ECLI:NL:RBSGR:2010:BO2854
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Kramer
- I.M. Talstra - Touwen
- Rechtspraak.nl
Toekenning van gezamenlijk gezag aan ouders van minderjarige in het belang van de communicatie en ontwikkeling van het kind
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 oktober 2010 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over de minderjarige [minderjarige A]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel klem zit tussen de ouders, die onvoldoende in staat zijn om op een goede manier met elkaar te communiceren. Dit leidt tot een situatie waarin de minderjarige emotioneel en cognitief wordt belast met conflicten tussen de ouders. De rechtbank heeft in het raadsrapport gelezen dat gezamenlijk gezag in de toekomst kan bijdragen aan een betere communicatie tussen de ouders, wat in het belang van de minderjarige is.
Tijdens de zitting hebben beide ouders hun bereidheid uitgesproken om de communicatie te verbeteren, en de rechtbank heeft besloten dat het gezamenlijk gezag zal worden toegekend. Dit besluit is genomen met het oog op de ontwikkeling van de minderjarige, die nu te veel betrokken wordt bij de onderlinge strijd van de ouders. De rechtbank heeft ook een regeling getroffen voor de kinderbijdrage, waarbij de vader is overeengekomen om € 200,- per maand te betalen voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, met ingang van 1 februari 2008.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. De beslissing is genomen op basis van artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek, dat de voorwaarden voor gezamenlijk gezag regelt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat gezamenlijk gezag in het belang van het kind noodzakelijk is.