechtbank
Op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat [A], [C] en [B] zich op 23 oktober 2009 hebben schuldig gemaakt aan diefstal van de Volkswagen Caddy na zich met geweld de toegang tot het bedrijf van [aangever 2] te hebben verschaft.
5.3.4. Zaak parketnummer 09/754199-10 feit 2: Ramkraak Bodegraven
Aangifte
[aangever 3] heeft op 25 oktober 2010 als eigenaar aangifte gedaan25 van diefstal met braak vanuit de winkel "[winkel]" aan de [adres] te Bodegraven.
Op die dag te omstreeks 02:36 uur is het alarm van de winkel afgegaan. Voor deze tijd was de winkel in goede staat afgesloten en was het alarm op de winkel gezet. De pui van de winkel was afgeschermd met een raster-rolluik.
Toen aangever op maandag 25 oktober 2010, omstreeks 03:30 uur bij de winkel kwam, zag hij dat het er een ravage was.
Hij zag dat de volledige voorpui van de winkel beschadigd was en dat er een auto in de winkel stond.
Hij zag dat de kassalade was weggenomen. In deze kassalade zit doorgaans ongeveer € 200 a 300 aan wisselgeld. Ook zag hij dat er diverse GSM's weggenomen waren.
Relaas politie onderzoek plaats delict
Uit onderzoek van de politie aan het adres [adres] te Bodegraven bleek26 dat een grijze Opel Meriva die achterwaarts voor de winkel had gestaan in deze winkel was aangetroffen. Dit voertuig stond zeker voor 80 % binnen in deze winkel. Dit voertuig was door een ander voertuig, een grijze Volkswagen type Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 3] achterwaarts deze winkel ingedrukt.
Getuige
[getuige 2] , wonende aan de [straat] te Bodegraven, heeft verklaard27 dat hij op maandag 25 oktober 2010, omstreeks 02:35 uur a 02:40 uur wakker werd van herrie. Hierop keek hij uit zijn raam.
Hij zag dat het alarm van de winkel "[winkel]" af ging. Tevens zag hij een auto in de winkel staan. Hij zag dat deze auto dus door de pui van de winkel heen was gereden, en dat de auto achteruit in de winkel stond, dus met de voorzijde naar buiten.
Tegelijk zag hij dat er ongeveer ter hoogte van zijn woning in zijn straat een auto stond. Dit betrof een donker kleurige Audi Station, met de combinatie "[2 letters]" in het kenteken.
Hij zag dat de auto met gedoofde verlichting stil stond. Hij hoorde dat de auto met draaiende motor stil stond.
Hij zag dat de auto de parkeerplaats op reed. Hij zag dat de auto nog steeds met gedoofde verlichting reed. De auto stopte voor de "[winkel]".
Er kwamen drie personen uit de "[winkel]" gerend. Zij renden naar de Audi
Aangever zag dat alle drie de personen een grote witte zak bij zich droegen, dat de kofferbak open ging en dat zij alle drie de witte tassen in de kofferbak legden.
De drie personen stapten in de Audi, die daarna nog steeds met gedoofde lichten weg reed.
Bevindingen met betrekking tot tapgesprekken, observatie en andere gesprekken
Algemeen
Zoals in het vorenstaande bij de bespreking van het onder 1 aan verdachte ten laste gelegde feit reeds is vermeld, liep er op 24 oktober 2010 een tap op de telefoon van [A]. Op 24 oktober 2010 is geconstateerd dat [A] gesprekken voerde met de gebruikers van de nummers [nummer 2], [nummer 4] en [nummer 3].
Bij nadien door de politie ingesteld onderzoek28 werd de stem van [B] herkend als de gebruiker van het nummer [nummer 2], de stem van [D] herkend als de gebruiker van het nummer [nummer 4] en de stem van [C] herkend als de gebruiker van het nummer [nummer 3].
Taps 24 oktober 2010 18.48 uur tot 25 oktober 2010 00.20 uur29
Op 24 oktober 2010 omstreeks 18.48 uur, vindt er een gesprek plaats tussen [A], en [B].
[B] zegt dat hij straks naar [A] toe komt. Beiden hebben het over iets wat er was afgesproken. Waarop [B] zegt: "hier bij mij toch?"
Op 24 oktober 2010 omstreeks 19.42 uur, vindt er een gesprek plaats tussen [A] en [D].
[A] zegt dat hij met ["Y"] ([C]) is. [A] zegt dat [D] moet komen omdat hij hem nodig heeft. [A] zegt:"We gaan, we gaan zo"
Op 24 oktober 2010 omstreeks 20.29 uur vindt er een gesprek plaats tussen [A] en [D]. [D] zegt tegen [A] dat hij wel daar naar toe komt.
Op 24 oktober 2010 omstreeks 22.01 uur vindt er een gesprek plaats tussen [A] en [B]. [A] zegt dat hij nog steeds bij [....] is. [B] is thuis. [A] zegt dat [B] een belletje moet geven als hij vertrekt.
Op 24 oktober 2010 omstreeks 22.12 uur vindt er een gesprek plaats tussen [A] en [B].
[B] zegt dat hij vertrekt. [A] zegt dat [B] naar hem moet komen.
Bevelen observatie en peilbaken
Op 12 oktober 2010 heeft de officier van justitie op basis van artikel 126 g bevolen (samengevat) dat [A] vanaf 13 oktober 2010 geobserveerd kan worden en dat peilbakens kunnen worden aangewend in het voertuig in gebruik bij [A]30.
Observatieverslag
Op 25 oktober 2010 is er geobserveerd op de garagebox aan de [adres] te Soest waar de Audi, genoemd bij de bespreking van het onder 1 aan verdachte tenlastegelegde feit, was geparkeerd. De Audi is gevolgd, waarna het volgende is waargenomen31.
01.55 uur
Aanvang observatie in de omgeving van Soest.
01.58 uur
De [kenteken 1] vertrekt vanaf de [adres] te Soest.
02.04 uur
De [kenteken 1] rijdt over de N234 te Soest.
02.06 uur
De [kenteken 1] rijdt achtereenvolgens via de A27 en de A12 richting Bodegraven. De [kenteken 1] wordt op de [adres] te Bodegraven geparkeerd.
02.26 uur
Op de [adres] te Soest staat de [kenteken 5] geparkeerd32.
02.32 uur
De [kenteken 1] vertrekt en rijdt via de Wilhelminastraat de [adres] te Bodegraven op.
02.37 uur
De [kenteken 1] staat op een parkeerplaats op de [adres] te Bodegraven.
02.39 uur
In een winkel voorzien van de naam [naam] gevestigd aan de [adres] te Bodegraven is een personenauto voorzien van het kenteken [kenteken 2] met de achterzijde naar binnen gereden.
02.39 uur
De [kenteken 1] vertrekt en rijdt achtereenvolgens via de Rijksweg A12, A27 en de N234 de [adres] te Soest op.
03.02 uur
De [kenteken 1] stopt op de [adres] ter hoogte van de [kenteken 5].
Een niet nader omschreven man stapt uit de [kenteken 1] en stapt in de [kenteken 5]. De [kenteken 1] vertrekt.
De [kenteken 1] stopt op de [adres] ter hoogte van garagebox [nummer] te Soest.
De passagier, licht getinte huiskleur, hierna NN1 te noemen, stapt uit en opent garagebox [nummer].
De [kenteken 1] rijdt vervolgens de garagebox in. NN1 gaat ook de garagebox in waarna de deur wordt gesloten.
Vanuit de garagebox klinkt gestommel en geluid. Het geluid lijkt op geluid alsof er met dozen wordt gesleept.
Gegevens peilbaken
Het aan de Audi aangebrachte peilbaken bevestigt de bevindingen van de observatie van de Audi op 25 oktober 2010 33.
Bevel opnemen vertrouwelijke communicatie
Op 21 oktober 2010 heeft de rechter-commissaris de officier van justitie gemachtigd de communicatie in de personenauto, merk Audi RS4, kenteken [kenteken 1] op te nemen met machtiging de besloten plaats, te weten die auto, te betreden34. Ingevolge die machtiging is in de Audi op 22 oktober 2010 een technisch hulpmiddel geplaatst35.
Gesprekken, opgenomen in de Audi
In de Audi is opgenomen op 25 oktober 2010 communicatie opgenomen. De in die Audi gevoerde gesprekken zijn beluisterd. Daarbij zijn stemmen herkend, op basis waarvan is vastgesteld36 dat op 25 oktober 2010 vanaf 01.54 uur de verdachten [A], [C], [B] en [D], inzittenden waren van de Audi RS4.
Een gedeelte van de opgenomen gesprekken wordt hieronder weergegeven37.
[A] ([A])
[C] ([C])
[D] ([D])
[B] ([B])
Opmerking verbalisant (0)
Geen stemherkenning (N)
01.58 uur
0: Er wordt door de mannen gezegd dat er iets uit moet. Onduidelijk is wat er uit moet.
[C]: Welke nummer nvb.
[B]: Heb je die sleutel bij je [naam]?
N: Doe die deur open, doe die deur open.
[A]: Watte?
[B]: Heb je die andere sleutel bij je?
[A]: Van wat?
[C]: Van die auto.
[A]: Ja ja, die heb ik bij me.
02.07 uur
N: Denk je dat er auto's daar voor staan?
[B]: Ik denk het niet. Normaal is het daar 's nachts best wel leeg. Normaal is het daar 's nachts niet zo druk.
[C]: Gisteren was niets daar.
[B]: Anders ram jij gewoon die ene auto er door heen. Rij je hem eerst, duw je hem eerst totdat hij er tegen aan staat en dan rammen.
02.37 uur
N: Knallen?
0: Gesprek gaat over knallen, nvb.
[C]: Je moet hem achteruit rammen. Zie je hij wil achteruit. Klaar! Klaar! Klaar!
02.39 uur
[B]: He luister [naam], ram deze er door heen. Daar tegen aan. Luister luister, kom eens hier naar toe. Hey luister, eerst zachtjes er tegen aan, duwen totdat ie er tegen aan staat, dan een harde klap.
0: Geluid van draaiende motor.
02.41 uur
0: Geluid van luid alarm is te horen.
[B]: Snel, snel, snel! Moeya moeya moeya(fon).
N: Nu alles nvb? N: Snel! Snel! N: Snel snel!
0: De mannen klinken buiten adem en schreeuwen hard.
[B]: Ja snel!
N: nvb Alle stukken meenemen?.
[B]: Is goed zo.
[A]: Weet je wat voor klap die ding kreeg?
[B]: nvb voordat we bezig waren.
02.42 uur
[C]: Hoe ga je dat doen? [B]: Dat wou ik nou doen.
N: Weinig telefoons man.
[D]: Ik heb ook sigaretten meegenomen.
(...)
[B]: En die vitrines?
[C]: Die heb ik omver gegooid, ander kon ik er niet langs.
[B]: nvb, aan de linker kant.
[C]: Ja die hebben we omver gegooid. Die deur zat vast met auto zeg maar.
[B]: nvb vitrine telefoons.
[C]: Ja gelijk links. Die hebben wij gezien. Die hebben wij omver gegooid.
03.00 uur
N: Staat de box open? [C]: Nee, nee, nee.
03.07 uur
0: Het klinkt alsof de motor van het voertuig wordt afgezet en vervolgens weer gestart.
[B]: Kijk nu geeft hij weer ok.
0: Er klinken twee harde klappen achter elkaar.
[B]: Hoor, hoor [naam].
0: Vervolgens klinkt het weer alsof de motor wordt uitgezet. Er is een piepsignaal te horen.
N: Dat geluid maakt ie niet meer toch.
0: Het klinkt alsof de portieren van het voertuig worden geopend
Relatie met een nog nader te bespreken feit
De rechtbank kent voor het bewijs van het thans besproken feit tevens waarde toe aan de omstandigheid, zoals die uit het onderstaande blijkt bij de bespreking van het aan verdachte bij dagvaarding parketnummer 09/754199-10 onder 5 ten lastgelegde feit (verwezen wordt naar de overwegingen hierna onder 5.3.8.) dat [A], [C], [B] en [D] op 6 november 2010, direct nadat de meergenoemde Audi van het plegen van een ramkraak te Breda was teruggekeerd in de garage te Soest, aldaar vlakbij die Audi zijn aangehouden terwijl een gedeelte van de in Breda weggenomen goederen zich in die Audi bevond. Deze omstandigheid draagt, gelet op de overeenstemmende modus operandi, bij tot het bewijs van dit feit.
Conclusie rechtbank
Op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat [A], [C], [B] en [D] zich op de avond van 24 oktober 2010 naar de garagebox te Soest hebben begeven alwaar de eerder gestolen Audi was gestald. Vervolgens zijn zij in deze auto gestapt en daarmee naar Bodegraven gereden, waar zij vervolgens in samenwerking met elkaar ingevolge een -uit de conversatie in de auto blijkend- tevoren opgevat plan met een andere auto de pui van de winkel "[winkel]" hebben geramd en daarna geld en goederen uit die winkel hebben weggenomen. Dat voert tot bewezenverklaring van het aan verdachte tenlastegelegde feit.
5.3.5. Zaak parketnummer 09/754199-10 feit 3: Diefstal bedrijf Turnhout
Melding politie Turnhout
Op 28 oktober 2010 omstreeks 02.30 uur is bij de Belgische politie in Turnhout een telefonische melding binnen gekomen dat er een diefstal op heterdaad plaatsvindt bij winkel [winkel] aan de [straat] te Turnhout. De daders zouden een zak met kleding uit de winkel slepen en in de kofferbak doen van een Audi, voorzien van het kenteken [Belgisch kenteken 6], waarna zij vertrokken.38
Aangifte
Op 28 oktober 2010 heeft [aangever 4] aangifte gedaan bij de politie.39 Hij heeft verklaard dat hij de eigenaar is van de kledingwinkel "[winkel]", gevestigd [straat] te Turnhout. Hij werd op 28 oktober 2010 omstreeks 2.30 uur wakker van gebons en het alarm ging af. Hij zag dat mensen bij de vitrine van de winkel stonden en met goederen in een witte doek naar buiten kwamen. De goederen werden in de koffer van een auto geladen. Daarna reden ze weg. De daders hadden bivakmutsen op. Een van de ramen van gewapend glas van de winkel was kapot. Er was veel merkkleding weggenomen, waarvan een lijst is overhandigd, met een schadebedrag van € 90.439,00 aan verkoopwaarde.
Overige bevindingen op grond van telefoongegevens, peilbaken en opgenomen gesprekken
Telefoongegevens
Uit de opgenomen en uitgeluisterde gesprekken is het volgende gebleken:
Op 27 oktober 2010 te 22.42 uur sms't [B] naar [C]:
Kan ik vertrekken?
Op 27 oktober 2010 te 22.51 uur belt [C] naar [B].
[C] zegt dat hij deze kant op kan komen. [B] zegt dat hij gelijk vertrekt.
Op 27 oktober 2010 te 22.52 uur belt [B] naar [D].
[D] zegt dat hij klaar is. [B] zegt dat hij die andere jongens gaat halen en dan naar hem komt.
Op 27 oktober 2010 te 22.53 uur belt [C] naar [A].
[A] zegt dat hij op dezelfde plek is. [C] zegt dat hij eraan komt.
Peilbakengegevens Audi RS4.
Op 12 oktober 2010 heeft de officier van justitie op basis van artikel 126 g bevolen (samengevat) dat [A] vanaf 13 oktober 2010 geobserveerd kan worden en dat peilbakens kunnen worden aangewend in het voertuig in gebruik bij [A]40. Vervolgens is een peilbaken in de Audi RS4 aangebracht.
Aan de hand van de gegevens van het peilbaken is vastgesteld dat op 28 oktober 2010 omstreeks 01.10 uur de genoemde Audi RS4 vanuit de garagebox aan de [adres] te Soest is vertrokken waarna deze tussen 02.20 uur en 02.22 uur stil heeft gestaan op een parkeerplaats langs de A21 in België. Vervolgens is de Audi RS4 naar de [straat] te Turnhout (België) gereden waar deze op 28 oktober 2010 stil heeft gestaan tussen 02.31 uur en 02.33 uur.41
Bevel opnemen vertrouwelijke communicatie
Op 21 oktober 2010 heeft de rechter-commissaris de officier van justitie gemachtigd de communicatie in de personenauto, merk Audi RS4, kenteken [kenteken 1] op te nemen met machtiging de besloten plaats, te weten die auto, te betreden42. Ingevolge die machtiging is in de Audi op 22 oktober 2010 een technisch hulpmiddel geplaatst43.
Gesprekken, opgenomen in de Audi
In de Audi is op 28 oktober 2010 communicatie opgenomen. De in die Audi gevoerde gesprekken zijn beluisterd. Daarbij zijn stemmen herkend, op basis waarvan is vastgesteld44 dat de verdachten [A], [C], [B] en [D], inzittenden waren van de Audi RS4.
Een gedeelte van de opgenomen gesprekken wordt hieronder weergegeven45.
[A] ([A])
[C] ([C])
[D] ([D])
[B] ([B])
Opmerking verbalisant (0)
Geen stemherkenning (N)
2.29
0: Navigatiesysteem is te horen.
[C]: Jammer dat die ramen niet echt geblindeerd zijn man. Kunnen we daar ook wat doen jo he?
N: ... nvb.
[C]: Een verdwaalde Belg daar met zijn hondje.
[B]: Als we tussen die paaltjes komen, kunnen we daar gaan.
2.31
[A]: ... nbv... [B]?
[B]:....moker en zo ook.
[C]: Meteen die kant op gaan hè...
[A]: ... van rechts
[C]: Dan kan je niet die kant op gaan hè...
[A]: Je moet niet naar links gaan hè.
[C]: Lopend hè.
Die kant die weg.
Ja.
[B]: Knallen! Ik rij zo meteen als jullie binnen zijn rij ik terug... nvb.
[C]: ja ja, dan lopen we jouw richting op....
[D]: ["Y"].
[C]:...["Z"].
N: Kofferbak.
[C]: Kofferbak open.
[B]: Nee doe maar weer dicht die kofferbak. Kofferbak dicht! kofferbak dicht! kofferbak dicht!
0: Het lijkt alsof er mannen uit het voertuig zijn gestapt. Vervolgens wordt er kort gas gegeven.
02.32 Opmerking
0: Kort daarna is het geluid van een alarm te horen. Verder zijn er geen geluiden te horen
2.33
0: Voertuig wordt gestart en er wordt flink gas gegeven. Het alarm is nog steeds te horen, maar het geluid is veel luider. Het geluid is zo luid dat het aannemelijk is dat het voertuig vlak bij het alarm staat. Op de achtergrond is te horen dat de mannen luid en snel door elkaar schreeuwen.
[B]: Instappen, instappen. Instappen!
[B]: Hard, hard, hard dicht!
0: Op de achtergrond wordt door de mannen geroepen "Stap in!"
2.34
[B]: We gaan! Stap in! Stap in! Stap in! Stap in!
0: Er wordt geclaxonneerd.
[B]: Stap in! Stap in! [naam] zit voor. Wat doe je?
[A]: Maak je niet druk joh.
N: Hou die tas zo..
[C]: Hou die tas goed.
N:.... is weg.
[C]: Je moet hem trekken... die tas.
N: Ik heb die tas vast...
[C]: Trek hem helemaal omhoog.
N: Relax joh niets aan de hand.
[C]: Helemaal omhoog en dan stap ik uit en doe ik die kofferbak dicht. Moet ik die kofferbak dichtdoen?
[A]: Nee joh niets aan de hand.
[C]: Moet ik die kofferbak
[B]: Hey maar luister ff, als we op de goeie weg zitten doen we het. Hou hem even vast.
N:...
Gegevens pijlbaken
Op 28 oktober 2010 omstreeks 03.38 uur is de genoemde Audi RS4 weer aangekomen bij de garagebox aan de [adres] te Soest.
Observatie en beelden
Door personeel van de politie Haaglanden werd onder andere op 28 oktober 2010 het volgende waargenomen46:
• om 03.47 reed de Audi RS4 over de [adres] en liet een persoon uitstappen bij de Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5],
• de Audi RS4 reed naar de garagebox en werd daar naar binnen gereden,
• de Opel Astra reed naar de garagebox, drie personen kwamen uit de garagebox en liepen naar de Opel Astra waarna deze wegreed,
• om 04.00 uur stond de Opel Astra geparkeerd op het terrein van benzinestation Esso Nijpoort aan de A27.
Naar aanleiding van de vorenstaande observatie werden door het benzinestation Esso Nijpoort aan de A27, op vordering van de officier van justitie te Den Haag, de beelden ter beschikking gesteld.47
Uit de beelden is gebleken dat de vier inzittenden van de Opel Astra op 28 oktober 2010 te 03.52 uur aankomen bij het benzinestation en zich ook naar de verkoopruimte begeven.
De verbalisant heeft vastgesteld dat bij het veiligstellen van de beelden is gebleken dat de tijd die bij de beelden staan vermeld 67 minuten afwijkt met de werkelijke tijd. In dit geval staat op de beelden dat het 02.52 uur betreft terwijl de werkelijke tijd dan 03.59 uur betreft.
Herkenning rechtbank
In het dossier zijn afdrukken van de beelden gevoegd. De rechtbank herkent de vier mannen als: [C], [A], [B] en [D].
Aangetroffen goederen bij doorzoekingen
Op 6 november 2010 te 10.50 uur werd onder leiding van de rechter-commissaris een doorzoeking ter inbeslagneming verricht, met het volgende resultaat.
• In het perceel [adres] te Utrecht, zijnde de woning van de verdachte [D] werden onder andere de onderstaande goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- polo Ralph Lauren (A.10.01.002)
- polo Ralph Lauren (A.10.01.003)
- spijkerbroek Seven For all Mankind (A.10.01.004)
- jas Ralph Lauren (A.13.01.001)48
• In het perceel [adres] te Utrecht, zijnde de woning van de verdachte [C]. werden onder andere de onderstaande goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- bodywarmer Ralph Lauren (D.01.02.002)
- 3 spijkerbroeken Seven For all Mankind (D.01.03.002)
- sweater (D.04.01.001)49
Doorzoeking [adres] te Soest (garagebox)
Op 6 november 2010 te 07.30 uur werd onder leiding van de officier van justitie mr. N.H. Vogelenzang, een doorzoeking ter inbeslagneming verricht in de garagebox aan de [adres] te Soest. In de garagebox werden onder andere de onderstaande goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- grijze Audi RS4, voorzien van Belgische kentekenplaten met het Belgische kenteken [kenteken 6] (F.01.01.001),
- 1 witte kuub zak met daarin: 7 kleerhanger zonder merk, 2 kleerhangers van het merk ETRO, 5 kleerhangers van het merk FAY, 2 bruine colberts, merk ETRO (model 10860), 1 grijs colbert, merk ETRO (model 10899), 1 bruin colbert, merk ESSENTIEL (MU20), 2 grijze pakken, merk ESSENTIEL (CH23) (F.01.01.004)50
Herkenning goederen
Door de aangever [aangever 4] werden de onderstaande goederen herkend als zijn eigendom:
- polo Ralph Lauren (A.10.01.002)
- polo Ralph Lauren (A.10.01.003)
- spijkerbroek Seven For all Mankind (A.10.01.004)
- jas Ralph Lauren (A.13.01.001)
- 2 van de 6 broeken Seven For all Mankind (B.03.02.001)
- bodywarmer Ralph Lauren (D.01.02.002)
- 3 spijkerbroeken Seven For all Mankind (D.01.03.002)
- 7 kleerhanger zonder merk, 2 kleerhangers van het merk ETRO, 5 kleerhangers van het merk FAY, 2 bruine colberts, merk ETRO (model 10860), 1 grijs colbert, merk ETRO (model 10899), 1 bruin colbert, merk ESSENTIEL (MU20), 2 grijze pakken, merk ESSENTIEL (CH23) (F.01.01.004)51
Relatie met een nog nader te bespreken feit
De rechtbank kent voor het bewijs van het thans besproken feit tevens waarde toe aan de omstandigheid, zoals die uit het onderstaande blijkt bij de bespreking van het aan verdachte bij dagvaarding parketnummer 09/754199-10 onder 5 ten lastgelegde feit (verwezen wordt naar de overwegingen hierna onder 5.3.8.) dat [A], [C], [B] en [D] op 6 november 2010, direct nadat de meergenoemde Audi van het plegen van een ramkraak te Breda was teruggekeerd in de garage te Soest, aldaar vlakbij die Audi zijn aangehouden terwijl een gedeelte van de in Breda weggenomen goederen zich in die Audi bevond. Deze omstandigheid draagt, gelet op de overeenstemmende modus operandi, bij tot het bewijs van dit feit.
Conclusie rechtbank
Op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat [A], [C], [B] en [D] zich in de nacht van 27 op 28 oktober 2010 naar de garagebox te Soest hebben begeven alwaar de eerder gestolen Audi was gestald. Vervolgens zijn zij in deze auto gestapt en daarmee naar Turnhout in België gereden, waar zij vervolgens in samenwerking met elkaar ingevolge een -uit de conversatie in de auto blijkend- tevoren opgevat plan zich door middel van braak toegang hebben verschaft tot de kledingwinkel in de [straat] en daarna goederen uit die winkel hebben weggenomen. Dat voert tot bewezenverklaring van het aan verdachte tenlastegelegde feit.
5.3.6. Zaak parketnummer 09/754199-10 feit 4: Diefstal bedrijf Barneveld
Aangifte
Op 2 november 2010 te 02.47 uur werd door [aangever 5] aangifte gedaan van diefstal door middel van braak uit perceel het [adres] te Barneveld.52
Kort weergegeven verklaarde de aangeefster dat:
- zij eigenaar is van kledingwinkel [winkel];
- zij op 2 november 2010 te 02.47 uur werd gebeld dat het alarm afging;
- zij naar de zaak is gegaan en zag dat een grote ruit was ingeslagen en er kleding op straat lag en er veel kleding is weggenomen, voornamelijk dure kleding.
Uit de bijlage weggenomen goederen53 is gebleken dat dit kleding van het merk Burberry, Monnalisa, Woolrich, II gufo, Armani, D&G, Napapijri, lkks, Ralph Lauren betreft.
Het schadebedrag is volgens aangeefster € 8975,48.
Beelden inbraak
Door de eigenaar van het bedrijf [winkel], gevestigd in perceel [adres] te Barneveld, werden beelden die in verband staan met de inbraak op 2 november 2010 afgegeven aan de politie.54
Deze beelden zijn ook terechtzitting vertoond. Daarop valt waar te nemen dat drie niet herkenbare mannen met een moker tegen de etalageruit aan slaan en schoppen en vervolgens de winkel betreden. In de winkel worden door de mannen zakken gevuld met kleding die op het trottoir voor de winkel worden neergelegd. Hierna komt een auto aanrijden en lopen en aantal mannen in de richting van deze personenauto met gevulde zakken. Vervolgens rijdt de personenauto weg.
Overige bevindingen op grond van telefoongegevens, peilbaken en opgenomen gesprekken
Telefoongegevens
Uit de opgenomen en uitgeluisterde gesprekken is het volgende gebleken55:
Op 1 november 2010 te 22.50 uur belt [B] naar [A]
In dit gesprek hebben ze het over de mist en dat het precies daar is.
Op 1 november 2010 te 23.02 uur belt [B] naar [A].
In dit gesprek zegt [B] dat hij nu vertrekt.
Op 1 november 2010 te 23.03 uur belt [A] naar [D].
In dit gesprek zegt [A] tegen [D] dat ze moeten opschieten omdat die ander al onderweg is.
Peilbaken Opel Astra
Op 29 oktober 2010 werd, op bevel van de officier van justitie, een technisch hulpmiddel aangebracht aan/in de Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5], in gebruik bij [B].
Uit de bakengegevens56 van de Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5], is gebleken dat deze op 1 november 2010
1) vanaf 23.25 tot en met 23.26 uur op de [straat] te Utrecht stilstond. Op de [straat] [nummer] te Utrecht verblijft [A].
2) vanaf 23.43 tot en met 23.47 uur op van [straat] te Utrecht stilstond. De van [straat] te Utrecht betreft een zijstraat van de [straat], alwaar op het adres [adres] [D] verblijft.
3) tussen 00.38 uur en 00.52 uur stil heeft gestaan op de A27 bij het benzinestation van de BP Voordaan.
Beelden BP Voordaan
Door personeel van het benzinestation BP Voordaan werden, op vordering van de officier van justitie te Den Haag, de beelden ter beschikking gesteld.57
De beelden zijn van 2 november 2011, tussen 00.00 uur en 01.59 uur.
Uit de beelden is gebleken dat de vier inzittenden van de Opel Astra zijn uitgestapt en naar de verkoopruimte zijn binnengegaan.
Herkenning rechtbank
In het dossier zijn afdrukken van de beelden gevoegd. De rechtbank herkent de vier mannen als: [C], [A], [B] en [D].
Vervolg bakengegevens Opel Astra
Uit de bakengegevens van de Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5], is gebleken dat deze op 2 november 2010 te 01.28 uur op de [adres] te Soest werd
Peilbakengegevens Audi RS4
Op 12 oktober 2010 heeft de officier van justitie op basis van artikel 126 g bevolen (samengevat) dat [A] vanaf 13 oktober 2010 geobserveerd kan worden en dat peilbakens kunnen worden aangewend in het voertuig in gebruik bij [A]58. Vervolgens is een peilbaken in de Audi RS4 aangebracht.
Uit de gegevens van het peilbaken blijkt dat op 2 november 2010 omstreeks 01.42 uur de genoemde Audi RS4 vanuit de garagebox aan de [adres] te Soest is vertrokken.
Op 2 november 2010 omstreeks 2.47 uur komt de Audi RS4 tot stilstand op [adres] te Barneveld waar deze tot en met 02.49 uur heeft gestaan59.
Bevel opnemen vertrouwelijke communicatie
Op 21 oktober 2010 heeft de rechter-commissaris de officier van justitie gemachtigd de communicatie in de personenauto, merk Audi RS4, kenteken [kenteken 1] op te nemen met machtiging de besloten plaats, te weten die auto, te betreden60. Ingevolge die machtiging is in de Audi op 22 oktober 2010 een technisch hulpmiddel geplaatst61.
Gesprekken, opgenomen in de Audi
In de Audi is op 28 oktober 2010 communicatie opgenomen. De in die Audi gevoerde gesprekken zijn beluisterd. Daarbij zijn stemmen herkend, op basis waarvan is vastgesteld62 dat de verdachten [A], [C], [B] en [D], inzittenden waren van de Audi RS4.
Een gedeelte van de opgenomen gesprekken wordt hieronder weergegeven63.
03.14.00 uur
Auto staat stil, motor draait en portier gaat open.
[Z=D] : Wat? Heb je kleine moker!
Hierop zegt NNman: Grote moker toch!
[Z=D]: Geef snel geef.
[A]: Dat is niets dat is niets.
Vervolgens spreken zij door elkaar, waarbij vermoedelijk ook afscheid wordt genomen van
03.47.00 uur
[C]: Deze zaak.
[A]: ovb
[A]: Deze is het.
[Z=D]: Nee verder.
[A]: Deze vriend, Malou, Marou (fon)
Door elkaar -ovb-: kinderkleding (onbekend wie wat zegt).
[A]: Deze deze is het, deze deze ja.
[B]: Ik ga terug naar -ovb-.
Auto stopt en motor draait nog.
[B]: Neem zakken mee, neem zakken mee. Portieren worden geopend en dicht gedaan.
[B]: Kofferbak dicht, kofferbak dicht. ([B] zit vermoedelijk nog in de auto) Kofferbak wordt dichtgedaan. Hierna rijdt de auto met hoge toeren weg.
Na ongeveer tien seconden staat de auto weer stil met draaide motor en de muziek aan. Op de achtergrond is te horen dat er vermoedelijk 3 keer tegen iets aan wordt geslagen. Muziek te horen.
03.49.00 uur
Auto rijdt met hoge toeren weg.
Auto komt tot stilstand.
Alarm op de achtergrond te horen.
Vervolgens is op de achtergrond het volgende te horen:
- Open open, maak open([Z=D]); Een hoop herrie en krakende geluiden;
- Navigatie te horen: Daarna;
- Instappen instappen (= [A]);
- Instappen instappen (= [B]);
- Kom op instappen (onbekend);
- kom -ovb- sneller (= [C] schreeuwend)
- Wordt geclaxonneerd (3x);
- Genoeg, moker. Waar is moker. Waar is moker? (= [A]);
- Kom op (= [C]);
- Wacht wacht (=[A]);
- [Z=D] ovb (= [A]);
- Oh jee (= [Z=D]);
- Pak de moker pak de moker ([A]);
- Wordt weer geclaxonneerd (1x);
Vervolg peilbakengegevens Audi RS4
Op 2 november 2010 omstreeks 02.49 uur rijdt genoemde Audi RS4 weg vanaf het [adres] te Barneveld waarna deze om 03.06 uur weer aankomt op [adres] te Soest.64
Observatie
Door personeel van de politie Haaglanden werd onder andere op 2 november 2010 waargenomen dat:
- om 02.58 uur op [adres] te Soest de Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5], geparkeerd staat,
- om 03.05 uur een Audi RS4 met gedoofde lichten hard [adres] te Soest oprijdt in de richting van garagebox [nummer].65
Doorzoekingen
Op 6 november 2010 werd, onder leiding van de rechter-commissaris, een doorzoeking ter inbeslagneming verricht in perceel [adres] te Utrecht, zijnde de woning van de verdachte [C].
Hierbij werden onder andere een viertal goederen van het merk Burberry, zijnde twee sweaters (D.04.02.001), 1 paar sokken (D.04.02.002) en een spijkerbroek (D.04.02.003) en een tas met daarin zogenaamde alarmtags (D.01.03.001) aangetroffen en inbeslaggenomen 66.
Herkenningen aangeefster
Op 9 december 2010 werden aan de aangeefster [aangever 5] de in beslag genomen goederen van het merk Burberry, zijnde twee sweaters (D.04.02.001), 1 paar sokken (D.04.02.002) en een spijkerbroek (D.04.02.003) getoond. Deze goederen werden door haar herkend als goederen uit haar collectie.67
Op 13 januari 2010 werden aan de aangeefster [aangever 5] de in beslag genomen alarmtags uit de tas (D.01.03.001) getoond. Deze alarmtags werden door haar herkend als soortgelijke alarmtags die zijn in haar winkel gebruikt.68
Relatie met een nog nader te bespreken feit
De rechtbank kent voor het bewijs van het thans besproken feit tevens waarde toe aan de omstandigheid, zoals die uit het onderstaande blijkt bij de bespreking van het aan verdachte bij dagvaarding parketnummer 09/754199-10 onder 5 ten lastgelegde feit (verwezen wordt naar de overwegingen hierna onder 5.3.8.) dat [A], [C], [B] en [D] op 6 november 2010, direct nadat de meergenoemde Audi van het plegen van een ramkraak te Breda was teruggekeerd in de garage te Soest, aldaar vlakbij die Audi zijn aangehouden terwijl een gedeelte van de in Breda weggenomen goederen zich in die Audi bevond. Deze omstandigheid draagt, gelet op de overeenstemmende modus operandi, bij tot het bewijs van dit feit.
Conclusie rechtbank
Op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat [A], [C], [B] en [D] zich in de nacht van 1 op 2 november 2010 naar de garagebox te Soest hebben begeven alwaar de eerder gestolen Audi was gestald. Vervolgens zijn zij in deze auto gestapt en daarmee naar Barneveld gereden, waar zij vervolgens in samenwerking met elkaar ingevolge een -uit de conversatie in de auto blijkend- tevoren opgevat plan zich door middel van braak toegang hebben verschaft tot de kledingwinkel aan het [adres] en daarna goederen uit die winkel hebben weggenomen. Dat voert tot bewezenverklaring van het aan verdachte tenlastegelegde feit.
5.3.7. Zaak parketnummer 09/650024-11 feit 2: Diefstal auto te Utrecht
Aangifte
[aangever 6] heeft op 2 november 2010 aangifte gedaan van diefstal van haar auto, een Fiat Cinquecento met kenteken [kenteken 4], waarvan zij eigenaar is69.
Op maandag 1 november 2010, omstreeks 22:30 uur, heeft aangeefster haar auto op de [straat] te Utrecht geparkeerd. De volgende dag, op dinsdag 2 november 2010, omstreeks 07:15 uur, zag zij dat haar auto niet op zijn plek stond.
Peilbaken Opel Astra voorafgaand aan de diefstal
Uit onderzoek in de peilbakengegevens van de Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5] is gebleken dat:
- de Opel Astra op 1 november 2010 omstreeks 23.04 uur vertrekt vanaf [straat] te Bodegraven, de omgeving van het verblijfadres van [B];
- de Opel Astra op 1 november 2010 tussen 23.25 uur en 23.47 uur stilstaat op verschillende locaties te Utrecht, welke zijn gelegen in de directe omgeving van de woon/verblijfadressen van [A], [C] en [D];
- de Opel Astra op 1 november 2010 tussen 23.59 uur en 2 november 2010 omstreeks 00.07 uur zich bevindt in de omgeving [adres aangever 6];
- de Opel Astra op 2 november 2010 tussen 00.38 uur en 00.51 uur stil staat bij een tankstation aan de A2770.
Camerabeelden inzittenden Opel Astra
Middels een bevel 126nd zijn van de bewakingscamera's van voornoemd tankstation de beelden van 2 november 2010 omstreeks 00.38 uur opgevraagd. Door de politie is te dien aanzien gerelateerd dat op de beelden te zien is dat een Opel Astra in een parkeervak bij het tankstation parkeert en dat er 4 mannen uit de Opel Astra stappen en de shop van het tankstation binnenlopen71.
In het dossier zijn afdrukken van deze beelden gevoegd72. De rechtbank herkent deze 4 mannen als: [C], [A], [B] en [D].
Taps verdachte en medeverdachten 1/2 november 2010
Uit afgeluisterde telefoongesprekken blijkt het volgende73:
Op 1 november 2010 omstreeks 21.33 uur wordt [B] (hierna: [B]), die gebruik maakt van het nummer [nummer 2] gebeld door [D] (hierna: [D]), die gebruik maakt van het nummer [nummer 4]. In dat gesprek wordt ondermeer het volgende gezegd:
[D]: Eentje hier heeft een sleutel begrijp je.
[B]: Regel jij het dan even met hem.
[D]: Eh?
[B]: Regel jij het.
[D]: Maar ik heb geen vervoer, ik moet naar Overvecht daar is die chikkie(fon).
[B]: Ik rijd nu de snelweg op als ik met jullie daar naar toe ga dan ga ik het niet meer redden
Op 1 november 2010 omstreeks 21.35 uur vindt er een gesprek plaats tussen [C] (hierna: [C]) en [D] (hierna: [D]. In dit gesprek wordt ondermeer het volgende gezegd:
[D]: Ik heb een sleutel begrijp je?
[C]: Ja.
[D]: Een kleine maar ik heb vervoer nodig om daar naar toe gaan.
[C]: We moeten vervoer regelen dus.
[D]: Ja regel vervoer, even naar Overvecht.
[C]: Oke is goed ik ga even kijken.
Op 1 november 2010 omstreeks 23.03 uur vindt er een gesprek plaats tussen [A] (hierna: [A]) en [D] (hierna: [D]. In dit gesprek wordt ondermeer het volgende gezegd:
[A]: Waar ben je?
[D]: Uuuuh Ik wacht hier op [naam] uuh ik wacht op die Bobby bij Casa en daarna ga ik snel effe naar Overvecht.
[A]: Hij is al onderweg hiernaartoe he.
[D]: He?
[A]: Hij is al onderweg hiernaartoe we moeten vaart maken.
[D]: Is goed.
[A]: Daarom snel snel [Z=D] [...]
[A]: Komt ie ze allemaal brengen naar jou?
[D]: Ja
[A]: Allemaal?
[D]: Ja
[A]: Ooh bel mij zo gelijk dan.
Op 1 november 2010 omstreeks 23.25 uur vindt er een gesprek plaats tussen [B] en [A]. Tijdens dat gesprek zegt [B] tegen [A] dat hij er is. [A] zegt: nog 1 minuut.
Op 1 november 2010 omstreeks 23.36 uur verstuurt het nummer [nummer 1] in gebruik bij [A] een sms bericht naar het nummer [nummer 4], in gebruik bij [D] met de tekst: " Allemaal moeten weg..."
Op 1 november 2010 omstreeks 23.36 uur ontvangt het nummer [nummer 1] in gebruik bij [A] een sms bericht van het nummer [nummer 4], in gebruik bij [D] met de test: " Ok "
In het proces-verbaal staat vermeld dat Overvecht de naam is een wijk in Utrecht, in welke de straat [adres aangever 6] is gelegen.
Verkeersgegevens telefoons
Uit de historische verkeersgegevens blijkt het volgende74:
* Op 1 november 2010 omstreeks 23.57 uur probeert het nummer [nummer 5] contact te krijgen met het nummer [nummer 1] in gebruik bij [A]. Er komt geen gesprek tot stand. Op het moment van dit contact straalt de telefoon van [A] een mast aan welke is gelegen aan de [adres aangever 6] te Utrecht.
* Op 2 november 2010 omstreeks 00.00 uur probeert het nummer [nummer 2], in gebruik bij [B] contact te krijgen met het nummer [nummer 4], in gebruik bij [D]. Er komt geen gesprek tot stand. Op het moment van het contact stralen beide telefoons een mast aan welke is gelegen aan de [adres aangever 6] te Utrecht.
Conclusie van de rechtbank
Op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, acht de rechtbank bewezen dat [A], [C], [D] en [B] zich op 2 november 2010 hebben schuldig gemaakt aan diefstal van de Fiat Cinquecento.
5.3.8. Zaak parketnummer. 09/754231-10 feit 5: Ramkraak Breda
Aangifte
[aangever 7] heeft op 6 november 2010 namens de [winkel] aangifte gedaan van inbraak in het bedrijf [winkel] te Breda, waarbij hij als beveiliger werkzaam is75. Na een inbraakmelding heeft hij in de nacht van 6 november 2010 camerabeelden bekeken. Daarop heeft hij waargenomen dat op 6 november 2010 tussen 02.34 en 02.39 uur met een auto de voordeur van het bedrijfspand van de [winkel] was ingeramd en vijf mannen met bivakmutsen digitale fotocamera's en mobiele telefoons in tassen hadden geladen en de winkel weer verlieten.
Namens de [winkel] is een goederenlijst verstrekt waarop een groot aantal fotocamera's en mobiele telefoons staat genoemd76.
Camerabeelden [winkel]
Door de politie zijn de op 6 november 2010 tussen 02.34 en 02.39 opgenomen camerabeelden van de [winkel] bekeken. Gerelateerd is dat op deze beelden te zien is dat een klein model personenauto de voorgevel van de [winkel] ramt, 5 personen met bivakmutsen de [winkel] door de geforceerde deur binnen komen, dat de personen met tassen naar de afdeling met mobiele telefoons en fotocamera's lopen, dat de tassen worden gevuld met mobiele telefoons en fotocamera's en dat de personen de tassen met goederen mee naar buiten nemen77.
Observatie 6 november 2010, 02.35 uur:
Op 6 november 2010 omstreeks 02.35 uur werd op vorenbedoelde locatie door het observatieteam de navolgende waarneming gedaan. Voor de [winkel] staat een Audi, type stationmodel en een Fiat Cinquecento voorzien van het kenteken [kenteken 4]. Deze Fiat rijdt meerdere keren tegen de gevel van de [winkel] en uiteindelijk de [winkel] binnen. Hierna lopen vijf à zes personen heen en weer tussen de [winkel] en de Audi.
Overige bevindingen op grond van observaties, peilbaken en opgenomen gesprekken
Algemeen
Zoals in het voorstaande bij de bespreking van de vorige feiten reeds is vermeld, heeft de officier van justitie bevolen dat [A] vanaf 13 oktober 2010 kon worden geobserveerd en dat daartoe ook peilbakens konden worden aangewend, alsmede dat in dit licht zowel de Audi RS4 met kenteken [kenteken 1], als de Opel Astra met kenteken [kenteken 5] op respectievelijk 22 oktober 2010 en 29 oktober 2010 van een peilbaken zijn voorzien.
Peilbaken Opel Astra voorafgaand aan de inbraak
Uit de analyse van de bakengegevens van de Opel Astra is ondermeer gebleken dat deze:
• op 5 november 2010 tussen 22.00 uur en 22.56 uur stil staat op het [adres] te Bodegraven;
• op 5 november 2010 omstreeks 23.38 en 6 november 00.43 uur op verschillende locaties in Utrecht en omgeving stopt en na ongeveer 4.38 weer wegrijdt van deze locatie;
• op 6 november 2010 omstreeks 00.59 uur stopt langs de A27 ter hoogte van Bilthoven.
• op 6 november 2010 omstreeks 01.19 uur stopt op het [adres] te Soest78.
Camerabeelden inzittenden Opel Astra
Uit onderzoek is gebleken dat op vorenbedoelde locatie langs de A27 een BP tankstation is gevestigd. Middels een bevel 126nd zijn van de bewakingscamera's van dit tankstation de beelden van 6 november 2010 omstreeks 1.00 uur opgevraagd.
Door de politie is gerelateerd dat hierop is te zien dat:
• omstreeks 01.00 uur een blauwe Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5], bij het BP station in een parkeervak parkeert;
• er 4 mannen uit de Opel Astra stappen. en worden herkend als [C], [A], [B] en [D];
• alle 4 de mannen de BP shop binnengaan;
• omstreeks 01.06 uur de voornoemde mannen in de Opel Astra stappen en wegrijden79.
In het dossier zijn afdrukken van deze beelden gevoegd80. De rechtbank herkent deze 4 mannen als: [C], [A], [B] en [D].
Observatie Opel Astra
Door het observatieteam is op 6 november 2010 omstreeks 03.00 uur gezien dat de Opel Astra, voorzien van het kenteken [kenteken 5], stond geparkeerd op [adres] te Soest81.
Peilbaken Audi RS4
Uit analyse van het van het peilbaken van de Audi RS4 is gebleken dat op 6 november 2010 de Audi RS4:
• omstreeks 01.26 uur wegrijdt vanaf [adres] te Soest;
• omstreeks 02.31 uur de snelweg verlaat en de woonboulevard te Breda rijdt;
• omstreeks 02.34 uur stilstaat op het [adres] te Breda;
• omstreeks 02.39 uur wegrijdt en de A16 oprijdt in noordelijke richting;
• omstreeks 05.00 uur stopt op het [adres] te Soest82.
Observatie Audi RS4
Door het observatieteam is waargenomen dat omstreeks 05.00 uur een Audi RS4, voorzien van Belgische kentekenplaten, met hoge snelheid rijdt op [adres] te Soest in de richting van de kelderboxen83.
Bevel opnemen vertrouwelijke communicatie
Zoals in het vorenstaande bij de bespreking van de vorige feiten reeds is vermeld heeft de rechter-commissaris op 21 oktober 2010 de officier van justitie gemachtigd de communicatie in de Audi RS4 op te nemen met machtiging de besloten plaats, te weten die auto, te betreden. Ingevolge die machtiging is in de Audi RS4 op 22 oktober 2010 een technisch hulpmiddel geplaatst.
Gesprekken, opgenomen in de Audi RS4
In de Audi RS4 is op 6 november 2010 communicatie opgenomen. De in die Audi RS4 gevoerde gesprekken zijn beluisterd. Daarbij zijn stemmen herkend, op basis waarvan is vastgesteld84 dat op 6 november 2010 vanaf 02.39 uur de verdachten [A], [C], [B] en [D], inzittenden waren van de Audi RS4.
Een gedeelte van de opgenomen gesprekken wordt hieronder weergegeven85.
[A] ([A])
[C] ([C])
[D] ([D])
[B] ([B])
Opmerking verbalisant (O)
Geen stemherkenning (N)
02.42 uur
[C]: Lekker jongen, lekker....nvb... lekker.
O: De mannen praten druk door elkaar heen. Het klinkt alsof de mannen buiten adem zijn. De mannen hijgen tijdens het spreken.
N: Ik zit helemaal gek te worden in die... nvb.... Sigaret gerookt... nvb.
[A]: ... nvb... in die tassen gegooid.
[C]: ... nvb waren vol, we konden niets meer doen.
N: Wat hebben we? Camera's?
N: Ja camera's en zo.
02.46 uur
[B]: Ik ga niet op ze wachten. We moeten zo snel mogelijk... nvb.
02.56 uur
[...]
[D]: Ja, een tas heb ik vol gemaakt... nvb. andere tas heb ik gewoon gepakt, daar ging jij toch mee door?
[B] Eén tas hebben we gewoon laten staan.
[B]: Groene?
N: Ja
N: Met spullen? [B]: he?
N: met spullen er in?
[B]: Ja.
N: Nee joh.
[C]: Die met die camera's hebben die jongens he?
[D]: Ja die hebben we hier, ik heb deze meegenomen
[C]: Dus onze tassen zijn daar?
N: ja maar ik weet niet of alle drie daar ziten.
0: Het klinkt alsof de motor van het voertuig is afgezet.
[C]:... nvb alledrie zitten...
[D]: Drie groene zakken? ["Y"], drie groene zakken?
N: Nee man, we hebben twee hier.
N: Ja ik zei toch al.
[C]: Wie heeft die geladen?
[D]: Ik weet het niet, iedereen had bivakmuts... snel
[C]: Ik heb zelf geladen. Ik heb één groene zak geladen en die andere heb ik in de kofferbak gegooid, dat is t
[C]: Maakt niet uit... wij hebben hun tassen, zij hebben onze... nvb.
[... ]
02.58 uur
0: Geluid klinkt alsof er tassen worden opengemaakt, of geritst.
[C]: Hebben we goed geladen?
N: ... nvb geladen toch?
[D]: Jij riep mij, [naam] jij riep mij toch?
[A]: Ja, jij ging hun achterna...
[D]: Ja ik liep achter jou aan, ik dacht dat jij dat was. Jij riep mijn naam en toen pas herkende ik jou. Ik liep...wie liep ik achterna?
[A]: Mijn broer, mijn broer.
[D]: Jouw broer...Ik liep voorop dat weet ik
N:... nvb... Blackberry... nvb. De rest.... nvb....
[...]
N: We missen nog en tas
N: Een Marokkaanse tas.
N: Een Marokkaanse tas?
N: Die heb ik aan [X=B] gegeven.
N: ... twee groene zakken
[B]: Er liggen hier een Marokkaanse tas achterin en twee... nvb
N: Twee legertassen, één legertas hebben hun nog.
[A]: Ik weet, ik heb twee zakken gevuld ik. Samen eentje met jou, allebei met jou. Allebei hebben we gevuld legertassen, eentje helemaal vol.
N: Die ligt in de kofferbak, die andere helemaal vol met Blackberry's nvb.... garagebox... nvb.
[...]
[A]: Weet je toen die rolluik naar achteren ging, alsof er iemand jarig was of zo, alsof het Oud & Nieuw was. Iedereen schreeuwde jeeeeeeeeee! Hahaha!
[A]: ... nvb duwde, stond tegen die raam aan....
N: nvb van de auto? Toen die uit stapte?
N: Ja... hij was open... voor het zelfde geld gaat ie nooit kapot.
N: Waar had je die sleutel gelaten dan Bol?
[C]: Ik had die gelijk weg gegooid ik denk aan laten...
N: Nee maar die was precies lang genoeg.. nvb.
[B]: Ja maar hij had toch ook uit kunnen vallen bij een deur, bij rammen en zo.
N: Je wist dat die schroevendraaier moeilijk ging. Misschien ging die in één keer, misschien... nvb... die tandje gebroken...
N: Zie je nou wel dat zo een klein auto'tje hem echt wel er uit haalt.
[B]: Het lijkt mij wel, ook moeilijk hoor. Ging niet echt soepel.
[C]: Maar weet je waarom, weet je waarom, weet je waarom? Nee, weet je waarom?
0: Mannen spreken door elkaar heen.
[C]: Die eerste draai, die eerste klap in die deur... nvb.
N: Die heeft hem wat lichter gemaakt.
[C]: Toen heeft ie hem wel lekker geraakt perfect..
03.01 uur
[B]:... nvb... ik zei laat, laat.... heel die deur....heel die rolluik open....nvb.
N: Zo al die lichten gingen aan....
N: Ik deed nog fuck you in de camera.
N:....nvb. [...]
Aanhouding en aantreffen gestolen goederen
Op 6 november 2010 te 05.00 uur werden te Soest nabij de garagebox aan [adres] [A], [C], [D] en [B] aangehouden. Ook is de Audi RS4 aangetroffen in de garagebox, voorzien van een Belgisch kenteken86. De autosleutel van de Audi werd op de grond aangetroffen in de nabijheid van [B]87.
Op 7 november is de Audi RS4 doorzocht. Tijdens deze doorzoeking zijn onder meer de volgende goederen aangetroffen88. In de kofferbak twee zakken met een grote hoeveelheid telefoontoestellen/fotocamera's, twee tassen met een grote hoeveelheid telefoontoestellen. Op de achterbank vier fotocamera's. Blijkens de foto's van deze aangetroffen goederen waren deze voorzien van alarmtags en tie-rips met opschrift "[winkel]"89.
Verklaring verdachte [B]:
Verdachte [B] heeft bij de politie verklaard dat hij betrokken is geweest bij de ramkraak in Breda90.
Conclusie van de rechtbank
Op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat [A], [C], [D] en [B] zich in de nacht van 5 op 6 november 2010 met de Opel Astra naar de garagebox te Soest hebben begeven alwaar de eerder gestolen Audi was gestald. Vervolgens zijn zij naar Breda gereden, waar zij vervolgens in onderlinge samenwerking met een Fiat Cinquecento de pui van het winkelbedrijf "[winkel]" hebben ingereden, het winkelbedrijf zijn binnengegaan en daarna mobiele telefoons en fotocamera's uit dat winkelbedrijf hebben weggenomen. Dat voert tot bewezenverklaring van het aan verdachte tenlastegelegde feit.
5.3.10 Zaak parketnummer 09/754199-10 feit 6: Criminele vereniging
De rechtbank acht bewezen dat verdachte, samen met [C], [B] en [D], heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, te weten afpersing, diefstal door twee of meer verenigde personen en diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
De rechtbank verwijst naar al hetgeen is overwogen omtrent de in het voorgaande besproken tenlastegelegde feiten alsmede de in dat kader aangehaalde bewijsmiddelen, en beschouwt die overwegingen als hier herhaald en ingelast. Daaruit valt af te leiden dat tussen verdachte en genoemde personen sprake was van een samenwerkingsverband dat er op was gericht vervoermiddelen ter beschikking te krijgen teneinde daarmee snel van en naar de plaats des misdrijfs te komen alsmede auto's te stelen waarmee zo nodig met geweld de toegang tot winkels en/of bedrijven kon worden verschaft, waarna daaruit in zeer korte tijd geld en/of goederen weg konden worden genomen. Gelet op de efficiënte wijze waarop de misdrijven werden gepleegd kan het niet anders dan dat er tussen de deelnemers aan die misdrijven een zekere rolverdeling was, ook al kan de rechtbank de details van die rolverdeling niet vaststellen. Wel is aannemelijk dat [B] -naast zijn duidelijke rol in het plegen van de misdrijven zelf- in elk geval de rol uitoefende van vervoerder van en naar de plaats waar de snelle auto was gestald en naar benzinestations waar -naar valt aan te nemen- de voor de snelle auto benodigde brandstof werd aangeschaft.
5.3.11 Zaak parketnummer 09/650024-11 feit 3: Heling taxibord c.a.
Aantreffen goederen
Op 6 november 2010 heeft een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden in de garagebox aan [adres] te Soest91. Deze box was eerder door verdachte gehuurd van [eigenaar]92.
Bij deze doorzoeking zijn onder meer in beslaggenomen: een taxibord met opschrift UTC Utrechtse Taxi Centrale en drie magneetstrippen met opschrift93.
Aangifte en herkenning
[aangever 8] heeft op 11 november 2011 aangifte gedaan94 van diefstal vanaf een aan hem toebehorende taxi van een lichtbank van de Utrechtse Taxicentrale alsmede een aantal magneetplaten.
Het in voornoemde garagebox aangetroffen taxibord is op 3 december 2010 aan aangever [aangever] teruggegeven waarbij deze dit heeft herkend als het van hem gestolen taxibord95.
Verklaring verdachte
Verdachte heeft, ook desgevraagd ter terechtzitting, geen verklaring over de in de garagebox aangetroffen goederen willen afleggen
Oordeel van de rechtbank
Nu het taxibord alsmede de magneetplaten zijn aangetroffen in de bij verdachte in gebruik zijnde garagebox en verdachte daarvoor geen aannemelijke verklaring heeft kunnen of willen geven acht de rechtbank bewezen dat verdachte heeft moeten begrijpen dat het hier van misdrijf afkomstige goederen betrof. Dat voert tot bewezenverklaring van de aan verdachte tenlastegelegde schuldheling. Van de impliciet primair tenlastegelegde opzetheling zal verdachte worden vrijgesproken, nu de rechtbank dat feit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
5.3.12 Zaak parketnummer 09/650024-11 feit 4: Heling stroomstootwapen.
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie, dit feit niet wettig en overtuigend bewezen zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
5.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 09/754199-10:
1.
op 18 oktober 2010 te Beverwijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [aangever 1] heeft gedwongen tot de afgifte van sleutels en een personenauto (merk Audi Rs4, kenteken [kenteken 1]), toebehorende aan die [aangever 1],
welk geweld bestond uit:
- op die [aangever 1] af lopen en
- het beetpakken van die [aangever 1] en
- van achteren een arm om de nek van die [aangever 1] draaien en
- vervolgens de keel van die [aangever 1] dicht drukken en
- die [aangever 1] op de grond duwen;
2.
op 25 oktober 2010 te Bodegraven tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen mobiele telefoons en een kassalade met inhoud toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, door:
- tegen de rolluik en de voorpui van voornoemde winkel te rijden en
- vervolgens met een personenauto (Opel met kenteken [kenteken 2]) de winkel in te rijden en
- vervolgens de winkel binnen te gaan;
3.
op 28 oktober 2010 te Turnhout (België) tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen kledingstukken toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, door:
- een ruit van voornoemde winkel in te slaan en
- vervolgens de winkel binnen te gaan;
4.
op 2 november 2010 te Barneveld tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen kledingstukken, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, door:
- een ruit in te slaan en
- vervolgens voornoemde winkel binnen te gaan;
5.
op 06 november 2010 te Breda tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen mobiele telefoons en fotocamera's toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, door:
- de voorpui van een winkel in te rijden met een personenauto (een Fiat Cinquecento) en
- vervolgens de winkel binnen te gaan;
6.
in de periode van 01 oktober 2010 tot en met 06 november 2010 in Nederland en België heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten (een samenwerkingsverband tussen verdachte en [B] en [C] en [D]), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het overtreden van artikel 317 Wetboek van Strafrecht en artikel 311 Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van de gewijzigde dagvaarding met parketnummer 09/650024-11:
1.
op 23 oktober 2010 te Bodegraven tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een bedrijf (te weten [naam] Autoservice) heeft weggenomen een auto (Volkswagen Caddy, kenteken [kenteken 3]) toebehorende aan [taxibedrijf ], zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik te hebben gebracht door het openbreken van (rol)deuren;
2.
op 02 november 2010 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (Fiat Cinquecento, kenteken [kenteken 4]) toebehorende aan [eigenaar];
3.
op 06 november 2010 te Soest,
- een taxibord en
- 3 magneetplaten
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde taxibord en magneetplaten redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
6. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
8. De straf
8.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar en zes maanden met aftrek van de tijd in verzekering is doorgebracht.
8.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft benadrukt dat hetgeen aan verdachte is tenlastegelegd geen slachtoffers kent en de uitvoering van de feiten een amateuristische indruk maakt. De documentatie van verdachte kan bovendien worden getypeerd als gering. Deze feiten en omstandigheden heeft de verdediging ten onrechte niet zien terugkeren in de door de officier van justitie geformuleerde eis.
8.3. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en met de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
De officier van justitie heeft, nadat zij haar eis had geformuleerd, -daarnaar door de rechtbank gevraagd- een nadere toelichting gegeven op de door haar gehanteerde strafmaat. Zij heeft aangegeven dat zij ten aanzien van de opbouw van de straf tot uitgangspunt heeft genomen dat haars inziens voor het eerste feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 tot 24 maanden zal moeten volgen, alsmede dat zij de overige feiten typeert als bedrijfsinbraken waarvoor zij als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden per bedrijfsinbraak hanteert. Tevens heeft de officier van justitie aangegeven rekening te hebben gehouden met de documentatie alsmede de rol van verdachte bij de verschillende feiten.
De rechtbank heeft bij het bepalen van na te noemen straf naast de eis van de officier van justitie en hetgeen door de verdediging is aangevoerd nadrukkelijk de LOVS oriëntatiepunten als uitgangspunt genomen. In deze oriëntatiepunten is, in afwijking van hetgeen de officier van justitie als grondslag van haar strafmaat hanteert, aangegeven dat bij een overval met meer dan licht geweld (waarbij met licht geweld bedoeld wordt een enkele ruk of duw zonder noemenswaardig letsel) als ter oriëntatie te gebruiken strafmaat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaar heeft te gelden. Voor een ramkraak (in georganiseerd verband en met aanzienlijke schade) geldt een oriëntatiepunt van 9 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf en voor een bedrijfsinbraak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden.
Tegen de achtergrond van voornoemde vertrekpunten heeft de rechtbank verder acht geslagen op de navolgende feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank de eerste 6 bewezenverklaarde feiten leidend acht.
Naar het oordeel van de rechtbank worden de overval en de vijf inbraken alle gekenmerkt door een grote mate van berekendheid en raffinement en, in lijn daarmee, met een aanzienlijke graad van organisatie. Zo is van het eerste feit duidelijk dat dit niet zonder nauwgezette voorbereiding en planning had kunnen plaatsvinden. Die planning blijkt treffend uit de in de taps kort vóór het plegen van het feit te horen vaststelling dat "de lichten uit zijn". Dat wijst er op dat de daders zich goed op de hoogte hadden gesteld van de wijze waarop het slachtoffer aan het eind van de werkdag zijn bedrijf placht af te sluiten en om vervolgens met zijn auto te vertrekken. Bovendien is deze overval begaan met het oog op de daaropvolgende feiten: het ging om het bezit van een snelle auto ten behoeve van de nachtelijke bedrijfsinbraken. Omstandigheden als het gebruik van bivakmutsen, gestolen kentekenplaten en het bewust niet tanken met deze auto maar met een andere, dragen al evenzeer bij aan de indruk van organisatie en berekendheid. Tevens acht de rechtbank in dit verband van belang dat in een aantal van de zaken een voorverkenning heeft plaatsgevonden.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat het eerste feit zich kenmerkt door fors geweld. Weliswaar zonder direct fysiek letsel, maar de snelheid waarin een en ander plaatsvond, het gebruik van bivakmutsen, het verbale geweld, het vastpakken bij de nek en dwingen op de grond te gaan liggen, in onderlinge samenhang bezien, merkt de rechtbank aan als aanzienlijk geweld van een schokkende en intimiderende aard.
Bovendien kenmerken ook de overige feiten zich door een grove minachting van andermans goederen. De enorme schade, ook bij kleine zelfstandigen, ten gevolge van het, ten aanzien van één feit op het laatste moment besloten, rijden van een auto door de pui alsmede de totale veronachtzaming van de diepe inbreuk op andermans bezittingen - zoals te zien op door de officier van justitie ter terechtzitting getoonde beelden - en de daarmee bij de eigenaren opgeroepen gevoelens van gekwetstheid en onveiligheid heeft de rechtbank als in hoge mate schokkend ervaren. Ieder moreel besef van het eigendomsrecht van een ander lijkt afwezig. Daarbij komt dat bij dit alles puur en alleen winstbejag als drijfveer kan hebben gediend.
In dit verband heeft het de rechtbank in hoge mate verbaasd dat verdachte op geen enkele wijze enige mate van inzicht in de forse strafwaardigheid van het handelen heeft getoond. Veeleer heerste er op zitting een ongeïnteresseerde, tussen verdachte en de overige verdachten soms zelfs lacherige, sfeer.
De raadsvrouwe heeft haar stelling dat de uitvoering van de strafbare feiten zich kenmerkt door amateurisme onderstreept door mede te delen dat zij en haar confrères naderhand samen nog wel even hebben moeten lachen over de manier waarop de inbraak in Bodegraven werd uitgevoerd, zoals dat bleek uit de ter zitting getoonde beelden. De rechtbank heeft in die beelden, waaruit blijkt dat met grof geweld een winkeldeur wordt ingeslagen en vervolgens een grote hoeveelheid goederen wordt weggenomen, niets lachwekkends kunnen bespeuren. En zij veronderstelt dat de aanblik van de ontstane ravage ook niet aanstonds op de lachspieren van de eigenaresse van deze winkel in baby- en kinderkleding zal hebben gewerkt. Daarmee is ook de stelling van de raadsvrouwe dat er in deze zaak geen sprake is van slachtoffers (omdat de verzekering immers toch alles betaalt) ontzenuwd.
De rechtbank ziet in alle voornoemde omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, rekening houdend met de documentatie, geen aanleiding om af te wijken van hetgeen door de LOVS als oriëntatiepunt is geformuleerd. Dat betekent dat de rechtbank een zwaardere straf zal opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
9. De inbeslaggenomen goederen
9.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht) onder 3, 4 en 5 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard en dat de onder 1, 2 en 7 genummerde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage B aan dit vonnis is gehecht) onder 1 genummerde voorwerp zal worden onttrokken aan het verkeer.
9.2. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst die als bijlage A aan dit vonnis gehecht onder 3, 4 en 5 genummerde voorwerpen, verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen de onder parketnummer 09/754199-10 onder 1 tot en met 6 bewezenverklaarde feiten zijn begaan.
De rechtbank zal de op de beslaglijst die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht onder 1, 2 en 7 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van deze voorwerpen de onder parketnummer 09/754199-10 onder 1 tot en met 6 bewezenverklaarde feiten zijn begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank zal het op de beslaglijst die als bijlage B aan dit vonnis is gehecht onder 1 genummerde voorwerp onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
10. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33a, 36c, 36d, 57, 140, 310, 311, 317 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
11. De beslissing
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij gewijzigde dagvaarding met parketnummer 09/650024-11 onder 4 tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/754199-10 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde feiten en bij gewijzigde dagvaarding met parketnummer 09/650024-11 onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 van 09/754199-10:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
ten aanzien van feit 2, 3, 4 en 5 van 09/754199-10 en feit 1 primair en van 09/650024-11:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2 primair van 09/650024-11:
Diefstal door twee of meer verenigde personen
ten aanzien van feit 6 van 09/754199-10:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
ten aanzien van feit 3 van 09/650024-11:
schuldheling
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht onder 3, 4 en 5 genummerde voorwerpen, te weten:
- 3. één spanband;
- 4. drie mutsen;
- 5. één muts en handschoenen;
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht onder 1, 2 en 7 genummerde voorwerpen, te weten:
- 1. één betonschaar, kleur rood;
- 2. één moker, kleur zwart;
- 7. één hamer, merk Gamma;
verklaart onttrokken aan het verkeer het op de beslaglijst die als bijlage B aan dit vonnis is gehecht onder 1 genummerde voorwerp, te weten:
- 1. één stroomstootwapen, merk Security.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.W. du Pon, voorzitter,
mrs O.M. Harms en I.E.W. Gonzales, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. W. Gunnewegh, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juli 2011.
1 Methodieken dossier [A], blz. 19 - 25.
2 T.a.p. blz. 6-10.
3 Proces-verbaal zaak dossier Audi RS4, p 65
4 T.a.p., p 70
5 Methodiekendossier [A], p 33
6 Methodiekendossier [C], p 29
7 Proces-verbaal zaak dossier Audi RS4, p 20 t/m 59
8 P-v verdachtendossier [B], p 13
9 Proces-verbaal zaak dossier Audi RS4, p 3
10 P-v verdachtendossier [D], p 12
11 Proces-verbaal zaak dossier Audi RS4, p 60
12 T.a.p., p. 106
13 T.a.p., p 74
14 T.a.p, p 76
15 T.a.p, p 137
16T.a.p, p 20 t/m 59
17 Proces-verbaal zaak dossier Audi RS4, p 111
18 Proces-verbaal zaak dossier Audi RS4, p 130
19 Proces verbaal [adres] Bodegraven, p17
20 T.a.p., p 7 e.v.
21 T.a.p., p 14 t/m 16
22 T.a.p. p 73
23 T.a.p. p 83
24 T.a.p. p 90
25 Proces-verbaal dossier [adres] Bodegraven, p 55
26 T.a.p., p 77
27 T.a.p., p 74
28 T.a.p., p 25
29 T.a.p., p 27 t/m 32
30 Methodiekendossier [A] p 11
31 Proces-verbaal dossier [adres] Bodegraven, p 36
32 Dit betreft de door [B] gehuurde Opel Astra, zie de bespreking van de diefstal van de Audi, hierboven onder 5.3.2.
33 T.a.p., p 33
34 Methodiekendossier [A], p 145
35 T.a.p., p 148
36 Nader door de officier van justitie overgelegde processen-verbaal, allen genummerd PL1500_201079286 d.d. 31 maart 2011, 18 mei 2011 en 19 mei 2011.
37 Proces-verbaal dossier [adres] Bodegraven, p 40 e.v.
38 Proces-verbaal zaak dossier [straat] Turnhout, bijlage blz. 100
39 T.a.p. blz. 103.
40 Methodiekendossier [A] p 11
41 T.a.p. blz. 65-67.
42 Methodiekendossier [A], p 145
43 T.a.p., p 148
44 Nader door de officier van justitie overgelegde processen-verbaal, allen genummerd PL1500_201079286 d.d. 31 maart 2011, 18 mei 2011 en 19 mei 2011.
45 Proces-verbaal zaak dossier [straat] Turnhout, p 68 e.v.
46 T.a.p. blz. 78-79.
47 T.a.p. blz. 82 - 101 (foto's blz. 85-98).
48 T.a.p. 102-110.
49 T.a.p. 118-127.
50 T.a.p. 128-130.
51 T.a.p. blz. 147-157.
52 Proces-verbaal zaak dossier [adres] Barneveld, blz. 95
53 T.a.p. blz. 99-112.
54 T.a.p. blz. 125-140.
55 T.a.p., p 31 e.v.
56 T.a.p. blz. 44-48.
57 T.a.p. blz. 49-70.
58 Methodiekendossier [A] p 11
59 Proces-verbaal zaak dossier [adres] Barneveld,p 71-74
60 Methodiekendossier [A], p 145
61 T.a.p., p 148
62 Nader door de officier van justitie overgelegde processen-verbaal, allen genummerd PL1500_201079286 d.d. 31 maart 2011, 18 mei 2011 en 19 mei 2011.
63 Proces-verbaal zaak dossier [adres] Barneveld,, p 75 e.v.
64 T.a.p. blz. 71-74.
65 T.a.p. blz. 92-94.
66 T.a.p. blz. 141-150.
67 T.a.p. blz. 167.
68 T.a.p. blz. 168-169.
69 Proces verbaal Fiat Cinquecento, p 8 e.v.
70 T.a.p., p 18 e.v.
71 T.a.p., p. 36 e.v.
72 T.a.p., p 40 e.v.
73 T.a.p., p 22 e.v.
74 T.a.p., p 32 e.v.
75 Proces verbaal [adres] Breda, p 67
76 T.a.p. p 74 e.v.
77 T.a.p. p 183 e.v.
78 T.a.p., p 92 e.v.
79 T.a.p., p 98 e.v.
80 T.a.p., p 40 e.v.
81 T.a.p., p 229 e.v.
82 T.a.p., p 118 e.v.
83 T.a.p., p 229 e.v.
84 Nader door de officier van justitie overgelegde processen-verbaal, allen genummerd PL1500_201079286 d.d. 31 maart 2011, 18 mei 2011 en 19 mei 2011.
85 Proces-verbaal dossier [adres] Breda, p 168 e.v.
86 T.a.p., p 238 e.v.
87 T.a.p., p 232
88 T.a.p., p 241 e.v.
89 T.a.p, p 246 e.v.
90 T.a.p., p 295
91 Dossier Taxibord, p 4
92 T.a.p., p 8
93 T.a.p., p 5
94 T.a.p., p 20
95 T.a.p., p 26