ECLI:NL:RBSGR:2011:BP5342
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de Terugkeerrichtlijn op grensdetentie en de noodzaak van een terugkeerbesluit
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 3 februari 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de toepassing van de Terugkeerrichtlijn in het kader van grensdetentie. Eiser, een Iraakse nationaliteit, werd op 6 januari 2011 de toegang tot Nederland geweigerd op de luchthaven Schiphol. De rechtbank diende te beoordelen of de maatregel van grensdetentie, zoals vastgelegd in artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), rechtmatig was zonder dat er een voorafgaand terugkeerbesluit was genomen. Eiser stelde dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing was en dat het ontbreken van een terugkeerbesluit de maatregel onrechtmatig maakte.
De rechtbank overwoog dat artikel 15, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn geen terugkeerbesluit vereist voor het opleggen van de maatregel, mits er een terugkeerprocedure loopt. De rechtbank concludeerde dat in het geval van eiser, waar de toegang tot Nederland was geweigerd, het besluit tot toegangsweigering impliceerde dat een terugkeerprocedure was aangevangen. Dit betekende dat er geen afzonderlijk terugkeerbesluit nodig was voor de toepassing van de vrijheidsbeperkende maatregel.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank benadrukte dat Nederland de Terugkeerrichtlijn niet had omgezet in nationale wetgeving, maar dat dit niet betekende dat de richtlijn niet van toepassing was. Eiser had recht op een direct beroep op de Terugkeerrichtlijn, en de rechtbank oordeelde dat de maatregel van grensdetentie niet in strijd was met de Vw 2000. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.