ECLI:NL:RBSGR:2010:BO4410
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van Chinese vreemdeling zonder geldig paspoort
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 november 2010 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de uitzetting van een Chinese vreemdeling. Eiser, die zijn paspoort aan de autoriteiten had afgegeven, stelde dat hij niet meer in het bezit was van een geldig paspoort en dat dit hem belette om uitgezet te worden naar China. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat Chinese vreemdelingen met een geldig paspoort een laissez passer van de Chinese autoriteiten nodig hadden voor uitzetting. De rechtbank concludeerde dat zolang eiser niet kon aantonen dat hij niet binnen een redelijke termijn een nieuw paspoort kon verkrijgen, er voldoende zicht was op zijn uitzetting.
De openbare behandeling van het beroep vond plaats op 10 november 2010, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De rechtbank verwierp het betoog van eiser dat verweerder met een minder belastend middel dan bewaring had moeten volstaan. De rechtbank benadrukte dat het aan verweerder is om te beoordelen of de uitzetting met een minder belastend middel kan worden veiliggesteld, en dat de rechtbank deze beoordeling terughoudend dient te toetsen. Gezien de niet-betwiste gronden voor de maatregel van bewaring, oordeelde de rechtbank dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat bewaring noodzakelijk was.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en de termijn voor hoger beroep is vastgesteld op één week na verzending van de uitspraak.