ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ9067
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een belastingzaak met beschuldigingen van corruptie en partijdigheid
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 juni 2011 een mondeling verzoek tot wraking afgewezen. Verzoeker, die in persoon procedeerde, had mr. [X] gewraakt, de rechter die betrokken was bij zijn belastingzaak. Verzoeker voerde aan dat er sprake was van gerechtelijke dwalingen en corruptie binnen de rechterlijke macht en de Belastingdienst. Hij stelde dat mr. [X] lid was van een criminele organisatie en dat er bewijs uit zijn huis was gestolen. Verzoeker had eerder een wrakingsverzoek ingetrokken, maar na een mislukte mediation opnieuw een verzoek ingediend. De wrakingskamer behandelde het verzoek op 31 januari 2011 en wees het af op 14 februari 2011, waarna de behandeling van de hoofdzaak werd voortgezet.
Tijdens de zitting op 30 mei 2011 was verzoeker niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. Mr. [X] verdedigde zich tegen de beschuldigingen en stelde dat zijn lidmaatschap van Minerva geen invloed had op zijn functioneren als rechter. Hij ontkende de beschuldigingen van partijdigheid en rekken van de zaak. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker zijn gronden niet voldoende had onderbouwd en dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid van mr. [X]. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
De wrakingskamer besloot het verzoek tot wraking af te wijzen en bepaalde dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.