ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ6214
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Arbeidsovereenkomst en sociale uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 januari 2011, stond de vraag centraal of de werkgever verplicht was om de IVA-uitkering van de werknemer aan te vullen tot het salaris dat de werknemer voor zijn arbeidsongeschiktheid verdiende. De werknemer, die sinds 1 februari 1986 als servicemonteur in dienst was bij zijn voormalige werkgever, werd na de overname van de servicecontracten en bedrijfsauto's door de nieuwe werkgever in dienst genomen. In de arbeidsovereenkomst was een bepaling opgenomen die de werkgever verplichtte om de sociale uitkeringen van de werknemer aan te vullen tot het salaris tot de leeftijd van 65 jaar, indien de werknemer buiten zijn schuld arbeidsongeschikt raakte.
De kantonrechter oordeelde dat de bepaling in de arbeidsovereenkomst niet voor een andere uitleg vatbaar was en dat de werkgever niet gehouden was om de uitkering aan te vullen, omdat de werknemer in zijn tweede ziektejaar meer dan 70% van zijn loon ontving. De rechter stelde vast dat de arbeidsovereenkomst niet was beëindigd en dat de regeling in de arbeidsovereenkomst niet van toepassing was. De vorderingen van de werknemer werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in arbeidsovereenkomsten en de toepassing van het Haviltex-criterium bij de uitleg van contractuele bepalingen. De rechter concludeerde dat de vorderingen van de werknemer in een eventuele bodemprocedure geen kans van slagen zouden hebben, waardoor de gevraagde voorziening werd geweigerd.