ECLI:NL:RBSGR:2010:BO7165
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. Medze
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep tegen vrijheidsontnemende maatregel en toegang tot effectieve rechtsmiddelen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 november 2010 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen een vrijheidsontnemende maatregel die hem was opgelegd op grond van artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, een burger van de Democratische Republiek Congo, stelde dat hij in zijn eerdere beroep niet was toegelaten tot een 'effective remedy', wat in strijd zou zijn met de algemene beginselen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank diende te onderzoeken of de rechtsgang in het vorige beroep in overeenstemming was met de vereisten van een eerlijk proces.
De rechtbank overwoog dat de beroepsgronden van eiser betrekking hadden op een periode die al eerder was getoetst in een eerdere uitspraak. Eiser had tegen die uitspraak hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die zich onbevoegd had verklaard. De rechtbank concludeerde dat er geen ruimte was om te beoordelen of de rechtsgang in het vorige beroep in strijd was met het EVRM, en dat enkel de periode na de sluiting van het vorige onderzoek zou worden beoordeeld.
De rechtbank kwam tot de conclusie dat er geen bewijs was voor onrechtmatige voortduring van de maatregel in de periode na het vorige onderzoek. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees zij het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was om een van de partijen te veroordelen in de proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door rechter A.J. Medze en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier A.A. van der Meijden.