ECLI:NL:RBSGR:2010:BO1097
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verschoning van rechter in civiele procedure KPN B.V.
In deze zaak heeft mr. [X] op 9 september 2010 een schriftelijk verzoek tot verschoning ingediend. Hij stelt dat de inhoudelijke behandeling van de zaak aan de zijde van KPN B.V. is overgenomen door mr. W. Heemskerk, met wie hij eerder nauw heeft samengewerkt bij het advocatenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn. Dit zou volgens mr. [X] een situatie creëren die in strijd is met de onpartijdigheid die van een rechter verwacht mag worden, zoals vastgelegd in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Het verzoek tot verschoning is door de rechtbank in behandeling genomen zonder mondelinge zitting, conform artikel 41 Rv. Mr. Heemskerk heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek, terwijl mr. G.P. Lobé, de advocaat van KPN, heeft aangegeven dat toewijzing van het verzoek tot verschoning niet in het belang van zijn cliënt zou zijn, omdat dit zou leiden tot aanzienlijke vertraging in de procedure.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd kan zijn, en dat het belangrijk is dat rechtzoekenden vertrouwen kunnen hebben in de onpartijdigheid van de rechter.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat mr. [X] terecht om verschoning heeft verzocht, en heeft het verzoek toegewezen. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot verschoning. Deze beslissing is genomen in raadkamer op 27 september 2010 door de meervoudige verschoningskamer.