ECLI:NL:RBSGR:2010:BO5339
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot intrekking verblijfsvergunning asiel wegens onvoldoende individualisering van vervolgingsvrees
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 25 november 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen de intrekking van een verblijfsvergunning asiel. Eiser, een Iraakse sjiiet, had op 9 mei 2007 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke aanvankelijk op 4 december 2007 werd verleend. Echter, op 1 juli 2010 trok de verweerder deze vergunning in, met de stelling dat de problemen die eiser ondervond niet specifiek op hem gericht waren, maar op de sjiitische gemeenschap in zijn wijk. Eiser stelde dat hij bedreigd werd door soennieten en dat zijn gezin het enige sjiitische gezin in de straat was, wat zijn vrees voor vervolging individualiseerde.
De rechtbank overwoog dat de vrees voor vervolging niet uitsluitend uit persoonlijke ervaringen hoeft te worden afgeleid, maar ook kan worden ondersteund door de ervaringen van anderen in een vergelijkbare situatie. De rechtbank concludeerde dat de verweerder ten onrechte had gesteld dat de problemen niet specifiek op eiser betrekking hadden en dat hij niet voldeed aan het individualiseringsvereiste. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 874,-.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de individualisering van vervolgingsvrees in asielzaken en de noodzaak voor de overheid om zorgvuldig te beoordelen of de vrees van een asielzoeker gegrond is, vooral wanneer er sprake is van een bedreigende situatie voor een specifieke etnische of religieuze groep.