ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ8459

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
6 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/9363
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.P. Smit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening DNA-onderzoek in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 april 2011 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een DNA-onderzoek. Verzoeker, een Guineese nationaliteit, had eerder een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) aangevraagd, welke door de minister voor Buitenlandse Zaken was afgewezen. Bij een eerdere uitspraak op 15 oktober 2010 (AWB 10/29714) was de verweerder opgedragen om een DNA-onderzoek uit te voeren. Verzoeker en zijn vader reisden van Conakry, Guinee, naar Bamako, Mali, om DNA-materiaal af te staan. Echter, door een fout van de verweerder was het onderzoek met dit materiaal niet meer mogelijk. De verweerder erkende deze fout en bood verzoeker en zijn vader de mogelijkheid om opnieuw DNA-materiaal af te staan, maar verzoeker gaf aan financieel niet in staat te zijn om deze reis opnieuw te maken. Hij verzocht om behandeld te worden alsof hij in het bezit was van een mvv.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de verweerder een fout had gemaakt en dat het louter in de gelegenheid stellen om opnieuw DNA-materiaal af te staan onvoldoende was. De rechter wees het verzoek toe en droeg de verweerder op om op zijn kosten te zorgen voor transport en verblijf naar Bamako, Mali, zodat verzoeker en zijn vader daar opnieuw DNA-materiaal konden afstaan. Dit alles op straffe van een dwangsom van € 200,-- per dag dat verweerder niet aan deze verplichting voldeed, met een maximum van € 20.000,--. Daarnaast werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten, begroot op € 874,--, en moest het griffierecht van € 152,-- aan verzoeker vergoeden. De voorzieningenrechter maakte duidelijk dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstond.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE
Sector Bestuursrecht
Zittinghoudende te Amsterdam
zaaknummer: AWB 11/9363
V-nr: [V-nr]
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken van 6 april 2011 in de zaak tussen
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] 2006, van Guineese nationaliteit, verzoeker,
gemachtigde A.C.M. Nederveen, advocaat te Amsterdam
en
de minister voor Buitenlandse Zaken,
verweerder,
gemachtigde mr E. de Jong, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Zitting hebben:
Mr. J.P. Smit, voorzieningenrechter,
Mr. J. Krikke, griffier.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2011. Partijen zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
Met inachtneming van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk na sluiting van het onderzoek ter zitting mondeling uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft hierbij aan partijen meegedeeld dat tegen de uitspraak geen rechtsmiddel open staat.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek toe;
- draagt verweerder op om, binnen twee weken na heden, verzoeker en zijn vader in staat te stellen van Conakry, Guinee, naar Bamako, Mali, te reizen, daar te verblijven en terug te reizen, om aldaar DNA-materiaal af te staan, een en ander op kosten van verweerder, op straffe van een dwangsom van € 200,-- per dag dat verweerder daaraan niet voldoet met een maximum van € 20.000,--;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten, begroot op € 874,-- te betalen aan de griffier van deze rechtbank;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 152,-- aan verzoeker moet vergoeden.
Motivering
Verzoeker heeft een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) aangevraagd. Verweerder heeft bij besluit van 9 april 2010 deze aanvraag afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
Bij uitspraak van 15 oktober 2010 (AWB 10/29714) heeft de voorzieningenrechter verweerder opgedragen een DNA-onderzoek uit te voeren.
Verzoeker en zijn vader zijn hiervoor van Conakry, Guinee, naar Bamako, Mali, gereisd waar zij bij de Nederlandse vertegenwoordiging aldaar DNA-materiaal hebben afgestaan. Zij zijn vervolgens weer terug gegaan naar Conakry, Guinee.
Verweerder heeft het DNA-materiaal vervolgens verzonden naar Sanquin te Amsterdam opdat aldaar het DNA-onderzoek zou plaatsvinden. Door een fout van verweerder zijn bij de verzending de benodigde formulieren niet bijgevoegd. Toen deze fout eenmaal was ontdekt, was het materiaal inmiddels te verouderd om nog een deugdelijk onderzoek te verrichten. Verweerder erkent dat zij deze fout hebben gemaakt en stelt verzoeker en zijn vader in staat om opnieuw DNA-materiaal af te staan.
Verzoeker voert aan dat zij financieel niet in staat zijn om nogmaals deze reis en het verblijf in Bamako, Mali, te kunnen betalen. Verzoeker vraagt dan ook om behandeld te worden als ware hij in het bezit van een mvv.
De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder een fout heeft gemaakt en dat van verweerder verwacht mag worden dat hij die fout op een of andere manier herstelt. Het louter in de gelegenheid stellen om opnieuw DNA-materiaal af te staan is daartoe te mager. Het verzoek van verzoeker gaat echter ook te ver. Waar nog steeds onduidelijkheid is over de afstamming, is een voorziening die waarschijnlijk onomkeerbaar is op dit moment nog niet op zijn plaats. Meer in aanmerking komt de voorziening dat verweerder op zijn kosten zorgt voor transport en verblijf naar Bamako, Mali, om aldaar DNA-materiaal af te staan. De voorzieningenrechter zal aldus het verzoek toewijzen en verweerder in de kosten veroordelen.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
griffier voorzieningenrechter
afschrift verzonden op:
Conc.: JK
Coll.:
D: C
VK
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.