ECLI:NL:RBSGR:2011:BR0278
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in brandstichtingszaak bij supermarkt na gewapende overval
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ervan werd beschuldigd samen met anderen op 17 december 2010 brand te hebben gesticht bij de Spar in Moerkappelle, gemeente Zuidplas. De verdenking volgde op een gewapende overval die enkele dagen eerder had plaatsgevonden, waarbij een van de overvallers gewond raakte en later overleed. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank de verdachte wettig en overtuigend bewezen zou verklaren dat hij het primair ten laste gelegde feit had begaan. De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de brandstichting.
Tijdens de zittingen op 19 mei en 23 juni 2011 heeft de rechtbank het bewijs en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. De rechtbank concludeerde dat er aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overval, maar dat deze aanwijzingen niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen. De rechtbank oordeelde dat de aanwijzingen van verdachtes betrokkenheid bij de brandstichting weliswaar ernstige bezwaren opleverden, maar dat deze niet voldoende wettig en overtuigend bewijs vormden voor een veroordeling.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij de brand had gesticht of had geprobeerd dit te doen. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij de officier van justitie ligt en dat deze niet was voldaan. Het vonnis werd uitgesproken door de rechters L. Alwin, B. Bastein en J.J. Peters, in aanwezigheid van griffier W.H. Ng.