ECLI:NL:RBSGR:2011:BP6478
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van asielzoeker naar Slowakije en toepassing van de Terugkeerrichtlijn
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 februari 2011 uitspraak gedaan in een beroep van een eiser, geboren op 1 september 1991 en van Georgische nationaliteit, tegen een besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel. Eiser was uitgezet naar Slowakije op basis van de Dublinverordening (Verordening (EG) nr. 343/2003). De rechtbank oordeelde dat Slowakije niet kan worden aangemerkt als een land van doorreis in de zin van de Terugkeerrichtlijn (Richtlijn 2008/115/EG). De rechtbank stelde vast dat er geen sprake was van 'terugkeer' zoals bedoeld in artikel 3 van de Terugkeerrichtlijn, omdat de Dublinverordening van toepassing was. Dit leidde tot de conclusie dat eiser niet onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn valt, waardoor het begrip openbare orde in de context van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) niet richtlijnconform hoeft te worden uitgelegd.
De openbare behandeling van het beroep vond plaats op 17 februari 2011, waarbij eiser en verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde maatregel van bewaring op 15 februari 2011 was opgeheven in verband met de uitzetting van eiser. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor het toekennen van schadevergoeding op grond van artikel 106 van de Vw 2000, en dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. J. de Gans, rechter, in tegenwoordigheid van G.F. Meiland, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 24 februari 2011.