ECLI:NL:RBSGR:2010:BO5258
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen en gevaar voor openbare orde
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 22 november 2010 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse nationaliteit, had op 15 mei 2009 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de minister voor Immigratie en Asiel op 15 april 2010 afgewezen, waarna eiser beroep instelde. De rechtbank heeft de zaak op 29 oktober 2010 behandeld, waarbij eiser niet in persoon aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser en de relevante wetgeving. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiser over bedreigingen door zijn ex-schoonfamilie ongeloofwaardig waren. De rechtbank overwoog dat als eiser werkelijk vreesde voor zijn leven, hij niet vrijwillig naar Algerije zou terugkeren. Bovendien had eiser geen aangifte gedaan van de bedreigingen bij de Italiaanse autoriteiten, wat zijn claims verder ondermijnde.
De rechtbank concludeerde dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, gezien zijn strafrechtelijke antecedenten. Eiser had in het verleden een gevangenisstraf van 10 dagen ondergaan voor bedreiging. De rechtbank volgde het beleid dat een aanvraag voor asiel kan worden afgewezen indien de vreemdeling een misdrijf heeft gepleegd. Eiser's argument dat hij slechts éénmaal was veroordeeld, werd niet als voldoende weerlegging van het beleid beschouwd.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen grond was om een van de partijen te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.