ECLI:NL:RBSGR:2010:BO1406
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Weigering visum kort verblijf in het kader van adoptieprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 24 augustus 2010 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een visum kort verblijf voor eiser, een Thaise nationaliteit, die bij zijn referent in Nederland wilde verblijven. Eiser had op 26 september 2008 een aanvraag ingediend voor een visum kort verblijf, maar deze was door verweerder op 15 oktober 2008 afgewezen. Verweerder stelde dat eiser geen belang had bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit, omdat inmiddels door de Deense autoriteiten een visum was verleend. De rechtbank oordeelde echter dat er nog steeds procesbelang aanwezig was, gezien de tijdsverloop en de omstandigheden van de zaak.
De rechtbank overwoog dat verweerder ten onrechte had aangenomen dat eiser het doel van zijn verblijf onvoldoende aannemelijk had gemaakt en dat er bezwaren bestonden op grond van openbare orde, openbare rust of nationale veiligheid. De rechtbank concludeerde dat de ouders van eiser regelmatig tussen Thailand en Nederland reisden en dat er geen reden was om aan te nemen dat de verlening van het visum zou leiden tot het omzeilen van de adoptie- en mvv-procedure. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 874,- werden vastgesteld, en moest verweerder het betaalde griffierecht van € 150,- vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de belangen van de betrokken partijen in het kader van vreemdelingenrecht en adoptieprocedures.