ECLI:NL:RBSGR:2010:BV4224

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
14 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/037069-01
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een psychiatrische stoornis

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 14 december 2010 uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld bij arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage op 9 april 2002. De vordering tot verlenging met twee jaar werd ingediend door de officier van justitie op 9 september 2010 en is op 30 november 2010 in raadkamer behandeld. De terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn advocaat, heeft zich niet verzet tegen de gevorderde verlenging. De rechtbank heeft kennisgenomen van het dossier, inclusief eerdere beslissingen en een advies van een psychiater.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling, die oorspronkelijk was opgelegd voor misdrijven gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam, inmiddels de maximale termijn van vier jaar heeft overschreden. Desondanks oordeelt de rechtbank dat verlenging mogelijk is, gezien de aard van de feiten en de ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie ontvankelijk verklaard en de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen, om de veiligheid van anderen te waarborgen en de terbeschikkinggestelde de nodige begeleiding te bieden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling rekening gehouden met het positieve verloop van de behandeling van de terbeschikkinggestelde en de noodzaak van ondersteuning om terugval in risicovol gedrag te voorkomen. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen, waaronder artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, toegepast en geconcludeerd dat de verlenging van de terbeschikkingstelling gerechtvaardigd is. De beslissing is genomen in het belang van de algemene veiligheid van personen en de terbeschikkinggestelde zelf.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Parketnummer: 09/037069-01
Kenmerk RK: 10/3700
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft de volgende beslissing gegeven op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 9 september 2010, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 14 september 2010.
De vordering.
De vordering strekt tot verlenging met twee jaar van de termijn gedurende welke:
[terbeschikkinggestelde]
geboren op [geboortedatum] 1960 te [geboorteplaats]
thans verpleegd wordende in [kliniek]
bij arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 april 2002 ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 29 oktober 2002 en laatstelijk met 2 jaar werd verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 27 november 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het dossier, waartoe behoren voormelde beslissingen, alsmede na te melden advies.
Het advies.
Het op 24 augustus 2010 op grond van artikel 509o, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, waarbij de in dat artikel bedoelde aantekeningen zijn overgelegd, strekt tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Het advies is ondertekend door drs. P.A.J. Hulsbos, psychiater, plaatsvervangend hoofd van de inrichting, verbonden aan voornoemde kliniek.
De behandeling in raadkamer.
De terbeschikkinggestelde, bijgestaan door mr. G.Th.J. Bos, advocaat te Leiderdorp, is op 30 november 2010 in raadkamer gehoord.
De terbeschikkinggestelde heeft zich in raadkamer niet verzet tegen de gevorderde verlenging van de terbeschikkingstelling.
De raadsman heeft zich in raadkamer gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De officier van justitie heeft in raadkamer gepersisteerd bij de vordering.
De heer M.A.M. Moons, verbonden aan voornoemde kliniek, is als deskundige in raadkamer gehoord.
De ontvankelijkheid van de vordering.
In het kader van de ontvankelijkheid van de vordering dient de rechtbank allereerst de vraag te beantwoorden of de totale duur van de terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven kan gaan.
Het Gerechtshof 's-Gravenhage, dat de terbeschikkingstelling aan terbeschikkinggestelde heeft opgelegd, heeft dienaangaande in zijn arrest van 9 april 2002 overwogen dat de terbeschikkingstelling gezien de aard van de bewezenverklaarde feiten, indien verlengd, maximaal vier (4) jaar kon duren. De termijn van vier jaren is inmiddels overschreden. De vraag is of de terbeschikkingstelling desondanks kan worden verlengd.
Artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr), bepaalt dat de terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven kan gaan als deze is opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De terbeschikkingstelling is aan terbeschikkinggestelde opgelegd ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en verkrachting, meermalen gepleegd, bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd, hetgeen is strafbaar gesteld in artikel 285 Sr. Genoemde wettelijke bepaling is opgenomen in titel XVIII Sr, inzake misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. De vraag of er bij overtreding van artikel 285 Sr is voldaan aan het vereiste van artikel 38e, eerste lid Sr (de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen) laat zich naar het oordeel van de rechtbank slechts gedifferentieerd beantwoorden; het is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Doorslaggevend hierbij is of aannemelijk is dat de door terbeschikkinggestelde geuite bedreigingen daadwerkelijk ten uitvoer gelegd zouden kunnen worden. Voor de beoordeling hiervan is in dit geval het volgende van belang.
Terbeschikkinggestelde heeft drie voor hem bekende personen en een uit de media bekend persoon bestookt met brieven met daarin bedreigingen. Hij heeft deze brieven met zijn naam ondertekend.
Uit psychiatrisch onderzoek dat destijds in het kader van de strafzaak is uitgevoerd, kwam naar voren dat hij deze feiten heeft gepleegd onder invloed van een ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens in de vorm van chronisch recidiverende psychotische en randpsychotische ziekteverschijnselen en oordeels- en kritiekstoornissen ten gevolge van schizofrenie of een schizo-affectieve stoornis.
Terbeschikkinggestelde heeft ter zitting van het Gerechtshof 's-Gravenhage verklaard dat hij zich onder omstandigheden in staat achtte tot ernstige gewelddadigheden.
Gelet op de wijze waarop de bedreigingen zijn geuit en de psychische toestand waar terbeschikkinggestelde in verkeerde in combinatie met zijn vermogen om ernstige gewelddadigheden te plegen, acht de rechtbank het aannemelijk dat terbeschikkinggestelde de door hem geuite bedreiging daadwerkelijk ten uitvoer had kunnen leggen. De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat, ook al is terbeschikkinggestelde veroordeeld voor bedreigingen in de zin van artikel 285 Sr, sprake is van misdrijven die gericht waren tegen of gevaar veroorzaakten voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Dit leidt ertoe dat de terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven kan gaan en dat verlenging derhalve (in beginsel) mogelijk is.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de officier van justitie ontvangen in zijn vordering.
Beoordeling van de vordering.
Eerdergenoemd advies, zoals in raadkamer door de deskundige is toegelicht stelt - kort samengevat - onder meer:
Terbeschikkinggestelde lijdt aan een psychiatrische stoornis die als blijvend moet worden beschouwd. Hij is daar op dit moment ook goed van doordrongen.
Terbeschikkinggestelde is een gemotiveerde patiënt waar de samenwerking goed mee verloopt. Hij is medicatietrouw geweest, is niet teruggevallen in alcoholmisbruik en er hebben zich geen incidenten voorgedaan. Hij is in staat voor zichzelf te zorgen en hij heeft een behoorlijk zicht op zijn problematiek.
In het proces naar toenemende zelfstandigheid ervaart hij angst en onzekerheid en er zijn momenten zichtbaar waarop zijn psychische conditie zichtbaar labieler wordt. Terbeschikkinggestelde heeft ook aangevoerd dat hij bang is om terug te vallen in psychoses waarbij hij zichzelf niet meer in de hand heeft en dat hij steun van vertrouwde mensen nodig heeft bij zijn verdere ontwikkeling naar zelfstandigheid. Ook Moons heeft ter zitting in aanvulling op het advies aangevoerd dat het evenwicht van terbeschikkinggestelde thans nog broos is en dat het wegvallen van de steun van de kliniek tot psychische episodes zou kunnen leiden.
Als terbeschikkinggestelde zichzelf stevig genoeg voelt om met minder steun te kunnen functioneren, zal een overgang richting proefverlof in gang worden gezet. Zowel terbeschikkinggestelde als de kliniek, bij monde van de heer Moons, zijn van oordeel dat het proces richting proefverlof niet binnen twee jaren is afgerond.
Om ook op langere termijn de maatschappelijke veiligheid te waarborgen, en om ervoor te zorgen dat terbeschikkinggestelde zich buiten blijvend op zijn gemak gaat voelen moet duidelijk worden hoe het uiteindelijk met zijn draagkracht is gesteld. Of hij uiteindelijk voldoende stevigheid zal hebben om het te redden met minder begeleiding valt op dit moment nog niet te zeggen.
Teneinde terbeschikkinggestelde de voor hem noodzakelijke zekerheid en veiligheid te kunnen bieden adviseert de kliniek de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
De rechtbank acht zich voldoende ingelicht door het advies, de overgelegde wettelijke aantekeningen en het verhandelde in raadkamer.
De maatregel van terbeschikkingstelling is zoals hiervoor reeds is vermeld toegepast terzake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en verkrachting, meermalen gepleegd, bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd, derhalve misdrijven gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
De ontwikkeling van terbeschikkinggestelde over de afgelopen twee jaar is onverminderd positief. De rechtbank is met de kliniek en terbeschikkinggestelde van oordeel dat de terbeschikkingstelling voor een periode van twee jaar dient te worden verlengd teneinde hem de steun en begeleiding te bieden, zodat hij niet terugvalt in risicovol en grensoverschrijdend gedrag en het huidige beperkte recidiverisico wordt gehandhaafd en verstevigd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen verlenging eist en dat de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd.
Toepasselijke wetsartikelen.
Artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling, zoals hierboven omschreven, met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven te 's-Gravenhage door mr. G.H.M. Smelt, voorzitter, mrs. S.M. Christiaan en R. van Zeijst - Repelaer van Driel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G. van Beek, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 december 2010.