Parketnummer: 09/757041-97
Kenmerk RK: 10/2015
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft de volgende beslissing gegeven op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 12 mei 2010, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op diezelfde datum.
De vordering.
De vordering strekt tot verlenging met één jaar van de termijn gedurende welke:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in 1977 te [geboorteplaats] (Turkije),
thans verpleegd wordende in Forensisch Psychiatrisch Centrum [naam]
bij vonnis van deze rechtbank van 19 augustus 1997 ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, welke terbeschikkingstelling is ingegaan op 10 juni 1998 en laatstelijk met twee jaar werd verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 11 juli 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het dossier, waartoe behoren voormelde beslissingen, alsmede na te melden adviezen.
De adviezen.
Het op 20 april 2010 op grond van artikel 509o, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, waarbij de in dat artikel bedoelde aantekeningen zijn overgelegd, strekt tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar, met daarbij de kanttekening dat, mocht er aan de in dat advies opgenomen voorwaarden voor terugkeer naar Turkije zijn voldaan, het advies wijzigt in een beëindiging van de maatregel. Het advies is ondertekend door [Geneeskundige A], waarnemend eerste geneeskundige en (namens) [naam directeur], algemeen directeur/hoofd van de inrichting, beiden verbonden aan voornoemde kliniek.
Op 11 augustus 2010 is op dit advies een schriftelijke aanvulling binnengekomen, ondertekend door [Geneeskundige B], eerste geneeskundige en (namens) [naam directeur] voornoemd, beiden verbonden aan voornoemde inrichting. Bij faxbericht van 24 november 2010 zijn aanvullende wettelijke aantekeningen overgelegd.
Tevens zijn op respectievelijk 31 maart 2010 en 2 april 2010 op grond van artikel 509o, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering, adviezen uitgebracht door [deskundige I], psychiater en [Deskundige II], psycholoog.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van diverse stukken die betrekking hebben op de pogingen van de kliniek om voor betrokkene een ontheffing van zijn Turkse dienstplicht te krijgen.
De behandeling in raadkamer.
Betrokkene, telkens bijgestaan door mr. M.W. Stoet, advocaat te 's-Gravenhage, is op 24 augustus 2010 en 7 december 2010 in raadkamer gehoord. Op 24 augustus 2010 is de behandeling in raadkamer geschorst teneinde de beslissing op het verzoek tot vrijstelling van de militaire dienstplicht van betrokkene af te wachten.
Betrokkene heeft zich in raadkamer verzet tegen een verlenging van de terbeschikking-stelling.
Mr. Stoet heeft in raadkamer afwijzing van de vordering bepleit.
De officier van justitie heeft in raadkamer gepersisteerd bij de vordering.
[Deskundige III] en [Deskundige IV] zijn zowel op 24 augustus 2010 als op 7 december 2010 als deskundigen in raadkamer gehoord.
Beoordeling van de vordering.
Uit voornoemde adviezen van de kliniek, de verklaringen van de deskundigen ter zitting en de adviezen van de onafhankelijke deskundigen is de rechtbank het volgende gebleken.
Verlengingsvordering
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie en een persoonlijkheidsstoornis NAO, met antisociale en borderline trekken. Hij heeft hierdoor een geringe draagkracht en voelt zich snel gespannen. De spanningen bij betrokkene hebben in het verleden geleid tot decompensatie en ernstig agressief gedrag. Dit proces werd destijds versneld door middelengebruik en het ontbreken van steun in zijn omgeving. Door de behandeling die de betrokkene tijdens de TBS heeft doorlopen is hij beter in staat zijn frustraties te uiten. Er zit groei in zijn ontwikkeling.
Uit de adviezen van zesjaarsdeskundigen [Deskundige I] en [Deskundige II] blijkt dat indien het TBS-kader weg zou vallen de kans op recidive groot is. Ook [Deskundige III] heeft dat op de zitting van 7 december 2010 verklaard.
Door de kliniek en de deskundigen wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen. Daarbij wordt tevens verwezen naar de voorbereiding van het vertrek van terbeschikkinggestelde naar Turkije.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, derhalve een geweldsmisdrijf dat gericht is tegen en gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
Ook is de rechtbank, gezien de adviezen van de kliniek en de zesjaarsdeskundigen en gehoord de deskundigen ter zitting, van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen in beginsel de verlenging eist.
Ongewenst vreemdeling - beëindigingsmogelijkheden
De rechtbank overweegt verder dat terbeschikkinggestelde in Nederland tot ongewenst vreemdeling is verklaard, hetgeen betekent hij in Nederland geen rechtmatig verblijf heeft in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000. Deze omstandigheid brengt met zich dat resocialisatie in Nederland uitgesloten is. Vanuit de kliniek is daarom voor hem een terugkeerregeling naar Turkije vormgegeven en ook de terbeschikkinggestelde zelf wenst naar Turkije terug te keren, zo heeft hij ter zitting herhaald.
[Deskundige IV] heeft ter zitting verklaard dat het geval van terbeschikkinggestelde met het ministerie is besproken. Ook is hem bekend dat de minister vooralsnog geen uitvoering zal geven aan de bevoegdheid die hem op grond van artikel 38la van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is toegekend, omdat - kort gezegd - de praktische invulling van de beoordeling van de zaken nog onvoldoende vorm heeft gekregen.
De rechtbank merkt op dat, gelet op de wetsgeschiedenis, de bevoegdheid van art. 38la Sr juist voor gevallen als dat van deze terbeschikkinggestelde in het leven is geroepen. Voor afwijzing van de verlengingsvordering om de uitzetting van de terbeschikkinggestelde te bewerkstelligen is, nu de wetgever juist om die reden de bedoelde bevoegdheid in het leven heeft geroepen, geen plaats meer.
Vervolgens ziet de rechtbank zich gesteld voor de vraag of voldaan is aan de voorwaarden om gebruik te maken van de bevoegdheid van artikel 38lb Sr en of daar in dit geval ook voldoende gronden voor zijn.
Vooraf constateert de rechtbank dat de wet Aanpassingen tbs met voorwaarden (Stb. 2010, 270), waarbij 38lb Sr. is toegevoegd, in artikel V weliswaar een overgangsregeling bevat, maar dat die regeling enkel ziet op TBS met voorwaarden. In het geval van deze terbeschikkingstelling kan de rechtbank derhalve toepassing geven aan artikel 38lb Sr.
Dat artikel is een aanvulling op het wetsvoorstel waarbij artikel 38la Sr. is ingevoerd.
Blijkens de brief van de staatsecretaris van justitie van 2 februari 2010 (TK 2009-2010, 31552, nr. 10) is het doel van dat wetsvoorstel het sneller laten plaatsvinden van de terugkeer van illegale vreemdelingen die zich in tbs-klinieken bevinden en het veiliger laten plaatsvinden van die terugkeer, omdat de tbs herleeft als de betrokkene terug zou keren naar Nederland. Ook uit de memorie van toelichting komt dat doel naar voren.
Ten aanzien van terbeschikkinggestelde
In de zaak van deze terbeschikkinggestelde bevindt zich in het dossier een aanvullend advies van de kliniek van 11 augustus 2010, dat onder meer inhoudt dat door [Deskundige IV] in juni 2010 een bezoek is gebracht aan Turkije. Er is uitgebreid gesproken met de familie van betrokkene en er zijn afspraken gemaakt over de huisvesting en daginvulling. Tevens is een bezoek gebracht aan een psychiater, die bereid is betrokkene te begeleiden waarbij ze tevens nauw contact zal onderhouden met de familie van betrokkene.
Ter zitting hebben de deskundigen [Deskundige III] en [Deskundige IV] verklaard dat de mogelijke terugkeer van betrokkene naar Turkije zeer grondig is voorbereid. Dat over de ontheffing van de Turkse dienstplicht niet meer duidelijkheid verkregen zal kunnen worden, zoals zij ter zitting verklaarden, staat niet aan hun advies tot beëindiging van de TBS in de weg. In de kliniek waaraan beide deskundigen verbonden zijn en waar betrokkene verblijft, FPC [naam inrichting] is speciaal aangewezen om de terugkeer naar het land van herkomst van illegaal in Nederland verblijvende terbeschikkinggestelden te begeleiden. De kliniek - en de gehoorde deskundigen in het bijzonder - hebben met gevallen als hier aan de orde dan ook ervaring opgedaan.
In dit geval is het de bedoeling dat terbeschikkinggestelde bij alle te nemen stappen begeleid zal worden en dat de medewerkers van de kliniek met hem zullen meereizen naar Turkije. De familie is zich bewust van de psychische problematiek van de betrokkene en neemt de verantwoording van de zorg voor betrokkene graag op zich. Indien hij in Turkije de nodige begeleiding blijft krijgen is het recidiverisico laag.
Uit de stukken blijkt voorts dat een plaatselijke psychiater, [Deskundige V], bereid is om betrokkene te begeleiden. Eventueel kan betrokkene de eerste periode na terugkeer in het ziekenhuis van Akdeniz terecht om daar groepstherapie en arbeidstherapie te volgen. Mocht betrokkene onverhoopt psychisch decompenseren, dan weten de familie en de psychiater hoe te handelen. Een (gedwongen) opname kan snel worden gerealiseerd.
[Deskundige IV] heeft verder verklaard dat terbeschikkinggestelde bij beëindiging van de TBS in vreemdelingenbewaring zal komen. Hij kan deze bewaring in de kliniek ondergaan. Indien behoefte zou bestaat aan een 'dubbele waarborg' dan zou de officier van justitie tegen de eventuele beslissing tot beëindiging van de TBS in hoger beroep kunnen gaan en het hoger beroep op de dag van vertrek naar Turkije kunnen intrekken.
Voorwaarden voor toepassing - gronden voor toepassing
De rechtbank is van oordeel dat uit de adviezen van de kliniek, mede in het licht van wat daarover is geschreven door de zesjaarsdeskundigen [Deskundige I] en [Deskundige II], en uit hetgeen door de deskundigen in raadkamer is verklaard, is gebleken dat in Turkije een gedegen steunnetwerk voor betrokkene is opgezet. Door de deskundigen is verklaard dat het recidiverisico zodanig is teruggebracht dat de terugkeer naar Turkije met de daarbij behorende begeleiding verantwoord wordt geacht.
Voor betrokkene is in Turkije een passende voorziening getroffen, die met voldoende waarborgen is omkleed. Het recidiverisico is met het opzetten van dit vangnet van steunende en betrokken familieleden en de begeleiding van een psychiater tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Aan de voorwaarden voor een verantwoorde resocialisatie van de betrokkene in Turkije is voldaan.
De veiligheid van de maatschappij is, gelet op de garanties van [Deskundige IV] en de door hem geschetste dubbele waarborg, voldoende gezekerd.
Gelet op het voorgaande kan voor toepassing van bedoelde bevoegdheid plaats zijn.
Nu een beëindiging recht doet aan het doel van de wettelijke bepalingen, aan de concrete situatie van deze terbeschikkinggestelde en aan diens belangen en gelet op hetgeen de rechtbank overwoog over de toepassing van artikel 38la Sr. acht zij in dit geval voldoende gronden aanwezig om de bevoegdheid tot beëindiging van deze TBS-maatregel te gebruiken. De beëindiging zal geschieden onder voorwaarde dat betrokkene niet naar Nederland zal terugkeren. Bij terugkomst naar Nederland zal de terbeschikkingstelling ex artikel 38la, zesde lid, Sr., herleven.
Om de maatregel van terbeschikkingstelling te kunnen beëindigen en ook een latere herleving niet onmogelijk te maken dient de termijn van de TBS eerst te worden verlengd.
De rechtbank beslist mitsdien als volgt.
Toepasselijke wetsartikelen.
Artikelen 38d, 38e en 38lb van het Wetboek van Strafrecht.
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling, zoals hierboven omschreven, met één jaar;
beëindigt de terbeschikkingstelling onder de voorwaarde dat [betrokkene] niet naar Nederland terugkeert.
Deze beslissing is gegeven te 's-Gravenhage door mr. G.H.M. Smelt, voorzitter, mr. J.Th.W. van Ravenstein en mr. A.M.G. van de Kragt, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Visser, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2010.