ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ6240
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.Th. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Erkenning van de Nederlandse nationaliteit van een minderjarige geboren uit een Egyptisch huwelijk
Op 19 mei 2011 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kind, verzocht om vaststelling van de Nederlandse nationaliteit van haar kind. Het verzoek was ingediend op 5 september 2010, met als argument dat het kind, geboren op [geboortedatum] 2009 in Egypte, recht heeft op de Nederlandse nationaliteit omdat de vader van het kind, [echtgenoot van verzoekster], de Nederlandse nationaliteit bezit. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft in een brief van 28 februari 2011 aangegeven het verzoek te steunen en geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling. De officier van justitie heeft zich hierbij aangesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van verzoekster en haar echtgenoot, gesloten op 11 juni 2008 in Cairo, Egypte, door de Nederlandse rechtsorde wordt erkend. Dit betekent dat het kind, geboren uit dit huwelijk, recht heeft op de Nederlandse nationaliteit op basis van afstamming, zoals bepaald in artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat het huwelijk geldig is en dat de vader, [echtgenoot van verzoekster], als Nederlandse nationaliteit bezittende, de juridische vader van het kind is.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat [kind van verzoekster] vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Deze beschikking is gegeven door mr. M.Th. Nijhuis en is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. De uitspraak bevestigt de erkenning van de Nederlandse nationaliteit van het kind, wat van groot belang is voor de juridische status van de minderjarige in Nederland.