ECLI:NL:RBSGR:2010:BP8057
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.S. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Compensatie voor langdurige vertraging van vlucht op basis van EU-verordening
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 juli 2010, gaat het om een vordering van EUclaim B.V. tegen TUI Airlines Nederland B.V., handelend onder de naam ArkeFly, met betrekking tot financiële compensatie voor passagiers die te maken kregen met een langdurige vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar Natal (Brazilië) op 10 december 2007. De vordering is gebaseerd op Verordening (EU) nr. 261/2004, die passagiersrechten regelt in het geval van annuleringen en vertragingen van vluchten. De kantonrechter honoreert de aanspraak van de passagiers op compensatie, in navolging van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) in de Sturgeon-zaak, waarin werd vastgesteld dat ook bij langdurige vertragingen recht op compensatie bestaat, tenzij de luchtvaartmaatschappij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden.
In dit geval heeft ArkeFly aangevoerd dat de vertraging werd veroorzaakt door technische problemen, waaronder een storing in het computersysteem en een hydraulische storing. De kantonrechter verwierp dit verweer, oordelend dat de omstandigheden die de vertraging veroorzaakten inherent zijn aan de normale bedrijfsvoering van de luchtvaartmaatschappij. De rechter concludeert dat de luchtvaartmaatschappij niet kan ontsnappen aan haar verplichtingen onder de Verordening door te stellen dat er sprake was van overmacht.
De kantonrechter oordeelt dat EUclaim recht heeft op een compensatie van € 1.200,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 juni 2008. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat ArkeFly de vordering in dat opzicht heeft betwist zonder voldoende onderbouwing. ArkeFly wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 575,30, inclusief het salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de luchtvaartmaatschappij onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ongeacht een eventuele hoger beroep.