ECLI:NL:RBSGR:2011:BP4554
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.Th. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het Nederlanderschap na vernietiging van erkenningen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 februari 2011, hebben verzoekers, bestaande uit vijf personen, een verzoekschrift ingediend om vast te stellen dat zij de Nederlandse nationaliteit bezitten. Dit verzoek volgde op de vernietiging van hun erkenningen door de rechtbank Amsterdam in 2008. De verzoekers, die allen meerderjarig waren ten tijde van de vernietiging, stelden dat zij hun Nederlanderschap hadden verkregen door erkenning door een Nederlander in hun minderjarigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erkenningen, hoewel vernietigd, geen invloed hebben op het Nederlanderschap van de verzoekers, omdat zij op het moment van vernietiging al meerderjarig waren. De IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) heeft bevestigd dat de verzoekers de Nederlandse nationaliteit bezitten, en de rechtbank heeft dit oordeel overgenomen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten van het geding door partijen zelf gedragen dienen te worden. De beslissing is genomen in het kader van de Rijkswet op het Nederlanderschap, waarbij de rechtbank concludeert dat de verzoekers met ingang van hun erkenning de Nederlandse nationaliteit bezitten, en dat de minderjarige dochter van een van de verzoeksters ook het Nederlanderschap heeft verkregen bij haar geboorte.