3.1 Eerder heeft SWW door tussenkomst van de kort gedingrechter geprobeerd [gedaagde] de woning te laten ontruimen. De kort gedingrechter heeft die vordering afgewezen vanwege het ontbreken van een spoedeisend belang, maar ook omdat de betrokkenheid van [gedaagde] bij de aangetroffen hennepkwekerij voor de kort gedingrechter niet onomstotelijk is gebleken en omdat van gevaarzetting niet was gebleken. SWW is van dat vonnis van de kort gedingrechter niet in hoger beroep gekomen.
3.2 [gedaagde] heeft de in deze procedure bedoelde schuur zelf gebouwd. De schuur behoort daarom niet tot het gehuurde.
3.3 [gedaagde] betwist dat op de huurovereenkomst (nieuwe) algemene voorwaarden van toepassing zouden zijn. [gedaagde] heeft dergelijke (nieuwe) voorwaarden nooit ontvangen. In ieder geval heeft [gedaagde] nooit ingestemd met die (nieuwe) voorwaarden.
3.4 [gedaagde] betwist het gestelde lik-op-stuk-beleid en de stelling dat alle huurders van dat beleid op de hoogte zijn. Integendeel: ten tijde van de inval op [2010] gold een "laatste-kans"beleid. Bij ernstige overlast krijgt een huurder een gesprek en een laatste kans.
3.5 De doorzoeking van de woning op [2010] vond niet plaats vanwege een verdenking van hennepteelt. De hennepplanten werden bij toeval ontdekt. Er is niet gebleken van klachten van omwonenden.
3.6 [gedaagde] wist niets van de hennepplanten dan wel een hennepkwekerij in de schuur bij de woning. De schuur werd alleen gebruikt door [B]. [gedaagde] is in jaren niet in de schuur geweest. De schuur beschikt over twee toegangsdeuren. Eén aan de voorzijde (tuinzijde) en één aan de achterzijde (achterom). De voorzijde was op slot en voor [gedaagde] niet toegankelijk. Op [2010] is de politie een half uur bezig geweest om de voordeur te openen. De schuur was via de achterzijde toegankelijk, maar niet voor [gedaagde]. Zij beschikte niet over een sleutel van de achterdeur.
3.7 [gedaagde] heeft niet toegestaan dat de hennepkwekerij in de schuur werd opgezet. Zij wist niets van een kwekerij af. De schuur was uitsluitend in gebruik bij [B]. Uit de waarneming van de politie blijkt dat de kwekerij degelijk was opgezet. Het is daarom niet verwonderlijk dat [gedaagde] niets heeft gemerkt van de kwekerij. Er was geen sprake van stank- of geluidsoverlast. Ook was er maar één klein afgeplakt raampje in de schuur.
3.8 [gedaagde] betwist dat de schuur al langer als kwekerij in gebruik was. [B] was van [2009] tot [2009] gedetineerd. Eerder, bij de inval op [2009], is door de politie geen kwekerij geconstateerd.
3.9 Na [2010] zijn door [A] onder de grond in de schuur twee aggregaten aangetroffen. [gedaagde] heeft niet gemerkt dat die aggregaten in werking waren.
3.10 Er werd door [B] kennelijk gewerkt met tijdklokken. 's-Nachts stond alles "uit". [gedaagde] kon dus niets merken van brandende verlichting. Op de dag stonden de lampen "aan", maar dan kon [gedaagde] vanwege het daglicht niet opmerken dat de lampen aan waren. Bovendien werkt [gedaagde] vaak overdag en was dan dus niet thuis.
3.11 [gedaagde] woont al 19 jaar zonder problemen in de woning. Zij gedraagt zich al 19 jaar als goed huurder.
3.12 [gedaagde] heeft zelf niets illegaals gedaan en/of in strijd met de huurovereenkomst gehandeld.
3.13 Er is niet gesteld of gebleken dat [gedaagde] en/of haar zoon [B] aan omwonenden overlast hebben veroorzaakt, noch aan het gehuurde schade hebben toegebracht.
3.14 Het gedrag van [B] kan niet aan [gedaagde] worden toegerekend. De enkele daad van [B], indien al strijdig met de huurovereenkomst, betekent niet dat [gedaagde] dus in strijd heeft gehandeld met de huurovereenkomst. Er moet beoordeeld worden of [gedaagde] zich, in het licht van de gedragingen, zelf niet als een goed huurder heeft gedragen, met name als [gedaagde] wist van (aanstaande) gedragingen of daarmee rekening diende te houden. Daarvan is geen sprake geweest. [gedaagde] wist niet van de gedragingen van [B] en had daarvan ook geen vermoeden. In de woning zijn er immers geen voorzieningen getroffen, zoals aftakking van elektriciteit.
3.15 Van brandgevaar is geen sprake (geweest). Er was geen sprake van illegale afname van elektriciteit waardoor -zoals algemeen bekend is- geen sprake was van brandgevaar.
3.16 De door SWW in rekening gebrachte kosten voor de deur is [gedaagde] niet verschuldigd. De deur is geforceerd door de politie. SWW dient de kosten van die deur te verhalen bij de politie.