Parketnummer: 09/757347-10
Datum uitspraak: 23 december 2010
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] (Iran) op [geboortedatum] 1983,
thans gedetineerd in de [penitentiaire inrichting],
voorts zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 18 juni 2010, 21 juni 2010, 13 september 2010 en 9 december 2010.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.B. Baumgarten, advocaat te 's-Gravenhage, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. Y.H.M. de Groot heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft medegedeeld dat zij voornemens is te gelegener tijd een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2008 tot en met 23 oktober 2009 te 's-Gravenhage en/of Amsterdam en/of Bergen en/of Purmerend en/of Leidschendam-Voorburg en/of Zeeburg en/of Haarlemmermeer, athans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum]1991)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], en/of
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] enige handeling heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het
verrichten van die handelingen, en/of
dat hij en/of zijn mededader(s) in voornoemde periode opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 1], met of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en aldus als volgt heeft gehandeld, hij, verdachte en/of zijn mededader(s) is/zijn een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan, en/of
hij, verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben
- die [slachtoffer 1] ertoe aangezet danwel opdracht gegeven danwel onder druk gezet als prostituee te gaan werken en/of als prostituee te blijven werken en/of
- (meermalen) voor die [slachtoffer 1] een woning geregeld en/of
- voor die [slachtoffer 1] een account/profiel aangemaakt op kinky.nl en/of
- (telkens) voor die [slachtoffer 1] klanten geregeld en/of
- (meermalen) die [slachtoffer 1] naar een klant gereden/gebracht en/of
- die [slachtoffer 1] ertoe aangezet door te gaan met prostitueren terwijl zij ongesteld was en/of
- die [slachtoffer 1] al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, laten afgeven aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 1] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie gehouden, in elk geval een of meer (andere) handelingen verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang-en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte
en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie;
art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 oktober 2009 tot en met 16 maart 2010 te 's-Gravenhage en/of Amsterdam en/of Bergen en/of Purmerend en/of Leidschendam-Voorburg en/of Zeeburg en/of Haarlemmermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1]
door dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of,
met dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of met bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of met misleiding die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
danwel onder dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of onder bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en)
vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, en/of
met dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of met bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of met misleiding die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele
handeling(en) van die [slachtoffer 1] met of voor een derde,
bestaande die dwang, dat geweld en/of die andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding hierin
dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders(s) een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 1] is/zijn aangegaan, en/of
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 1] ertoe heeft/hebben aangezet danwel opdracht heeft/hebben gegeven danwel onder druk heeft/hebben gezet als prostituee te gaan werken en/of als prostituee te blijven werken en/of
- (meermalen) voor die [slachtoffer 1] een woning heeft/hebben geregeld en/of
- voor die [slachtoffer 1] een account/profiel heeft/hebben aangemaakt op kinky.nl en/of
- (telkens) voor die [slachtoffer 1] klanten heeft/hebben geregeld en/of
- (meermalen) die [slachtoffer 1] naar een klant heeft/hebben gereden/gebracht en/of
- die [slachtoffer 1] ertoe heeft/hebben aangezet door te gaan met prostitueren terwijl zij ongesteld was en/of
- die [slachtoffer 1] al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 1] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval een of meer (andere) handelingen heeft/hebben verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang-en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie;
art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 16 maart 2010 te 's-Gravenhage en/of Amsterdam en/of Haarlemmermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 2]
door dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2] en/of,
met dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of met bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of met misleiding die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen of bewogen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
danwel onder dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of onder bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, en/of
met dwang, geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of met bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of met misleiding die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 2] met of voor een derde,
bestaande die dwang, dat geweld en/of die andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of die misleiding hierin
dat hij, verdachte, een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 2] is aangegaan, en/of
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 2] ertoe heeft/hebben aangezet danwel opdracht heeft/hebben gegeven danwel onder druk heeft/hebben gezet als prostituee te gaan werken en/of als prostituee te blijven werken en/of
- voor die [slachtoffer 2] een account/profiel heeft/hebben aangemaakt op kinky.nl en/of
- (meermalen) voor die [slachtoffer 2] klanten heeft/hebben geregeld en/of
- (meermalen) die [slachtoffer 2] naar een klant heeft/hebben gereden/gebracht en/of
- die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen, althans ertoe heeft/hebben aangezet abortus te plegen (opdat die [slachtoffer 2] door kon werken) en/of
- die [slachtoffer 2] meerdere malen heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer 2] al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 2] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval een of meer (andere) handelingen heeft/hebben verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 2] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie;
art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 juli 2009 tot en met 8 september 2009 te 's-Gravenhage en/of Amsterdam athans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 3](geboren [geboortedatum] 1992)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3], en/of
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 3]enige handeling heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 3]zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die
handelingen, en/of
dat hij en/of zijn mededader(s) in voornoemde periode opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van die [slachtoffer 3], met of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer 3]de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en aldus als volgt heeft gehandeld, hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) is/zijn een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 3]aangegaan, en/of
hij, verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben
- die [slachtoffer 3]ertoe aangezet danwel opdracht gegeven danwel onder druk gezet als prostituee te gaan werken en/of als prostituee te blijven werken en/of
- (meermalen) voor die [slachtoffer 3]een woning geregeld en/of
- voor die [slachtoffer 3]een account/profiel aangemaakt op kinky.nl en/of
- die [slachtoffer 3]een telefoon gegeven waarop klanten haar konden bellen en/of
- (telkens) voor die [slachtoffer 3]klanten geregeld en/of
- (meermalen) die [slachtoffer 3]naar een klant gereden/gebracht en/of
- die [slachtoffer 3]al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, laten afgeven aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- die [slachtoffer 3]in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie gehouden, in elk geval een of meer (andere) handelingen verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer 1] in een dwang-en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie;
art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
Vrijspraak ten aanzien van feit 2 en feit 3.
Met het in artikel 273f Sr neergelegde verbod op mensenhandel heeft de wetgever onder meer beoogd uitbuiting van een ander in de prostitutie tegen te gaan. Een situatie van uitbuiting doet zich onder meer voor indien de prostitutie niet op vrijwillige basis geschied, maar het gevolg is van een vorm van dwang die door een ander wordt uitgeoefend. Deze dwang behoeft niet noodzakelijkerwijs te bestaan uit fysiek geweld, bedreiging of financiële dwang, maar kan ook worden bewerkstelligd doordat het slachtoffer komt te verkeren in een afhankelijke situatie waarin zij onder de gegeven omstandigheid geen andere keuze heeft dan in een toestand van uitbuiting te geraken of te verblijven. Het dwangmiddel wordt dan gevormd door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij verdachte in 2007 heeft leren kennen. Zij heeft toen eigener beweging voor hem en zijn toenmalige partner als prostituee in de escortservice gewerkt. Nadat de relatie tussen verdachte en zijn toenmalige partner is geëindigd, heeft verdachte [slachtoffer 2] benaderd om met hem een escortbedrijf te beginnen. [slachtoffer 2] heeft daarmee ingestemd en er heeft een aantal dames voor hen gewerkt. Verdachte en [slachtoffer 2] kregen in die tijd een relatie.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij met verdachte en [slachtoffer 2] in contact is gebracht en voor hen heeft gewerkt. Ook zij heeft op enig moment een relatie met verdachte gehad.
Zowel [slachtoffer 2] als [slachtoffer 1] hadden voordat zij in contact kwamen met verdachte als prostituee gewerkt.
Instemming van een slachtoffer met de uitbuiting is evenwel niet relevant indien een van de in artikel 273f genoemde middelen wordt gebruikt.
De rechtbank stelt vast dat het strafdossier aanwijzingen bevat dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] onder invloed van verdachte hun werk als prostituee hebben verricht. Zo heeft [slachtoffer 1] bijvoorbeeld verklaard dat verdachte klanten voor haar regelde, dat hij altijd met haar meeging naar klanten en dat zij - een deel van - haar verdiensten aan hem afdroeg. [slachtoffer 2] heeft onder meer verklaard dat zij, nadat zij een relatie kreeg met verdachte, alles voor hem betaalde. Verdachte heeft haar gezegd dat hij met een deel van dat geld een spareribszaak wilde beginnen en dat daar hun toekomst lag.
De verklaringen van aangeefsters met betrekking tot de gedragingen van verdachte zijn naar het oordeel van de rechtbank evenwel in algemene bewoordingen gesteld en zien niet op concrete feiten of omstandigheden, op grond waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte op enig moment dwang op hen heeft uitgeoefend waardoor zij beperkt werden in de mogelijkheid een bewuste keuze te maken om in de prostitutie te - blijven - werken. Beide aangeefsters hebben hun bij de politie afgelegde voor verdachte belastende verklaringen in hun verhoren bij de rechter-commissaris genuanceerd en deels ook afgezwakt.
De rechtbank stelt voorts vast dat uit het dossier onvoldoende is komen vast te staan dat verdachte door geweld, bedreiging met geweld dan wel door - dreiging met - een andere feitelijkheid dwang heeft uitgeoefend op aangeefsters. Uit de verklaringen van zowel [slachtoffer 2] als [slachtoffer 1] komt naar voren dat zij beide wel eens ruzie hadden met verdachte, maar alleen [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte dan ook geweld gebruikte. Deze verklaring wordt echter niet ondersteund door andere bewijsmiddelen. Bovendien is voor de rechtbank daarmee niet komen vast te staan dat dit mogelijk uitgeoefende geweld rechtstreeks verband hield met (de voortzetting van) de werkzaamheden van [slachtoffer 2] als prostituee en het afdragen van haar verdiensten.
Voorts ziet geen van de in de tenlastelegging verweten gedragingen van verdachte naar het oordeel van de rechtbank op het misbruik maken van een kwetsbare positie waarin aangeefsters zouden hebben verkeerd. Naar het oordeel van de rechtbank is bovendien op grond van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet komen vast te staan dat verdachte doelbewust een foute voorstelling van zaken heeft gegeven, zodat ook van misleiding geen sprake is.
Uit de wetsgeschiedenis volgt onmiskenbaar dat de wetgever met misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht/misbruik van de kwetsbare positie van betrokkene heeft beoogd de situatie van verminderde vrijheid tot het maken van eigen keuzes aan te duiden, waarvan het bestaan afgeleid kan worden uit tal van omstandigheden van feitelijke aard. Dit misbruik wordt aangenomen indien de prostituee in een situatie verkeert of komt te verkeren die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren, bijvoorbeeld wanneer er schulden afbetaald moeten worden die zijn gemaakt om naar Nederland te komen of als de betrokkene niet over eigen financiële middelen, een paspoort of een geldig visum kan beschikken.
Naar het oordeel van de rechtbank is van misbruik als hier bedoeld geen sprake. Het tussen [slachtoffer 1] en verdachte bestaande leeftijdsverschil van acht jaren is, mede gezien de levensfase waarin zij zich bevonden, niet zodanig dat reeds op grond daarvan kan worden geoordeeld dat sprake was van overwicht. Tussen [slachtoffer 2] en verdachte is het leeftijdsverschil in het geheel niet van dien aard dat daaruit een situatie van overwicht moet worden verondersteld. Daarbij heeft de rechtbank op grond van de verklaringen van aangeefsters en verdachte vastgesteld dat de verhouding tussen hen min of meer gelijkwaardig was. Ook het feit dat aangeefsters verliefd waren op verdachte en verdachte hen ertoe heeft gebracht in zijn onderhoud te voorzien, leidt niet tot het oordeel dat sprake was van een situatie waarin verdachte het hier bedoelde overwicht had. Ten slotte acht de rechtbank van belang dat aangeefsters zich meerdere malen aan verdachte hebben weten te onttrekken.
Gezien het vorenstaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en zal verdachte daarvan vrijspreken.
De bewijsmiddelen.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan acht de rechtbank bewezen en is zij tot de overtuiging gekomen dat de verdachte de op de dagvaarding onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de tenlastelegging, zoals hieronder weergegeven.
1.
hij in de periode van 1 maart 2009 tot en met 23 oktober 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum]-1991)
heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], en
ten aanzien van die [slachtoffer 1] enige handeling heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of zijn mededaders wisten dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen, en
dat hij en zijn mededaders in voornoemde periode opzettelijk voordeel hebben getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer 1], met of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en aldus als volgt heeft gehandeld,
hij, verdachte en zijn mededaders zijn een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan, en
hij, verdachte en/of zijn mededaders, heeft/hebben
- die [slachtoffer 1] ertoe aangezet als prostituee te blijven werken en
- (meermalen) voor die [slachtoffer 1] een woning geregeld en
- voor die [slachtoffer 1] een account/profiel aangemaakt op kinky.nl en
- voor die [slachtoffer 1] klanten geregeld en
- meermalen die [slachtoffer 1] naar een klant gereden/gebracht en
- die [slachtoffer 1] al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, laten afgeven aan hem, verdachte en/of zijn mededaders en
- die [slachtoffer 1] in een door verdachte en/of zijn mededaders gecontroleerde situatie gehouden, in elk geval een of meer handelingen verricht, strekkende tot het brengen en houden van die [slachtoffer 1] in een uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededaders afhankelijke positie.
4.
hij in de periode van 21 juli 2009 tot en met 8 september 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, [slachtoffer 3](geboren [geboortedatum] 1992)
heeft vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3], en
ten aanzien van die [slachtoffer 3]enige handeling heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en zijn mededaders wisten dat die [slachtoffer 3]zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen, en
dat hij en zijn mededaders in voornoemde periode opzettelijk voordeel hebben getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer 3], met of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer 3]de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en aldus als volgt heeft gehandeld,
hij, verdachte, en/of zijn mededaders zijn een (seksuele) relatie met die [slachtoffer 3]aangegaan, en
hij, verdachte en/of zijn mededaders, heeft/hebben
- die [slachtoffer 3]ertoe aangezet als prostituee te gaan werken en als prostituee te blijven werken en
- meermalen voor die [slachtoffer 3]een woning geregeld en/of
- voor die [slachtoffer 3]een account/profiel aangemaakt op kinky.nl en
- die [slachtoffer 3]een telefoon gegeven waarop klanten haar konden bellen en
- telkens voor die [slachtoffer 3]klanten geregeld en
- meermalen die [slachtoffer 3]naar een klant gereden/gebracht en
- die [slachtoffer 3]al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, laten afgeven aan hem, verdachte en/of zijn mededaders en
- die [slachtoffer 3]in een door verdachte en/of zijn mededaders gecontroleerde situatie gehouden, in elk geval een of meer handelingen verricht, strekkende tot het brengen en houden van die [slachtoffer 3]in een uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededaders afhankelijke positie.
Nadere bewijsoverwegingen.
De rechtbank stelt voorop dat de feiten 1 en 4 minderjarige slachtoffers betreffen. Het gebruik van één of meer van de in artikel 273f lid 1 aanhef en onder 1 van het Wetboek van Strafrecht genoemde (dwang)middelen is derhalve niet vereist voor strafbaar handelen.
Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat verdachte de minderjarige [slachtoffer 1] samen met zijn toenmalige partner [slachtoffer 2] via medeverdachte [medeverdachte] heeft ontmoet met als doel haar aan te zetten om in de prostitutie te werken om daar voor zichzelf financieel gewin uit te halen. Verdachte liet [slachtoffer 1] verliefd op hem worden en regelde woningen voor haar. Voorts heeft verdachte voorzieningen getroffen, zodat [slachtoffer 1] zich ook daadwerkelijk beschikbaar heeft gesteld tot het verlenen van seksuele diensten. Er werd een account op een sekssite op internet voor haar gemaakt en er werden - onder andere via dit account - klanten voor haar geregeld. Samen met medeverdachte [medeverdachte] en [slachtoffer 2] heeft verdachte [slachtoffer 1] met grote regelmaat naar klanten vervoerd. Ook heeft verdachte [slachtoffer 1] klanten laten ontvangen in de woning in Amsterdam waar zij samen met verdachte verbleef. Nadat [slachtoffer 1] haar seksuele diensten had verricht, moest zij bovendien (een deel van) het door haar verdiende geld aan verdachte afgeven. Verdachte heeft vervolgens samen met [slachtoffer 1] de minderjarige [slachtoffer 3] via een kennis van [slachtoffer 1] aangezet om in de prostitutie te werken. Verdachte heeft immers samen met anderen [slachtoffer 3]voorgesteld zich te prostitueren met als doel om daar voor zichzelf financieel gewin uit te halen. Verdachte heeft samen met [slachtoffer 1] eveneens voorzieningen voor [slachtoffer 3]getroffen, zodat zij zich ook daadwerkelijk beschikbaar heeft gesteld tot het verlenen van seksuele diensten.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte actief handelingen heeft verricht, waardoor hij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]opzettelijk in een uitbuitingssituatie heeft gebracht en gehouden. De menselijke waardigheid, de lichamelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van de minderjarige slachtoffers zijn immers in het geding. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]verkeerden in de situatie dat zij in de seksindustrie dienden te werken. Verdachte heeft hierbij een zeer belangrijke rol gespeeld.
Dat [slachtoffer 1], zoals de verdediging heeft betoogd, zelf reeds vrijwillig had gekozen voor prostitutie, doet aan het vorenstaande niets af. Bovendien miskent dit betoog de bijzondere betekenis die de wetgever heeft willen toekennen aan de bescherming van minderjarigen, door het enkele brengen en houden van een minderjarige tot een rol in de seksindustrie reeds als strafwaardige gedraging in het Wetboek van Strafrecht op te nemen. Daarmee heeft de wetgever tot uitdrukking willen brengen dat aan de wil van de minderjarige en daarmee de instemming geen betekenis toekomt.
Gelet op de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, medeverdachte [medeverdachte] en [slachtoffer 2] is naar het oordeel van de rechtbank sprake van medeplegen ten aanzien van [slachtoffer 1]. Ten aanzien van [slachtoffer 3]is eveneens sprake van medeplegen, gezien de nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [slachtoffer 1].
De rechtbank overweegt tot slot dat uit de verklaring van [slachtoffer 1] blijkt dat zij vanaf de ontmoeting in de buurt van station Hollands Spoor in maart 2009 prostitutiewerkzaamheden voor verdachte is gaan verrichten. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het ten laste gelegde, voor zover dat ziet op de periode vóór maart 2009.
Samengevat is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte, samen met anderen, twee minderjarige meisjes heeft uitgebuit door hen te vervoeren naar klanten, te huisvesten, handelingen te verrichten wetende dat zij zich hierdoor beschikbaar zouden stellen tot het verlenen van seksuele diensten en te delen in de opbrengst die zij hiermee verdienden.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar. De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van twee minderjarige meisjes. Verdachte heeft gedurende acht maanden de minderjarige [slachtoffer 1] op manipulatieve wijze ertoe aangezet om zich te prostitueren door misbruik te maken van haar verliefde gevoelens voor hem. Bovendien heeft hij heeft samen met anderen [slachtoffer 3]ertoe aangezet voor hem als prostituee werkzaam te zijn. Hierbij moesten zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 3]een aanzienlijk deel van de opbrengsten uit de prostitutie aan verdachte en anderen afstaan. Bij het begaan van deze feiten heeft verdachte geen enkel respect getoond voor de slachtoffers en uitsluitend oog gehad voor eigen financieel gewin. Verdachte heeft door zijn handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Bovendien neemt verdachte geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen en bagatelliseert hij - zowel bij de politie als ter terechtzitting - bij herhaling zijn gedrag zonder zich te realiseren wat die houding voor gevolgen heeft voor de slachtoffers.
De rechtbank heeft kennis genomen van een Voorlichtingsrapport van de reclassering van 10 juni 2010. Ondanks het feit dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft ontkend, heeft hij aangegeven mee te willen werken aan reclasseringstoezicht. De reclassering heeft geadviseerd aan verdachte een voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling bij De Waag op te leggen. De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 8 december 2010, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld wegens soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op het bovenstaande, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is. Een aanzienlijk gedeelte daarvan zal voorwaardelijk worden opgelegd om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen. Daarbij zal als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact worden opgelegd waarbij verdachte een ambulante behandeling dient te ondergaan bij De Waag, of soortgelijke instelling.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
14a, 14b, 14c, 14d, 47, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
Ten aanzien van feit 1 en 4:
mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 462 (vierhonderd en tweeënzestig) DAGEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 180 (honderd en tachtig) DAGEN niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
alsmede onder de hierna te noemen bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de stichting Reclassering Nederland, ressort Den Haag, zolang die instelling zulks nodig acht, ook indien dit inhoudt dat veroordeelde zich zal laten behandelen bij de Waag of een soortgelijke instelling;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. Timmermans, voorzitter,
mrs. M. van Loenhoud en B. Bastein, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F. Verkijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 december 2010.
Mr. B. Bastein is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.