ECLI:NL:RBSGR:2011:BR0771
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geen nieuw terugkeerbesluit nodig bij volgende inbewaringstelling van vreemdeling
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 14 juni 2011 uitspraak gedaan in een beroep tegen de inbewaringstelling van een vreemdeling, eiser, die van Soedanese nationaliteit is. Eiser was op 25 mei 2011 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had eerder, op 10 december 2010, een terugkeerbesluit ontvangen, waaruit bleek dat hij op de hoogte was van zijn verplichting om Nederland te verlaten. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe terugkeerbesluit nodig was voor de inbewaringstelling, omdat eiser niet had voldaan aan de voorwaarden van het eerdere besluit en niet had aangetoond dat hij Nederland had verlaten.
Eiser had beroep ingesteld tegen de vrijheidsontnemende maatregel, waarbij hij aanvoerde dat verweerder ten onrechte geen lichter middel had toegepast dan bewaring. De rechtbank overwoog dat ingevolge de Terugkeerrichtlijn een vreemdeling alleen in bewaring kan worden gesteld als er een terugkeerprocedure loopt. De rechtbank concludeerde dat de eerdere uitreiking van het terugkeerbesluit voldeed aan deze vereiste. Eiser had geen nieuwe argumenten aangedragen die de noodzaak van een nieuw besluit zouden rechtvaardigen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank oordeelde dat de toepassing van de vrijheidsontnemende maatregel in overeenstemming was met de wet en dat deze maatregel gerechtvaardigd was na afweging van alle betrokken belangen. Eiser had de gronden voor de maatregel niet betwist en de rechtbank vond geen aanleiding om af te wijken van de beslissing van verweerder om geen lichter middel toe te passen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.