Parketnummer 09/758054-10
Datum uitspraak: 5 november 2010
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
adres: [adres].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 22 oktober 2010.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. Willemse en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. M.M. Kuyp, advocaat te 's-Gravenhage, en door de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij
in of omstreeks de periode van 01 apr 2010 tot en met 9 juli 2010 te
's-Gravenhage en/of te Rotterdam, althans in Nederland een of meer wapens van
categorie III, te weten:
- een (of meer) (3 stuks) revolver(s) en/of
- een alarm- startpistool/revolver (merk [merk]) en/of
munitie van categorie III, te weten:
- een (of meer) (13 stuks) [merk/type] en/of
- een (of meer) (20 stuks) scherpe volmantel revolver munitie [merk/type] en/of
- een (of meer) (13 stuks) scherpe volmantel pistool munitie [merk/type] en/of
- een (of meer) (10 stuks) scherpe munitie [merk/type]e en/of
- een (of meer) (27 stuks) scherpe munitie [merk/type] en/of
- een (of meer) (5 stuks) scherpe munitie 380 en/of
- een (of meer) (100 stuks) scherpe munitie [merk/type],
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
hij
op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 apr 2010 tot
en met 9 juli 2010 te 's-Gravenhage en/of te Rotterdam, althans in Nederland,
zonder erkenning, (telkens) een (of meer) wapen(s) van categorie III (te weten
revolver(s) en/of (al dan niet omgebouwde alarm-) pisto(o)l(en) en/of munitie
van categorie III heeft vervaardigd, getransformeerd, overgedragen, vervoerd,
uitgewisseld, ter beschikking gesteld, hersteld, beproefd en/of verhandeld
terwijl hij daarvan een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 55 lid 4 Wet Wapens en Munitie
art 13 lid 1 Wet Wapens en Munitie
art 9 lid 1 Wet Wapens en Munitie
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
3.1 Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft met betrekking tot het ten laste gelegde feit 2 aangevoerd dat sprake is van een "obscure libel" en de dagvaarding met betrekking tot dit feit 2. nietig is. In het kort komt het verweer hier op neer dat aan verdachte een groot aantal handelingen wordt verweten, welke zijn ontleend aan even zovele wetsartikelen uit de Wet wapens en munitie, en dat de tenlastelegging wordt afgesloten dat verdachte van deze handelingen een beroep of gewoonte heeft gemaakt. De raadsman stelt dan ook dat niet aanstonds uit het dossier valt af te leiden welke van de bedoelde handelingen verdachte nu heeft begaan.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de tenlastelegging onvoldoende feitelijk is. Het is voor de verdediging van belang, zo stelt de raadsman, precies te weten op welke handelingen zij de verdediging moet richten, omdat niet alle in het dossier genoemde wapens binnen het bereik van de Wet wapens en munitie vallen, met name in categorie III zoals uitsluitend is ten laste gelegd.
3.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat er geen sprake is van een onduidelijke dagvaarding, gelet op de artikelen, vermeld onder de ten laste gelegde tekst. De correctheid van deze artikelen is niet noodzakelijk voor een beoordeling over de duidelijkheid. Verder voert de officier van justitie aan dat de tenlastelegging, gelezen in samenhang met de inhoud van het dossier voldoende feitelijk is om vast te stellen wat verdachte wordt verweten en waar de verdediging zich op moet richten. De tenlastegelegde tekst heeft als basis artikel 13 van de Wet wapens en munitie.
3.3 Beoordeling van de rechtbank
De rechtbank is het met de verdediging eens dat de tekst van feit 2. een mengsel is van diverse handelingen uit diverse artikelen van de Wet wapens en munitie en is dan ook niet te beoordelen. De dagvaarding is dan ook dusdanig onduidelijk dat deze op dit punt reeds nietig is. Het tweede verweer behoeft dan ook geen bespreking.
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte een hoeveelheid wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte feit 1 heeft begaan.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte de wapens en munitie voorhanden heeft gehad, zoals die zijn vermeld op de dagvaarding bij de gedachtenstreepjes 1, 2, 3, 4, 5, en 8.
Voor de munitie, zoals vermeld bij de gedachtenstreepjes 6, 7, en 9 is geen wettig bewijs voorhanden, welk deel van de aangetroffen en beoordeelde munitie hier nu ten laste is gelegd. De raadsman baseert zich hierbij op het antwoord van verbalisant [verbalisant] in diens proces-verbaal van 15 oktober 2010, zijnde het antwoord op vraag 9)
3.3 De beoordeling van de tenlastelegging1
Naar aanleiding van een opsporingsonderzoek, bekend onder de naam WONS naar handel in vuurwapens heeft de politie op verschillende plaatsen doorzoekingen verricht en grote hoeveelheden wapens en munitie in beslag genomen. Met betrekking tot verdachte heeft politie doorzoekingen gedaan in de woning van verdachte, de auto van verdachte en op de werkplek van verdachte. In de auto van verdachte zijn 3 revolvers aangetroffen en in beslag genomen2. In de woning van de verdachte zijn meerdere wapens aangetroffen en in beslag genomen en op de werkplek van verdachte zijn in een zogenaamde locker, in gebruik bij verdachte, een wapen en grote hoeveelheden munitie aangetroffen en in beslag genomen3. De in beslag genomen wapens en munitie zijn onderzocht4. Het resultaat van dit onderzoek wijst uit dat het voorhanden hebben van deze wapens en munitie in strijd is met de Wet wapens en munitie. Verdachte heeft bekend dat hij deze wapens en munitie voorhanden heeft gehad5.
Met betrekking tot de gedachtenstreepjes 6, 7 en 9 acht de rechtbank, onder verwijzing naar het eerder genoemde proces-verbaal van bevindingen (voetnoot 4, pag 331), zoals opgemaakt door de verbalisant [verbalisant] in combinatie met het proces-verbaal van 15 oktober 2010, zoals door de raadsman aangehaald en het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] het tenlastegelegde niet wettig bewezen.
De rechtbank acht het feit voor het overige wettig en overtuigend bewezen.
dat
1.
hij
in of omstreeks de periode van 01 april 2010 tot en met 9 juli 2010 te
's-Gravenhage en/of te Rotterdam, althans in Nederland een of meer wapens van
categorie III, te weten:
- een (of meer) (3 stuks) revolver(s) en/of
- een alarm- startpistool/revolver (merk [merk]) en/of
munitie van categorie III, te weten:
- een (of meer) (13 stuks) [merk/type] en/of
- een (of meer) (20 stuks) scherpe volmantel revolver munitie [merk/type] en/of
- een (of meer) (13 stuks) scherpe volmantel pistool munitie [merk/type] en/of
- een (of meer) (10 stuks) scherpe munitie [merk/type] en/of
- een (of meer) (27 stuks) scherpe munitie [merk/type] en/of
- een (of meer) (5 stuks) scherpe munitie 380 en/of
- een (of meer) (100 stuks) scherpe munitie [merk/type],
voorhanden heeft gehad;
4. De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
5. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met hieraan verbonden de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsman acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest passend.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft een aanzienlijke hoeveelheid wapens en munitie onbevoegd voorhanden gehad. Het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens en munitie, zoals bewezen verklaard, is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de bedreiging die daarvan voor de veiligheid van anderen uitgaat. In dit verband merkt de rechtbank op dat verdachte een grote hoeveelheid van de munitie bewaarde in zijn locker op een middelbare school, waar hij als conciërge werkzaam was. Dit laatste acht de rechtbank zeer ernstig. Een dergelijke hoeveelheid munitie kan bij bijvoorbeeld brand een grote ontploffing teweeg brengen met alle gevolgen van dien. De rechtbank refereert hierbij aan de vuurwerkramp in Enschede.
Een langdurige gevangenisstraf is in beginsel dan ook op zijn plaats.
De rechtbank houdt echter rekening met het feit dat deze zaak al uitgebreid media-aandacht heeft gehad, waardoor verdachte en zijn sociale omgeving ernstig te lijden hebben gehad.
Naar het oordeel van de rechtbank komen de ernst van het bewezenverklaarde en de door de rechtbank in aanmerking genomen omstandigheden voldoende tot uitdrukking in de door de officier van justitie gevorderde straf. De rechtbank zal aan verdachte een deel van deze straf voorwaardelijke opleggen, waarbij zij de door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarde van verplicht reclasseringscontact niet zal opleggen. De rechtbank heeft hierbij gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting, waar hij verklaart het door de reclassering voorgestelde behandeltraject in te gaan. Het is nu aan verdachte zelf om te bewijzen dat het hem ernst is om met zijn leven een andere weg in te slaan.
8. De inbeslaggenomen goederen
8.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat alle onder verdachte in beslag genomen goederen, zoals vermeld op de in het dossier aanwezige beslaglijst aan het verkeer zullen worden onttrokken, behalve een telefoontoestel Apple Iphone 16g, welke aan verdachte kan worden teruggegeven.
8.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich aan deze vordering geconformeerd
8.3 Beoordeling van de rechtbank
Het illegaal voorhanden hebben van wapens en munitie is in strijd met de wet en bovendien oncontroleerbaar en rechtvaardigt onttrekking aan het verkeer hiervan.
De rechtbank zal dan ook alle voorwerpen, vermeld op de beslaglijst bij de nummers 1 tot en met 23 onttrekken aan het verkeer. De Iphone, Apple 16g, kan aan verdachte worden teruggegeven, daar uit niets blijkt dat dit voorwerp heeft bijgedragen aan het plegen van het bewezenverklaarde feit.
10. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, van het Wetboek van Strafrecht;
- 26, 55 van de Wet wapens en munitie;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
11. De beslissing
De rechtbank,
verklaart met betrekking tot feit 2 de dagvaarding nietig;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding onder 1. tenlastegelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd, en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 75 (vijfenzeventig) dagen niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
bepaalt hierbij dat verdachte het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf reeds heeft ondergaan;
verklaart onttrokken aan het verkeer die voorwerpen, vermeld op de beslaglijst bij de punten 1 tot en met 23, te weten:
1. 1 revolver, 320.32 kal
2. 1 pistool, zwart, [merk/type]
3. 1 wapen, [type/merk]
4. 2 stuks slagwapen
5. 2 stuks werpsterren
6. 1 vilmes, [merk]
7. 1 boksbeugel
8. 1 handgranaat
9. 1 wurgstok
10. 1 alarmpistool, [merk]
11. 13 stuks munitie, [merk/type]
12. 20 stuks munitie, [merk/type]
13. 13 stuks munitie [merk/type]
14. 10 stuks munitie, scherp
15. 27 stuks munitie, [merk/type]
16. 5 stuks munitie, [merk/type]
17. 5 stuks munitie, [merk/type]
18. 2 stuks munitie, [merk/type]
19. 1 stuks munitie, [merk/type]
20. 1 stuks munitie, [merk/type]
21. 1 stuks munitie
22. 2 stuks munitie
23. 100 stuks munitie [merk/type]
gelast de teruggave aan verdachte van een telefoontoestel, Apple Iphone 16g, zoals vermeld op de beslaglijst bij nummer 24.
Dit vonnis is gewezen door
mrs. De Graaff, voorzitter,
Bosman en Postema, rechters,
in tegenwoordigheid van Boel, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 november 2010.
1 Waar in dit vonnis wordt verwezen naar een proces-verbaal wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld het ambtsedig, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakte proces-verbaal met het nummer 2010127667 van politie Haaglanden (pag.1 t/m pag 521).
2 Proces-verbaal kennisgeving van inbeslagname pag. 494
3 Proces-verbaal Kennisgeving van inbeslagname pag. 502
4 Proces-verbaal van bevindingen pag. 183,
Proces-verbaal van bevindingen pag 331
5 Verklaring verdachte ter terechtzitting