ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ9215
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vertrouwensbeginsel bij aanslagen afvalstoffenheffing
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 mei 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, [X], en de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag over de aanslagen afvalstoffenheffing voor de belastingjaren 2009 en 2010. Eiseres, die een etage huurt in een pand dat niet kadastraal is gesplitst, betwistte de rechtmatigheid van de aanslagen. Ze voerde aan dat de aanslagen ten onrechte aan haar zijn opgelegd, omdat zij de etage slechts incidenteel gebruikt voor het geven van yogalessen en logies, en dat zij haar huishoudelijk afval meeneemt naar haar woonadres. Eiseres stelde bovendien dat eerdere aanslagen over de jaren 2005 tot en met 2007 zonder motivering zijn vernietigd, wat haar het vertrouwen gaf dat de huidige aanslagen ook onterecht waren.
De rechtbank oordeelde dat eiseres terecht had kunnen menen dat de heffingsambtenaar een bewuste standpuntbepaling had gevolgd, wat haar een in rechte te beschermen vertrouwen wekte. De rechtbank concludeerde dat de aanslagen op grond van het vertrouwensbeginsel dienden te worden vernietigd. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de aanslagen en de uitspraken op bezwaar, en gelastte de gemeente om de door eiseres betaalde griffierechten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van het vertrouwensbeginsel in het bestuursrecht, vooral in situaties waar de belastingplichtige mag vertrouwen op een consistente gedragslijn van de belastingautoriteiten.