ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ6177
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de Terugkeerrichtlijn op de overdracht van vluchtelingen aan Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 mei 2011 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Somalische eiser, die in afwachting was van een beslissing op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning. De rechtbank oordeelde dat de overdracht aan Italië, in het kader van de Europese Overeenkomst inzake de overdracht van verantwoordelijkheid met betrekking tot vluchtelingen, niet valt onder het begrip 'terugkeer' zoals gedefinieerd in de Terugkeerrichtlijn. Dit betekent dat de minister voor Immigratie en Asiel geen terugkeerbesluit had hoeven nemen, en dat de rechtmatigheid van de bewaring enkel aan nationale wetgeving kan worden getoetst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 2 mei 2011 in bewaring is gesteld met het oog op zijn uitzetting, en dat hij op 3 mei 2011 beroep heeft ingesteld tegen deze maatregel. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die stelde dat er een terugkeerbesluit had moeten worden uitgevaardigd, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de Italiaanse autoriteiten op 9 mei 2011 om overname van de eiser waren verzocht, en dat er zicht op uitzetting aanwezig was, aangezien de Italiaanse autoriteiten nog niet hadden aangegeven de eiser niet te willen overnemen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt de noodzaak van internationale samenwerking en de rol van nationale wetgeving in het proces van bewaring en uitzetting van vreemdelingen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.