ECLI:NL:RBSGR:2010:BO9225
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan onpartijdigheid van de rechter
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 15 november 2010 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker, die zich niet in staat voelde om zich adequaat te verdedigen tijdens de comparitie van 18 augustus 2010. Verzoeker stelde dat de behandelend rechter, mr. [X], het beginsel van behoorlijk hoor- en wederhoor had geschonden door hem en zijn raadsman onvoldoende tijd te geven om de door eiseres ingediende producties te bestuderen. Tijdens de comparitie had mr. [X] een voorlopig oordeel geuit dat ongunstig was voor verzoeker, wat volgens hem duidde op partijdigheid.
De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat verzoeker en zijn raadsman tijdens een schorsing de gelegenheid hebben gekregen om de producties te bestuderen en dat zij geen bezwaar hebben gemaakt tegen de gang van zaken. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende aanwijzingen waren voor een schending van het recht op hoor- en wederhoor en dat de vrees voor partijdigheid niet gerechtvaardigd was. De rechter had bovendien geen onpartijdigheid geschonden door het geven van een voorlopig oordeel, aangezien dit niet automatisch leidt tot een vermoeden van vooringenomenheid.
De rechtbank concludeerde dat het wrakingsverzoek tardief was ingediend, omdat verzoeker niet tijdig had gereageerd op de omstandigheden die aanleiding gaven tot het verzoek. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.