ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ3145
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verplaatsing van de warenmarkt in verband met Koninginnedag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 15 april 2011 uitspraak gedaan over het verzoek om een voorlopige voorziening van de vennootschap onder firma [A] en [B]. Het geschil betreft de verplaatsing van de warenmarkt van zaterdag 30 april 2011 naar vrijdag 29 april 2011, in verband met de viering van Koninginnedag. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Leiden, heeft deze beslissing genomen op basis van de bijzondere omstandigheden die Koninginnedag met zich meebrengt, waaronder de kindervrijmarkt die op deze dag wordt georganiseerd. De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de combinatie van de weekmarkt en de kindervrijmarkt niet haalbaar is, gezien de veiligheidsaspecten en het gebrek aan alternatieve locaties.
Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit en stelt dat de verplaatsing van de weekmarkt leidt tot een aanzienlijke schade door het verlies van inkomsten. De voorzieningenrechter merkt op dat verzoekster niet heeft gespecificeerd hoe groot deze schade is en dat de financiële gevolgen van het besluit niet het normale ondernemersrisico te boven gaan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de belangen van verzoekster niet zwaarder wegen dan de belangen van de lokale gemeenschap en de veiligheid van de kinderen tijdens de kindervrijmarkt.
De uitspraak benadrukt het belang van de lokale tradities en de veiligheid van evenementen, en bevestigt dat het college bevoegd is om markten te verplaatsen in het belang van de gemeenschap. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep kan worden ingesteld.