3.De beslissing
- beveelt een onderzoek door een deskundige;
- benoemt tot deskundige: de heer drs. ing. J. Wernsing, verbonden aan Grontmij Nederland B.V. (postadres: Postbus 119, 3990 DC Houten), teneinde een onderzoek in te stellen en schriftelijk en met redenen omkleed antwoord te geven op de volgende vragen:
Kunt u een beschrijving geven van de verontreinigingssituatie in 2002 en in 2006 van de percelen van Amex en van Allemansgeest, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de verontreiniging tussen ondiep, middeldiep en diep grondwater?
Had Amex vanaf 2002 maatregelen kunnen treffen die hadden kunnen voorkomen dat de pluim van verontreiniging zich uitbreidde tot de percelen in Krimwijk II?
a. Kunt u ten aanzien van de in het antwoord op deze vraag genoemde maatregelen toelichten wat de effecten van die maatregelen zouden zijn geweest op de pluim van verontreiniging?
b. Had één van deze maatregelen of een samenstel van die maatregelen de schade die Allemansgeest stelt te lijden door de eisen waaraan zij bij de grondwateronttrekking dient te voldoen (zoals het monitoren en zo nodig zuiveren van het grondwater), kunnen voorkomen?
3. Voor zover maatregelen genomen hadden kunnen worden:
a. Waren dit maatregelen in het kader van een multifunctioneel saneren of maatregelen die leiden tot het isoleren en beheersen van de verontreiniging en tot het controleren van de effecten van het isoleren en beheersen (IBC-maatregelen)?
b. Wat zijn de kosten van de maatregelen die Amex dusdoende sinds 2002 had kunnen nemen?
c. Hoe verhouden zich de kosten van deze maatregelen tot de effecten daarvan?
4. Had Amex vanaf 2006 maatregelen kunnen treffen die hadden kunnen voorkomen dat de pluim van verontreiniging zich uitbreidde tot de percelen in Krimwijk II?
a. Kunt u ten aanzien van de in het antwoord op deze vraag genoemde maatregelen toelichten wat de effecten van die maatregelen zouden zijn geweest op de pluim van verontreiniging?
b. Had één van deze maatregelen of een samenstel van die maatregelen de schade die Allemansgeest stelt te lijden door de eisen waaraan zij bij de grondwateronttrekking dient te voldoen (zoals het monitoren en zo nodig zuiveren van het grondwater), kunnen voorkomen?
5. Voor zover maatregelen genomen hadden kunnen worden: wat zijn de kosten van de maatregelen die Amex dusdoende sinds 2006 had kunnen nemen?
6. Hebt u overigens nog opmerkingen die door deze kwestie van belang kunnen zijn?
- bepaalt dat elk van partijen als voorschot op de kosten van de deskundige een bedrag van € 4.875 exclusief BTW, zijnde € 5.801,25 inclusief BTW, ter griffie van de rechtbank dient te deponeren, in totaal dus € 11.602,50, door overmaking op rekening 56.99.90.580, ten name van Ministerie van Veiligheid en Justitie Arrondissement
’s-Gravenhage, onder vermelding van zaak- en rolnummer 327209 / HA ZA 08-4264;
- bepaalt dat de deskundige de rechtbank zal verzoeken om vaststelling van een nader voorschot indien en zodra de deskundige in de loop van het onderzoek blijkt dat dit meer gaat kosten dan oorspronkelijk begroot;
- bepaalt dat het voorschot uiterlijk op 13 juli 2011 dient te zijn gestort en in voorkomend geval het nadere voorschot binnen twee weken na bekendmaking daarvan door de griffier;
- bepaalt voorts dat, indien de bedoelde voorschotten niet tijdig worden voldaan, de wederpartij van degene die het voorschot niet betaalt de zaak na sommatie van de niet betalende partij (bij vervroeging) kan opbrengen voor vonnis onder het gelijktijdig nemen van een akte waarin van een en ander melding wordt gemaakt;
- bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden pas behoeft aan te vangen nadat de griffier van deze rechtbank hem zal hebben bevestigd dat het voormelde voorschot ter griffie zijn ontvangen;
- bepaalt dat de deskundige zijn schriftelijke, gemotiveerde en ondertekende rapport, met een gespecificeerde declaratie, uiterlijk drie maanden nadat de griffier heeft meegedeeld dat het voorschot is voldaan, zal doen toekomen aan de civiele griffie van deze rechtbank, Prins Clauslaan 60 (postbus 20302, 2500 EH) te ’s‑Gravenhage, met vermelding van het zaaknummer en het rolnummer van deze zaak;
- bepaalt dat de deskundige zijn onderzoek zelfstandig zal verrichten, ter plaatse en ten tijde als hem goeddunkt en dat hij in zijn rapport zal vermelden op welke wijze hij partijen in de gelegenheid heeft gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen alsmede of van die gelegenheid gebruik is gemaakt en, zo ja, wat dergelijke opmerkingen en verzoeken hebben ingehouden;
- bepaalt dat de advocaat van Allemansgeest een kopie van alle gedingstukken aan de deskundige ter beschikking zal stellen, met uitzondering van productie 4 bij de akte uitlaten, van de zijde van Allemansgeest, van 2 maart 2011;
- bepaalt dat de griffier een afschrift van dit vonnis aan de deskundige zal zenden;
- bepaalt dat, indien door de deskundige – ondanks de betaling van het (nadere) voorschot – niet wordt overgegaan tot de gevraagde rapportage, de meest gerede partij hiervan mededeling doet aan de rechtbank;
- beveelt een persoonlijke verschijning van partijen zelf – beide deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die bevoegd is tot het treffen van een minnelijke regeling – met hun advocaten, met de 2.7 vermelde doeleinden, ter zitting van mr. H.F.M. Hofhuis op een nader door hem te bepalen tijdstip, in het gebouw van de rechtbank, Prins Clauslaan 60 te ’s-Gravenhage;
- bepaalt dat de datum van de te houden comparitie, na overleg met partijen en de deskundige, zal worden bepaald nadat de griffier van de rechtbank exemplaren van het bij de griffie ingeleverde deskundigenbericht heeft toegezonden aan partijen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.M. Hofhuis en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2011.