ECLI:NL:RBSGR:2010:BO5263
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en voornemenprocedure
In deze zaak heeft eiser op 14 november 2009 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag is door verweerder, de minister voor Immigratie en Asiel, bij besluit van 27 april 2010 afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De openbare behandeling van het geschil vond plaats op 11 november 2010, waarbij eiser niet zelf aanwezig was, maar werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A. Hol. Verweerder was vertegenwoordigd door mr. A.J. Hakvoort van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het bestreden besluit getoetst aan de beroepsgronden van eiser. Eiser stelde dat verweerder had nagelaten een nieuw voornemen uit te brengen voordat het besluit werd genomen, en dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om zijn zienswijze in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ambtsbericht waar verweerder naar verwees, dateerde van 30 maart 2009, en dat er geen sprake was van nieuwe feiten of omstandigheden die een nieuwe voornemenprocedure vereisten. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgrond van eiser faalde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Er zijn geen gronden gevonden om een van de partijen te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 22 november 2010, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.