ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ6457
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. van Baardewijk
- I.M. Talstra - Touwen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van partneralimentatie na vaststelling van samenwoning als waren zij gehuwd
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 mei 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de beëindiging van de partneralimentatie. De man had verzocht om beëindiging van zijn alimentatieplicht, stellende dat de vrouw samenwoonde met een ander als waren zij gehuwd. De rechtbank had eerder, op 1 juni 2010, de man toegelaten tot het leveren van bewijs van deze stelling. Tijdens de procedure zijn getuigen gehoord en zijn verschillende stukken ingediend, waaronder verklaringen van getuigen die de samenwoning bevestigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een affectieve relatie tussen de vrouw en de man met wie zij samenwoonde, en dat deze relatie bestendigheid en duurzaamheid vertoonde. De rechtbank oordeelde dat de vrouw vanaf 1 juli 2009 samenwoonde met deze man, en dat de alimentatieplicht van de man met ingang van deze datum beëindigd diende te worden. De vrouw werd bovendien veroordeeld om de na deze datum betaalde partneralimentatie terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, omdat de man niet nodeloos een procedure had aangespannen. De beslissing werd genomen na zorgvuldige afweging van de getuigenverklaringen en de ingediende stukken, waarbij de rechtbank de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen bevestigde. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke omstandigheden van samenwoning in relatie tot de alimentatieplicht.