ECLI:NL:RBSGR:2010:BO7251
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vreemdelingenbewaring wegens gebrek aan vrees voor onttrekking
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 december 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring van een Chinese vreemdeling. De eiser was in bewaring gesteld met het oog op zijn uitzetting naar China, maar had zich altijd gehouden aan de meldplicht. De rechtbank oordeelde dat de vreemdeling zich niet had onttrokken aan de meldplicht en dat er geen vrees bestond dat hij zich zou onttrekken aan zijn uitzetting. De rechtbank stelde vast dat de vreemdeling eerder in vreemdelingenbewaring was gesteld, maar dat deze maatregel op dat moment niet gerechtvaardigd was, omdat er geen gewijzigde omstandigheden waren die de vreemdelingenbewaring rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, beval de opheffing van de bewaring met ingang van 7 december 2010 en kende een schadevergoeding toe van € 955,00 aan de eiser. De rechtbank benadrukte dat indien een lichter middel, zoals de meldplicht, effectief is, er geen reden is om vreemdelingenbewaring toe te passen. De rechtbank concludeerde dat de vreemdelingenbewaring onrechtmatig was en dat de vrees van de verweerder voor onttrekking aan de uitzetting niet was onderbouwd.